Nog discussie in DNA over bezoldiging toppers NPC

“We moeten ook niet in de richting gaan van de bezoldiging in de staatsbedrijven. Het is niet in lijn met ons doel om rechtvaardige looninkomstenverhoudingen te hebben in het land en daar zijn wij nog niet uit”. Zo luidt het antwoord van minister Soewarto Moestadja van Arbeid, wanneer aan hem gevraagd wordt naar de salarissen van de leiding van het Nationaal Productiviteitscentrum (NPC). De behandeling van dit wetsontwerp is dinsdag in De Nationale Assemblee (DNA) voortgezet.

“Gevoelsmatig zeg ik dat als je hoofden voor planunits wilt aantrekken met vijf jaar ervaring en een master degree, dan denk ik niet dat wanneer wij overheidssalarissen daarvoor gaan inzetten, wij die gaan vinden”, benadrukt Moestadja. Hij is de mening toegedaan dat zowel de regering als DNA daarover moeten nadenken. “Ik ben er nog niet uit. Daar heeft de regering haar idee over en we kijken uit naar de ontmoeting met het college om daarover inderdaad wetgeving in place te hebben, zodat we dat sociaaleconomisch hebben gedaan”, laat de minister optekenen.

Moestadja geeft aan niet mee te gaan met voorstel van DNA-lid Dinotha Vorswijk (ABOP) om bij de benoeming van directeuren te werken met korte contracten of een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd. “Het ministerie van Arbeid is daarvan geen voorstander, omdat wij een wet die contractarbeid zal tegengaan recentelijk hebben goedgekeurd. Het heeft geen toegevoegde waarde om de contracten aan te bieden voor een bepaalde tijd. De leidinggevenden van het NPC, die aan high quality eisen moeten voldoen, moeten uitzicht hebben op een lange dienstbetrekking”, benadrukt de bewindsman.

Commissievoorzitter Amzad Abdoel (NDP) meent dat niemand tegen zo een nobel doel kan zijn, doelend op het opzetten van het NPC. “Ik denk dat alle Surinamers en vooral de business-community het wenst dat de nationale productiviteit van het land stijgt of tenminste verbetert”, merkt de politicus op. Het NPC heeft als doel het bevorderen van de productiviteit en innovatie, zowel bij de publieke als bij de private sector. “Hoewel ik ervan overtuigd ben dat verhoging van productiviteit een must is, ben ik zeker de mening toegedaan dat deze veel makkelijker bereikt kan worden bij de private sector dan bij de publieke sector”, benadrukt Abdoel. Hoe het nu beschreven is, zijn de voornaamste taken; het monitoren van de productiviteit op nationaal, regionaal en internationaal niveau, het uitbrengen van rapporten, houden van workshops, adviezen geven, ontwikkelen van verbeterde methoden voor werkorganisaties en ontwerpen en adviseren van productiviteitseducatieprogramma’s. Abdoel vindt dat de genoemde taken volledig in lijn zijn met de missie en de strategie van het NPC.

Riad Nurmohamed (VHP), lid van de commissie die de ontwerpwet heeft voorbereid voor openbare behandeling, ondersteunt het opzetten van het NPC, maar is bezorgdheid over het besturen hiervan. “Wil je nationaal productiviteit en innovatie, dan betekent dat geen corruptie, geen oneerlijke concurrentie, geen oneerlijke belastingvoordelen, en soepele communicatie”, luidt de stelling van het lid. “Het hebben van wetten en bedrijven, betekent niet dat de productiviteit automatisch toeneemt. De belangrijkste voorwaarden hiervoor zijn: goed bestuur en de productiviteit van de mensen.

“In Latijns-Amerika is de arbeidsproductiviteit 1,2% per jaar vergeleken met een gemiddelde van 4,2% in 104 landen waar dat beschikbaar is. Wij komen niet eens in de buurt van die 4,2. Willen wij concurrerend zijn en willen wij op structurele wijze een NPC, dan moeten wij inderdaad gaan sleutelen aan de arbeidsproductiviteit en kapitaal, en ook aan de totale productiviteitsfactor”, legt minister de noodzaak van het opzetten van het NPC uit.

De behandeling van de ontwerpwet 'Nationaal Productiviteitscentrum', wordt donderdag in DNA voortgezet.

Yvanka Ozir-Awailame