Geen voedselschuur zonder regionale scheepvaarthubs

De productie van grote hoeveelheden voedsel in Suriname en Guyana is zinloos als de beperkingen van het regionale vervoer niet worden weggemaakt. De Caribische Gemeenschap (Caricom) heeft drie regionale scheepvaartknooppunten nodig en een vermindering van de bureaucratische knelpunten, stelt premier Mia Mottley van Barbados.

“De productie van groenten of fruitgewassen in Suriname of Guyana betekent niets voor de meerderheid van de bevolking in het Caribisch Gebied als ze er geen toegang toe hebben door betaalbaar transport,” zei ze tijdens de officiële opening van de Caribbean Week of Agriculture 2018. Haar opmerkingen kwamen slechts enkele dagen nadat de voorzitter van de Caribische Gezondheidscoalitie, Trevor Hassell erop aandrong om grote stukken land in Suriname, Guyana en Belize te gebruiken om te planten en om voedingsmiddelen te produceren die zouden helpen de stijgende niet-overdraagbare ziekten zoals diabetes en hypertensie evenals obesitas en overgewicht terug te dringen.

Premier Mottley zei dat commerciële banken grote hoeveelheden geld hebben en dat er ruimte was voor investeerders om te profiteren van landbouwinvesteringsmogelijkheden in Suriname en Guyana in plaats van ze alleen als ideeën op papier te zetten. “ Ik verwelkom de hernieuwde nadruk op grensoverschrijdende investeringen die de FAO (de voedselarm van de Verenigde Naties) heeft genoemd.” Ze stelde volgens Demerara Waves dat ze ervan overtuigd was dat Suriname en Guyana beschikbaar gesteld zullen worden aan de regio. “Maar ze kunnen niet op een platform blijven of in een brief. Ze moeten leven krijgen en om dat te doen betekent dat de integratie van productie in de context van de Caricom interne markt en economie (CSME) absoluut cruciaal is."

Mottley gaf mee dat de liquiditeit van Barbados US$ 4,5 miljard bedraagt, maar dat er beperkte investeringen en mogelijkheden om te investeren in de regionale landbouw zijn. Een studie – gefinancierd door de Europese Unie – adviseert de oprichting van drie knooppunten – Trinidad, Barbados en Miami of Jamaica – om enorme hoeveelheden vers fruit en groeten in het Caribisch Gebied te vervoeren.

Tijdens de 14e bijeenkomst van de Alliantie voor duurzame ontwikkeling van landbouw en plattelandsbeleid, hoorden top regionale ambtenaren en andere belanghebbenden ook dat de hub van Trinidad Suriname, Guyana, en Grenada kon bedienen; de hub van Barbados zou de oostelijke Caraïben kunnen dienen en de noordelijke Caribische hub zou in Jamaica of Miami zijn. Uit het onderzoek blijkt dat het goedkoper is om goederen naar het Caribisch Gebied te verzenden, maar vrij duur om dit vanuit het Caribisch Gebied te doen, deels omdat er in veel gevallen minder dan één containerlading met items is die verplaatst moet worden, er onvoldoende koude opslag is, havenfaciliteiten en logistiek.

De premier van Barbados zei: "de tijd om te praten moet voorbij zijn als het gaat om de landbouw in de regio", waar de geschatte rekening voor de invoer van voedsel US$ 4 miljard is. Ze merkte op dat Barbados meer dan 50 jaar geleden meer voedsel had geproduceerd met minder technologie en minder investeringen. Eén van de vragen die volgens Mottley moet worden aangepakt, is de weinig bevredigende benadering van de integratie van productie, marketing en onderzoek om de duurzaamheid van voedsel in het Caribisch Gebied te garanderen.