Geloofwaardigheidsprobleem van de regering en Alcoa
21 Sep 2018, 00:56
foto
Marten Schalkwijk


De vicepresident van de Alcoa, Robert Baer, heeft afgelopen woensdag een groep personen uit het bedrijfsleven en enkelen daarbuiten, ontvangen. Ook de directeur van Suralco, Ruben Halfhuid, was aanwezig. Nu het bedrijf dat zelf naar buiten heeft gebracht, voel ik mij –als een van de aanwezigen- vrij er er iets meer over te zeggen.

De Alcoa-topman gaf aan dat het bedrijf zich realiseert dat er weinig communicatie is geweest, waardoor er vele verhalen zijn ontstaan, die geen basis in de realiteit hebben. De onderhandelingen vonden echter plaats onder een plicht van geheimhouding (‘confidentiality agreement’), zodat volgens hem geen der partijen de vrijheid had naar buiten te treden. Dat laatste is m.i. onvoldoende reden geweest om niets naar buiten te brengen tijdens de onderhandelingen. Immers hadden beide partijen een gezamenlijke woordvoerder kunnen aanwijzen die regelmatig de buitenwereld op de hoogte hield van de voortgang van de onderhandelingen, waarbij men niet op de inhoud hoefde in te gaan.

In de praktijk werd er volgens een Memorandum of Understanding van oktober 2015 over vier onderwerpen onderhandeld t.w. de overdracht van de Afobakadam, de sluiting van de raffinaderij, de milieuproblematiek en de studie over bauxiet in het Bakhuysgebied. Zo een woordvoerder had bijvoorbeeld om de paar maanden kunnen laten weten wat de stand van zaken was bijv. ‘wij hebben overeenstemming bereikt over de Afobakadam en doen wat extra studies over de milieuproblematiek’. Dat had de gemeenschap al een stuk informatie gegeven. Nu leek het er teveel op alsof men in achterkamertjes allerlei deals aan het maken was, waar zelfs De Nationale Assemblee niets van mocht weten. Dat gevoel bleek bij velen in de zaal toch wel te leven en is door deze ene informatiesessie niet weggenomen.

Zowel de regering als de Alcoa zitten dus met een geloofwaardigheidsprobleem (credibility issue) en dat is in de samenleving ook duidelijk te merken. De keuze van de Surinaamse onderhandelaars heeft het imago van niet transparante ‘deal makers’ versterkt. Ook de hele kwestie met het MoU die door De Nationale Assemblee verworpen was en die niet goed is aangepakt door de regering, heeft een smet op de onderhandelingen geworpen. Een van de vragen die werd opgeworpen was dan ook of de onderhandelingen wel rechtsgeldig waren, omdat De Nationale Assemblee er in een vroeg stadium bij betrokken had moeten worden. Een kenner van de Brokopondo Overeenkomst gaf aan dat het parlement het onderhandelingsteam had moeten instellen. Dit wordt dus nog een legale kwestie waar ons parlement en deskundigen zich over zullen moeten uitspreken.

Milieuvraagstuk
Enkele jaren geleden heb ik de kwestie van het milieu bij de onderhandelingen met de Alcoa aan de orde gesteld. Het leek mij dus nuttig om daarover wat vragen te stellen aan dhr. Baer, ook omdat dit één van de vraagstukken is die leeft in de gemeenschap. Dhr. Baer gaf aan dat Alcoa een goed overzicht heeft van alle mud lakes en toxic dumps van Suralco en dat die informatie ook beschikbaar is gesteld aan de regeringsdelegatie. Verder verzekerde hij dat Alcoa haar verantwoordelijkheid neemt om alle rommel op te ruimen dan wel te neutraliseren. Hij gaf aan dat zij heel veel ervaring hiermee hebben en dus zeker in staat zijn om zaken deskundig aan te pakken. Zij staan verder open om op dit punt samen te werken met wie dan ook.

Vanwege het geloofwaardigheidsprobleem lijkt het mij goed wanneer zowel de regering als het bedrijf onze universiteit hierbij betrekken. De universiteit beschikt over de meeste deskundigheid op dit gebied in Suriname en is een publieke organisatie die op een transparante wijze kan communiceren met de samenleving. Expertise die ontbreekt, kan de universiteit via haar relaties met andere universiteiten binnenhalen. Je hebt dan een onafhankelijke instantie die zaken in de gaten houdt. Op die manier zal er meer geloof zijn bij de Surinaamse gemeenschap dat de milieuproblematiek serieus wordt aangepakt.

Er zal dus een contract met de universiteit gesloten moeten worden, waarbij de universiteit in elk stadium bij de ‘clean-up’ betrokken is. Het gaat dan om het proces vanaf de identificatie van de gebieden (de lijst van mud lakes en dumps nagaan), het vaststellen wat daar wel of niet aanwezig is, en de wijze waarop zaken hersteld moeten worden, plus de monitoring van het daadwerkelijk herstel hiervan. Dit is een grote klus, maar typisch een die door de universiteit en haar deskundigen wel geklaard kan worden. Tevens zal dan blijken of het bedrijf bereid is om via een transparant proces op dit gebied te werken, want indien zaken alleen binnen het bedrijf gehouden worden met enkele toeziende ambtenaren, zal de twijfel bij de gemeenschap blijven leven of zaken daadwerkelijk worden aangepakt. In een persoonlijk nagesprek met dhr. Baer stond hij in ieder geval open voor dit idee.

Paranam Industrial Park
Er waren ook vragen omtrent de toekomst van Alcoa in Suriname. Daarbij werd gezegd dat het bedrijf bereid is een studie in West Suriname te doen, welke echter volledig losstaat van elke claim op de Afobakadam, de Brokopondo Overeenkomst en bestaande concessies.

Daarnaast is men al enige tijd bezig om de bestaande bezittingen (assets) in kaart te brengen en de mogelijkheid van het opzetten van een industriepark te Paranam te bekijken. De potentie is zeker aanwezig en het zal voor werkgelegenheid en bedrijvigheid zorgen. Het bedrijf hoopt op de nodige ondersteuning van de overheid voor dit plan, want er zijn reeds investeerders geïdentificeerd.

Prof. dr. Marten Schalkwijk,
Hoogleraar Sociale Verandering en Ontwikkeling,
Institute for Graduate Studies and Research,
Anton de Kom Universiteit van Suriname
Advertenties