De ‘dark side’ van vrijstellingen onder btw
17 Mar 2018, 09:09
foto
Wanneer rekenvoorbeeld 1 wordt vergeleken met rekenvoorbeeld 2 valt op wat het gevolg is van een ondernemer die vrijgesteld presteert in de bedrijfskolom/productieketen.


Aangeboden

Het ministerie van Financiën heeft aangekondigd dat de belasting toegevoegde waarde (btw) per 1 juli 2018 wordt ingevoerd. De economische argumenten voor invoering van btw zijn – mijns inziens - onmiskenbaar. De fiscaal-juridische en uitvoeringsaspecten moeten niettemin niet onderschat worden. Ik doel voornamelijk op de juridische complexiteit van de btw. Die complexiteit wordt door economen weleens onderschat. Maar goed, welke belastingwet is niet ingewikkeld? Voor het gros van de ondernemers zal de btw fiscaal-juridisch niet ingewikkeld zijn, louter administratief bezwarend. Daarentegen kan de toepassing van btw op de overheid en al haar organen behoorlijk omslachtig zijn. Getuige de ruime btw rechtspraak hierover in de Europese Unie. Dat blijkt ook in de GCC-landen (Midden-Oosten) een vraagstuk te zijn, waar btw zeer recentelijk is ingevoerd. Voor die complexe gevallen zal adequate fiscale rechtspraak onontbeerlijk zijn.

Hierna enkele kanttekeningen met betrekking tot vrijstellingen onder btw.
Bepaalde leveringen en diensten zullen zijn vrijgesteld onder de btw. Dat betekent dat op die goederen of diensten geen btw zal rusten. De ondernemer die deze goederen of diensten levert, is dan een zogenoemde ‘vrijgestelde ondernemer’. In beginsel zal men graag van belasting zijn vrijgesteld. Je hoeft immers geen btw-administratie bij te houden. Verricht een ondernemer echter zowel vrijgestelde als belaste prestaties, dan ontstaat er door de vrijstelling geen administratief voordeel, maar een administratief nadeel doordat een splitsing gemaakt moet worden van de inkoop en verkoop.

Ondernemers die zijn vrijgesteld van btw, hebben geen recht op aftrek van de aan hen in rekening gebrachte btw. De btw die de vrijgestelde ondernemer in rekening krijgt gebracht, wordt dan onderdeel van zijn kostprijs. Dat werkt kostprijsverhogend voor de vrijgestelde ondernemer. Als die vrijgestelde prestaties vervolgens worden afgenomen door een belaste (niet-vrijgestelde) ondernemer, ontstaat er cumulatie van btw. Met cumulatie bedoel ik, btw wordt over btw berekend. De belaste ondernemer koopt een goed of dienst in waar btw in de kostprijs zit verwerkt.

Wanneer rekenvoorbeeld 1 wordt vergeleken met rekenvoorbeeld 2 valt op wat het gevolg is van een ondernemer die vrijgesteld presteert in de bedrijfskolom/productieketen. Doordat vrijgestelde ondernemer b zijn voorbelasting niet kan aftrekken, moet hij, om dezelfde winstmarge te houden, zijn verkoopprijs verhogen. Doordat belaste ondernemer c vervolgens geen btw in rekening gebracht krijgt van vrijgestelde ondernemer b moet ook hij zijn prijs verhogen om dezelfde winstmarge te houden. Hierdoor wordt er in totaal meer btw in rekening gebracht – en voldaan – en de effectieve belastingdruk komt boven het nominale tarief liggen. Dit komt doordat er btw over btw berekend wordt (cumulatie van btw).

Het cumulatief effect treedt niet op als de vrijgestelde ondernemer rechtstreeks levert aan de consument en dus de laatste schakel is in een bedrijfskolom. Bijvoorbeeld, een arts levert vrijgestelde diensten aan een patiënt. Hiermee wordt gelijk duidelijk dat een vrijgestelde gezondheidszorg onder de btw, toch te maken zal krijgen met een verhoogde kostprijs.

Bij landbouwers en producenten van grondstoffen voor de lokale markt kan cumulatie van btw met name negatieve effecten hebben, nu zij normaliter aan het begin van de bedrijfskolom staan. Het risico kan ontstaan dat het ‘goedkoper’ is om een bepaalde grondstof te importeren (uit Caricom) dan van een lokale vrijgestelde producent in te kopen. In de Europese Unie is een Landbouwregeling ingesteld om onder meer dit negatief effect voor de landbouwsector zoveel als mogelijk weg te nemen.

Het cumulatief effect kan worden voorkomen door een prestatie niet vrij te stellen maar onder het 0% tarief te brengen. Indien geen enkele prijsstijgingen in de gezondheidszorg door invoering van btw wenselijk zijn, dienen medische prestaties niet vrijgesteld te worden maar tegen 0% btw belast te worden. Het 0% tarief maakt namelijk mogelijk dat de medische ondernemer de in rekening gebrachte btw mag aftrekken en 0% btw rekent op de geleverde diensten aan de patiënt.

Mr. Siegfried G. Kenswil RB
fiscalist/register belastingadviseur
Advertenties