Enorme olieramp na zinken tanker in Oost-Chinese Zee

Chinese schepen zijn in een race om een gigantische olievlek op te ruimen, die is veroorzaakt nadat de Iraanse tanker ‘Sanchi’ zonk in de Oost-Chinese Zee. De olievlek van 120 vierkante kilometer zou naar verluidt afkomstig zijn van de zware brandstof die werd gebruikt om motoren van de tanker aan te drijven.

De olietanker ‘Sanchi’ is zondag nadat het een week continu in vlammen stond gezonken. Chinese functionarissen zeggen dat alle bemanningsleden van de tanker dood zijn.

Het schip vervoerde 136.000 ton ultralichte ruwe olie uit Iran. Dit soort brandstof veroorzaakt een giftige onderwatervlek die vanaf het oppervlak onzichtbaar zou zijn. Zowel de brandstof als de ultralichte olie kan verwoestende schade toebrengen aan het leven in zee.

De ‘Sanchi’ en een vrachtschip botsten op 6 januari 260 km buiten Shanghai, waarna de tanker zuidoostwaarts richting Japan reed. Na de botsing vloog de tanker in brand en brandde meer dan een week voordat hij wegzakte voor de oostkust van China.

Iraanse functionarissen zeggen nu dat alle 32 bemanningsleden - 30 Iraniërs en twee Bengalen - op de tanker zijn gedood. Op maandag verklaarde China Central Television dat een opsporings- en reddingsoperatie was geannuleerd en dat een opruimingsoperatie was begonnen nadat een brand aan het oppervlak was geblust. Ze zeiden dat twee schepen het water bespoten met chemische middelen die waren ontworpen om de olie op te lossen.

De correspondent van de BBC in China, Robin Brant, zegt dat de olievlek sinds zondag meer dan verdubbeld is. De grote zorg is nu voor de milieu-impact, zei hij. Er zou ook een zeer lange condensaatpluim – een ultra-geraffineerde vorm van olie- onder het oppervlak kunnen zijn.

Condensaat, waaruit producten zoals vliegtuigbrandstof worden gemaakt, verschilt sterk van de zwarte olie die vaak wordt aangetroffen bij olieverliezen. Het is giftig, laag in dichtheid en aanzienlijk explosiever dan gewone ruwe olie.

De oorzaak van de botsing is nog steeds niet bekend. Ongeveer 13 schepen en een Iraanse commando-eenheid namen deel aan de bergingsoperatie, te midden van slecht weer. Op zaterdag gingen reddingswerkers aan boord van het schip en vonden de lichamen van twee bemanningsleden in een reddingsboot. Er was slechts één ander lichaam gevonden tijdens de week van de bergingsoperaties. De reddingswerkers haalden ook de zwarte doos van het schip op, maar moesten snel vertrekken door de giftige rook en hoge temperaturen.