Brazilië: Lula genomineerd als kandidaat ondanks celstraf

De voormalige Braziliaanse president Luis Inacio Lula da Silva is genomineerd als kandidaat voor de verkiezingen van oktober. Zijn nominatie komt terwijl hij in de gevangenis is met een vonnis van 12 jaar voor corruptie. Ongeveer 2.000 leden van zijn Arbeiderspartij verklaarden hem hun kandidaat door handopsteking in Sao Paulo.

Lula leidt in de meeste opiniepeilingen, maar zou mogelijk niet mogen deelnemen aan de verkiezingen. Hij heeft ontkend dat hij steekpenningen heeft aangenomen en zegt dat zijn veroordeling deel uitmaakt van een complot om te voorkomen dat hij opnieuw aan de macht komt.

Een bericht van de voormalige leider werd voorgelezen aan partijleden die zich hadden verzameld voor een congres in de belangrijkste stad van Brazilië. Velen van de partijleden droegen Lula-maskers op de bijeenkomst. "Ze willen het recht van de mensen om de president te kiezen schrappen," zei het bericht, geciteerd door AFP. "Ze willen een democratie creëren zonder de mensen. We hebben een enorme verantwoordelijkheid in het verschiet."

De partij zal naar verwachting tegen maandag de kandidaat vicepresident die samen met Lula zal strijden, bekendmaken. De benoeming is belangrijk omdat de kandidaat vicepresident mogelijk tot president kan worden gekozen als Lula niet mag deelnemen.
Uit peilingen blijkt dat de steun voor Lula bijna het dubbele is van dat van zijn naaste rivalen. Twee andere kandidaten werden vandaag ook genomineerd - Marina Silva door de centrumlinkse Rede-partij en Geraldo Alckmin door de centrumrechtse sociaaldemocratische partij.

Lula werd veroordeeld voor het ontvangen van een gerenoveerd appartement aan het strand ter waarde van ongeveer US1,1 miljoen als smeermiddel door ingenieursbureau OAS. De verdediging zegt dat zijn eigendom van het appartement nooit is bewezen en dat zijn veroordeling grotendeels berust op het woord van de voormalige voorzitter van OAS, die zelf veroordeeld is voor corruptie.

Lula verloor zijn eerste beroep in januari, toen het hof van beroep niet alleen zijn veroordeling bevestigde, maar ook de straf verhoogde van negen en een half jaar tot twaalf jaar. Hij wacht nog steeds op een definitieve rechterlijke uitspraak over de vraag of hij kan meedingen naar het presidentschap. Onder de huidige wetgeving kan iemand die een beroep tegen een strafrechtelijke veroordeling verliest, echter niet voor het presidentschap gaan.