Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 36

“He, Kries, wat doet die directeur die op jou lijkt in dat Nessen-ziekenhuis? Patiënt uit Nickerie dede, omdat hij die weigerde over te nemen.”
“Loek boeng, volgens mij is die Ramganga familie van’em.”
“Oh, da’s interessant, dan kan het een krasse discussie hier worden. Kijk, hij drinkt z’n glas in drie slokken leeg; dat wan’taki: now o’w taki.”
“Luister Ron, praten jullie niet zomaar, er speelt veel in deze zaak. Die praat niet met die. Die heeft een machtseiland daar. Mensen kunnen niet door een deur en intussen begint de doodziekte patiënt steeds meer naar adem te happen?”
“Kon men niet beter die beademingsapparatuur naar Nickerie laten halen?”
“Okee, maar dan stuur je als overheidsziekenhuis die stervende jongeman naar een ander overheidsziekenhuis, dat hem, een doodzieke, niet kan overnemen; het is daar is vol met doodzieken en stervenden of weet ik veel. Daar praat niemand over.”
“Tja, vol is vol.”
“Ja, maar diezelfde overheid moet z’n eigen ziekenhuizen tientallen miljoenen aan overheidsschulden betalen, en wie lijdt daaronder? Mensen die in gepantserde wagens met volgwagens vol lijfwachten rondrijden?”
“Ja, kijk nou eens Kries, dat van die gepimpte wagens heeft hier niets mee te maken. Je praat zo omdat jij met je olifantjes dankzij jullie geweldige leiding nu in de oppositiebanken zitten.”
“Het heeft er alles mee te maken. Als er geld voor al die ‘pimpingen’ is, waarom is er niet genoeg geld voor de overheidsziekenhuizen, zodat die tenminste elkaars doodzieke patiënten kunnen overnemen, waardoor men de particuliere ziekenhuizen, waar diezelfde overheid ook een miljoenenschuld bij heeft, niet hoeft te gaan bedelen om patiënten over te nemen.”
“Een deel van de specialisten van het Nessen-ziekenhuis is niet te spreken over deze onmenselijke daad van hun directeur; ze zeggen de medische eed afgelegd te hebben om eerst de lijdende mens te helpen en om dan naar geld te kijken.”
“Ha, wat een lachertje! Laat velen uit de samenleving opstaan en je vertellen hoe vele medici die eed andersom interpreteren.”
“Da waarom halen ze die eed opeens aan?”
“Omdat die Ramganga, die volgens jullie op mij lijkt, sinds zijn aantreden daar bij het Nessen-ziekenhuis het mes er financieel in gezet heeft en dat tastte de happige belangen van velen daar behoorlijk aan. Die free for take all was voorbij en het ziekenhuis kwam eindelijk uit de rooie cijfers.”
“Dus je wil me zeggen dat die groep specialisten van dat Nessen-ziekenhuis met die brief over deze kwestie stemming wil kweken tegen hun directeur, om hem zo weg te krijgen?”
“Dat is jouw conclusie. Maar waarom ga je anders zo een brief naar andere ziekenhuizen en weet ik veel wie rondsturen? Om hun medische ethiek hoog te houden? Die Ramganga is geen medicus, hij heeft die eed niet afgelegd! Hij is gewoon een materialist, een zuinige centenman, punt uit.”
“En hij lijkt een stuk arrogant chagrijn te zijn.”
“Da wat! Ga jij maar een ziekenhuis met ‘lief doen tegen eenieder’ draaien.”
“No mang, ik geloof echt niet, dat medici, beoefenaars van een ethisch beroep, zo diep kunnen zinken. No mang Kries, nu ga je te ver in het verdedigen van die ‘look-alike’ van je.”
“Ik verdedig hem niet, stel je voor, waarom zou ik! Maar heb je je niet afgevraagd waarom de voorzitter van het stichtingsbestuur, die hem kan ontslaan als het moet, hem juist de hand boven het hoofd houdt en juist zegt: deze directeur blijft, hij is goed, kijk wat voor goeds hij allemaal voor het Nessen-ziekenhuis heeft gedaan.”
“Ja, ten koste van tenminste een dode.”
”Zeg geen domme dingen, Ron. Ik wees je er toch al op dat de twee overheidsziekenhuizen die voor de jongeman z’n leven moesten waken, ernstig tekort zijn geschoten en het nu beeren voor een derde die erbij gesleept werd, toen de patiënt in feite al stervende was.”
“Maar ik geloof wel dat er flinke miscommunicaties tussen dat Ziekenstreekhuis en het Nessenziekenhuis moeten zijn geweest.”
“Ja, miscommunicatie draagt dan de naam, maar niemand zegt duidelijk wat er zoal mis is gecommuniceerd; er wordt van alle kanten gedokt, half gejokt en over het hoofd van die arme overledene een felle strijd uitgevochten; en dat is het zielige van deze hele kwestie.”
“Maar nu je het zegt, ik hoorde iets van een kort geding dat de kerken die het Nessen-ziekenhuis beheren tegen de voorzitter van het stichtingsbestuur hadden aangespannen, dat ze dat kort geding hebben verloren.”
“Ja, ze wilden dat die voorzitter moest aftreden.”
“Oooh, wacht even, om dan een marionet in z’n plaats te zetten die dan als eerste opdracht die gehate strenge centjesteller meteen de laan uitstuurt.”
“Dan kan die vreet-na-pot daar weer vrijelijk starten.”
“Maar die voorzitter van het stichtingsbestuur die weigerde terug te treden is door het Provinciaal Bestuur van de kerken in de kerkelijke tucht geplaatst.”
“Hè? Wat is dat voor middeleeuws onding?”
“Dus omdat hij in de werkrelatie niet wilde doen wat het provinciaal bestuur wilde, namelijk die directeur Ramganga ontslaan, en als voorzitter niet wilde aftreden, wordt hij op kerkelijk niveau verstoten.”
“Wat? Kunnen dit soort dingen anno 2011 nog in de vrije en democratische republiek Suriname?”
“Zo te zien wel; die meneer mag bijvoorbeeld niet meer meedoen aan het avondmaal. En het schijnt dat het Proviciaal Bestuur niet bevoegd is hem in dezen deze straf op te leggen.”
“In dit land worden leiders, ministers, directeuren, kortom managers die ordenend optreden, die orde en tucht naleven, die op de centjes letten, geen tje-poti-mentaliteit kennen, niet willen meeheulen met allerlei vreet-n’a-pot-kliekjes als de bliksem weggewerkt.”
“Zie ex-minister Martinus van RGB.”
“Heren, dan wat vinden jullie van deze weggeschuif: er wordt een hoogspanningskabel stuk getrokken, een heel district zit daardoor een dag lang zonder stroom, miljoenen aan schade, maar wie gaat opdraaien daarvoor?”
“De aannemer die de sloot met een graafmachine schoonmaakte.”
“Nee, ben je gek; er gaat snel-snel een OW-OD kijken en die stelt dat noch OW, noch de aannemer aansprakelijk is voor de schade.”
“Wat? En hoe is die kabel dan stuk getrokken?”
“O, dat is het werk van ‘onverlaten’, zegt die OW-topper.”
“Onverlaten, weer zo een nietszeggend leuterwoord, net als ‘miscommunicatie’.
“En hoe komt die OW-topper aan die wijsheid dat die kabel door onverlaten stukgetrokken is?”
“Er staat: omdat de graafmachine die de greppel opschoonde al lang niet meer op de plek van de kabelbreuk was.”
“Wachte, dus ik graaf als een kip zonder kop een greppel uit, ik heb nooit een kaart bij EBS gehaald om te kijken waar die ondergrondse kabels lopen, ik graaf maar snel om m’n geld te gaan declareren, oeps, whoeps, san’a san dies, sjakkes, n’a wan kabel foe EBS. Okee, heren, we blijven rustig hier met die graafmachine wachten tot de EBS er is, ja hoor, we blijven rustig wachten.”
“Okee, maar stel dat ‘onverlaten’ dat werkelijk hebben gedaan, dan lag die kabel op z’n minst door die graverij bloot. Stel ik ben een ‘onverlaat’, ik kom eraan, ik zie een dikke kabel in de modder, ik ga erop af, neem een zaag, of bindt die kabel aan een truck, en onverlaat als ik ben, rij ik weg, totdat die kabel snijdt, stroom spat alle kanten, wan kortsluiting lek wan kortsluiting, dan me rees gwe, want ik heb mijn werk als ‘onverlaat’ gedaan.”
“Jakkes, wie denkt wie hier in dit land voor de gek te houden?”
“Nog een mooier bewijs: OW stelt dat tijdens de graafwerkzaamheden niet is geconstateerd dat er een object is geraakt.”
“Wie heeft hem dat gerapporteerd? Wanneer? Schriftelijk of snel telefonisch toen ze werden opgebeld van: jongoe, san oen doe, oen haar’a kabel koti.”
“Hoor mijn antwoord van die graafmachineoperator:”Is nie ik baas, is die tande van die Baaco.”
“Nu komt het mooiste: die OW-topper wacht het resultaat van het onderzoek naar de oorzaak af, maar schuift vooruitlopend daarop alle verantwoordelijkheid van zich af.”
“Net als bij dat ziekenhuis, iedereen schuift de verantwoordelijkheid van zich af of in de schoenen van een zwart schaap, of een ‘onverlaat.”
“Tjeesis, wat een puberale mentaliteit, een absoluut teken van onvolwassenheid.”
“Zo ook met die arme baby die haar reguliere inenting ging halen. Diepgaand onderzoek heeft geleid tot de constatering dat bacterie X in de bloedbaan van dat arme kindje is terechtgekomen en dat ze daaraan is overleden. Maar iedereen speelt voor de domme of dokt als het gaat om antwoord te krijgen op de vraag: Hoe is die bacterie in de bloedbaan gekomen en wie zou daar voor verantwoordelijk voor gesteld kunnen worden?”
“Luisteren jullie: die bacterie is zo whoeps op die schone naald van die assistent in de leer met tien schone vingers in die ontsmette, luchtgekoelde en niet overvolle RGD-poli terechtgekomen en zo fjoep in het lichaam van die baby gevlogen.”
“Ja, je was daar, ja, je weet het, jullie weten alles, Don Walther heeft gelijk: De Here God weet alles, alleen Surinamers weten meer.”
“”Begin jij maar minder te zuipen, want anders doe je ook alsof je meer dan Onze Lieve Heer weet.”
“Heren, ik ga m’n handen, mond en glas wassen.”
“Was ze, maar trek geen kabel stuk, anders ben je ook een onverlaat.”

Rappa