Nicaragua: Regering 'herwint controle' in proteststad Masaya

De Nicaraguaanse stad Masaya, die in het centrum van protesten tegen de regering stond, staat weer onder staatscontrole, zegt de regering. De aankondiging komt nadat de troepen die loyaal zijn aan president Daniel Ortega dinsdag op gewelddadige wijze in botsing kwamen met activisten in de wijk Monimbó.

Bewoners beschreven dat ze "onder vuur" kwamen van politie en paramilitairen. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat het aantal mensen dat gedood is in drie maanden van anti-regeringsprotesten nu meer dan 300 bedraagt.

Masaya is het centrum van de anti-regeringsdemonstraties sinds ze drie maanden geleden voor het eerst uitbarsten. De stad, 30 km ten zuiden van de hoofdstad Managua, was ooit een bolwerk van de regerende Sandinista-partij, maar is nu uitgegroeid tot een symbool van verzet tegen de machtige partij en zijn leider, president Ortega.

Demonstranten die zijn ontslag eisen barricadeerden wegen die naar de stad en binnen de stad zelf leidden. In de afgelopen dagen voerde de overheid ‘Operatie Clean up’ uit in Masaya. De actie was gericht op het verwijderen van de blokkades en het "herstel van de orde". Met honderden bewapende mannen die loyaal zijn aan de regering en zich naar de stad begaven, veranderde de operatie snel in een dodelijke botsing.

Minstens twee mensen, een vrouw en een politieagent, werden gedood, zegt het hoofd van het Nicaraguaanse Centrum voor Mensenrechten, Vilma Núñez. In de vroege uren van dinsdag, vuurden jongeren zelfgemaakte mortieren af van achter barricades van straatstenen. Tegen de middag waren ze echter overweldigd door zwaarbewapende pro-regeringstroepen, schrijft de Associated Press.

Ambtenaren zeiden later dat de straten van Monimbó "bevrijd waren van blokkades" en vicepresident Rosario Murillo zei dat "veiligheid en vrede" was hersteld. Álvaro Leiva, secretaris van de Nicaraguaanse Associatie voor Mensenrechten, bevestigde aan persbureau AFP dat pro-Ortega-troepen na enkele uren strijd de controle over de stad hadden overgenomen.

De aankondiging van de regering kwam te midden van internationale veroordeling van het gebruik van buitensporig geweld door de paramilitairen en de nationale strijdkrachten. De Amerikaanse regeringsfunctionaris Francisco Palimieri drong er bij president Ortega op aan onmiddellijk een einde te maken aan "het voortdurende, door de overheid geïnstigeerde geweld en bloedvergieten".

Het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties (VN) heeft dinsdag ook zijn bezorgdheid geuit over het feit dat de nieuwe anti-terrorismewetgeving van Nicaragua kan worden gebruikt om betogers te criminaliseren. "De tekst is erg vaag en laat een brede interpretatie toe die zou kunnen leiden tot de opname [in de definitie van terrorist] van mensen die gewoon hun recht uitoefenen om te protesteren", zei VN-woordvoerder Rupert Colville.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Nicaragua heeft de kritiek krachtig verworpen en noemde het "grove manipulatie". Volgens de wet moest het witwassen van geld en de financiering van terrorisme worden bestreden en werd het VN-kantoor ervan beschuldigd medeplichtig te zijn aan terroristische groeperingen, die zeiden "ons land te vernietigen met het oog op de omverwerping van een constitutionele regering."

De Europese Unie heeft aangeboden te bemiddelen bij de nationale crisis, omdat een poging tot dialoog tussen demonstranten en leden van de regering herhaaldelijk tot stilstand is gekomen. President Ortega heeft onlangs vervroegde verkiezingen uitgesloten, wat een mogelijk compromis zou kunnen zijn geweest. Ondertussen hebben de presidenten van Venezuela, Cuba en Bolivia zich solidair verklaard met de regering van Ortega.