'BEP treft geen blaam in keuze voor granman Aboikoni'

De Broederschap en Eenheid in Politiek (BEP) treft geen blaam in de heisa die is ontstaan bij de benoeming van Albert Aboikoni tot granman van de Saamaka, benadrukken voorzitter Ronnie Asabina en ondervoorzitter Edgar Dikan. Het is trouwens ook niet de eerste keer dat een president een granman aanwijst, tonen ze aan en roepen de individuen en politieke partijen op “wiens voorzitter telefoons had gekocht voor zijn Assembleeleden tijdens de DNA-verkiezingen,” om op te houden de BEP in een kwaad daglicht te stellen.

De BEP is maandag op een persconferentie in het partijcentrum, dieper ingegaan op de reden waarom de benoeming van granman Aboikoni erkend en gerespecteerd wordt door de partij. Dikan die ook minister van Regionale Ontwikkeling is, deelt mee dat elke andere kandidaat die door de president was gekozen, geïnstalleerd zou worden. Dat is de taak van het ministerie, en niet het aanwijzen van het grootopperhoofd benadrukt hij.

Asabina en Dikan hebben wederom de chronologische volgorde van gebeurtenissen aangegeven. Het komt erop neer dat het traditioneel gezag na vruchteloos proberen, zelf de hulp van de president heeft ingeroepen voor het aanwijzen van een stamleider en achter elke keus van de president zou staan. Het merendeel van de hoofdkapiteins zou ook achter Aboikoni staan. Asabina staaft dit met documenten.

Asabina en Dikan geven met stukken uit 2005 aan, dat het niet de eerste keer is dat een granman door een president, buiten de traditie om, wordt gekozen. Bij de benoeming van Belfon Aboikoni, broer van Albert, waren er twee kandidaten geweest. President Ronald Venetiaan gekozen voor Belfon. Dat heeft indertijd ook tot problemen geleid. Asabina geeft aan dat partijen ook waren overeengekomen om te werken aan een duurzame oplossing. Dat is niet gebeurd. De regering bestond in 2005 uit het Nieuw Front en de A Combinatie (ABOP, BEP, Seeka).

De partijleiding betreurt het dat individuen, groepen en politieke partijen munt willen slaan uit de situatie. Voor de tien zetels die het binnenland waard is, is men tot veel in staat, merkt Asabina op. “We willen rust, laten we de gelederen sluiten,” roept Asabina op. “We zijn ook niet gelukkig met de manier waarop dingen zijn gegaan. Maar ‘if a her liba wani en so’ hebben we niets anders te doen dan dat te respecteren,” zegt Asabina.

De partij gaat een bijdrage leveren om het probleem van de opvolging voor eens en voor altijd opgelost te krijgen. Wat er precies gaat gebeuren, is niet duidelijk. Op de vraag of zaken niet vastgelegd moeten worden zodat er naslagwerk is en de toekomstige opvolger kan worden geïdentificeerd, geeft Asabina aan dat de BEP daar ook een bijdrage aan wil leveren. Maar het ligt aan de stammen om dat te willen, beklemtoont hij.

René Gompers