Reactie op Hans Breeveld zijn relaas!
10 Apr 2018, 21:32
foto


Mijn reactie op dit relaas en in het bijzonder waarom voor die titel 'Eigen lof stinkt' is gekozen is als volgt: Het feit dat de President de benoeming van de heer Hans Breeveld als voorbeeld tijdens zijn persbriefing heeft gebruikt om aan te geven dat hij niet nu openstaat om andere Surinamers (geen partijgenoten) te benoemen tot minister had een doel (een functie) op dat moment.

Dat dit voor de heer Breeveld aanleiding is om te stellen dat kan worden getwijfeld of met het rekruteren van personen uit andere partijen, men het samendoen met die partijen voor ogen heeft, en wat daarna volgt over zijn eigen benoeming, is precies de aanleiding voor Van der San geweest die titel te gebruiken met de gegeven reactie.

En waarom? Omdat de toonzetting deed vermoeden dat de heer Hans Breeveld inderdaad door Bouterse was gevraagd. Niets is minder waar. De heer Breeveld is niet zonder meer in beeld verschenen maar nadat flink is gelobbyd en enkele elleboogstoten werden uitgedeeld, terwijl het bij alle ingewijden bekend was dat Van der San de kandidaat minister van Binnenlandse Zaken was. Trouwens de Bevelhebber Bouterse had het al besproken met degenen met wie hij bezig was.
Omdat de benoeming van de President toen enigszins werd vertraagd, doordat daarvoor een ⅔ meerderheid vereist was ingevolge de Grondwet, en niet een ieder in De Nationale Assemblee bereid was mee te werken, heb ik als wnd. directeur op Binnenlandse Zaken een nota afgegeven aan de groep formateurs, inhoudende dat voor de benoeming van de Vice-President er geen gekwalificeerde meerderheid noodzakelijk is.

Hierdoor kon de benoeming van de heer Jules Wijdenbosch als Vice-President wel plaatsvinden waardoor hij het ambt van President tot de definitieve benoeming van de heer Kraag als President kon waarnemen. Dit heeft gemaakt dat men in De Nationale Assemblee toen overstag ging, ter voorkoming dat de heer Wijdenbosch (de Vice-President) zou waarnemen als President. Dit terzijde. Na de overwinning in 1992 heeft de Nieuw Front regering beide ambten terstond onder een gekwalificeerde meerderheid gebracht.

In die tussentijd, dus vanaf het moment dat de Bevelhebber Bouterse mij, in het Paleis, vroeg om het ministersambt te aanvaarden, was er meer dan een week verstreken en ik had hem nog geen bericht gestuurd omdat ik nog mijn twijfels had. Tegen beter weten in wordt het volgende door de heer Hans Breeveld geschreven “De heer Van der San verwijt iemand dat die voorkomen heeft dat hij in 1990 minister werd, en zonder deugdelijke argumenten aanvalt vanwege zijn onverwerkte trauma”.

Over pertinente leugen gesproken; ten tijde van het formeren van de raad van ministers was Van der San wnd. directeur op Binnenlandse Zaken, de toenmalige directeur Troon was met ziekte verlof in Nederland. Alle namen van kandidaten voor een ministerspost kwamen bij mij voor verdere afhandeling dus ik was goed op de hoogte van het reilen en zeilen. Omdat ik een houding had van wachten totdat ik weer wordt gevraagd door Bevelhebber Bouterse, wilde de inmiddels gekozen Vice-President, Wijdenbosch deze kwestie met mij bespreken, terwijl ik al wist dat aan de Bevelhebber gerapporteerd was dat Van der San, zou hebben gezegd (ano wani...)

Er was dus geen sprake van een keuze maken voor Binnenlandse Zaken, waardoor Van der San op de schopstoel terecht kwam; van mijn lange leven niet. Omdat de heer Breeveld precies wist welke vuile streek hij samen met de heer Wijdenbosch had uitgehaald, belde hij mij kort voordat ik zijn naam kreeg op met de mededeling dat aan hem gevraagd was de post van minister van Binnenlandse Zaken te bekleden, en hoe ik erover dacht? Mijn antwoord was “als het om jou gaat heb je alle steun” en dat was ook zo.

De man die alles weet wat dit aardse betreft, is de huidige President en tot de dag van vandaag heb ik om principiële redenen geen woord met hem hieromtrent gerept ook niet toen hij mij vorig jaar weer vroeg om minister te worden. Over mijn ministerschap op Justitie en Politie is aan mij gezegd, dat men in die twee maanden meer heeft bereikt dan de zes jaren daarvoor.

Dat zal wel overdreven zijn maar het kwam niet van de eerste de beste (dus niet van een willekeurige persoon). Bovendien de wereld is er inderdaad getuige van dat je ook in de politiek principes kan hebben en dat mijn ministerschap onder een gekozen President, met volledige legitimiteit, heeft plaats gehad. Dus waar heeft de heer Breeveld het over. Over de tijd van zijn functioneren op Binnenlandse Zaken kan ik wel een oordeel vellen.

Over wetenschappelijke vorming heb ik van Prof. Ringeling (Erasmus Universiteit) geleerd dat je kan studeren om een titel vóór of achter je naam, maar dat is niet het doel. Het doel is om te weten.
Tenslotte, ik houd mij niet bezig met de diepzinnigheid van de odo; waarvoor ik zorgdraag is dat ik in mijn handel en wandel steeds “in de rechte verhouding tot de Meester blijf”.

Ik sluit bij deze het verschil van mening met Hans af en ik ben de Opperbouwmeester zo dankbaar dat ik maandagmiddag nog een bezoek heb kunnen brengen aan mijn waarde broeder Arthy Gorré die later op de dag is heengegaan.

Eugène van der San
Advertenties

Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April