Houtbeleid: Feiten of fictie, buigen of barsten?
30 Nov 2017, 20:38
foto


De maatregelen in de houtsector zijn uitgesteld tot 15 januari. Daarna wordt het rondhoutexportbeleid ontmoedigd. De theorie: geen uitvoer rondhout, meer bewerking hout, hogere fiscale waarde.

Kritiek op dit beleid werd gediskwalificeerd tot individueel belang en contra regeringsbeleid. Zonde als rationele, feitelijke en cijfermatige argumenten bestreden worden met beschuldigende sentimenten. Beleidsdiscussies horen met argumenten gevoerd te worden en niet met loze beschuldigingen.

De minister van Handel, Industrie en Toerisme stelt:
(1) Suriname levert lucratief rondhout, (2) is de grondstoffenleverancier voor de wereld, (3) bijna alle landen hebben rondhoutexport verboden, (4) we moeten streven naar lokale productie, industrialisatie en duurzame productie.

Feiten
(1) Surinaams rondhout is niet goedkoop. De gemiddelde wereldmarkt prijs C&F (kosten, vracht en afhandeling) tot eindbestemming (vaak India of China) is US$ 270-290 per kuub. Kostprijs rondhout uit Suriname is US$150 plus US$100 C&F is US$250. (Noot: brutowinst US$20/kuub)

(2) Suriname is geen grondstoffen leverancier voor de wereld. Zeker niet wat rondhout betreft. Er is in de wereld in 2015 (bron: ITTO,FAO) 122 miljoen kuub geëxporteerd, waarvan 226.333 kuub afkomstig is uit Suriname. Dat is 0.18% van de totale wereldexport in rondhout.

(3) Dat nagenoeg alle landen rondhout verboden hebben is pertinent onjuist. Waar komt die 122 miljoen kuub rondhout dan vandaan? Er zijn zo'n 30 landen met een exportverbod op rondhout (Logs Export Ban: LEB). Waarom? Vooral ter bescherming van het bos en het bestrijden van illegale houtkap en houtexport. Suriname heeft geen last van ontbossing (ontbossingsgraad Suriname is kleiner dan 0,1%).
Uit empirische data blijkt dat LEB/exportbeperkingen op kort termijn NIET leiden tot economische voordelen, maar tot verlaging van het bbp, minder valuta op de betalingsbalans, lagere inkomens en verlies van rondhout.

(4) Streven naar value-adding, duurzame, lokale productie moet! Maar via verhoging exportheffing?
Tussen 1930 en 1980 hebben vele Latijns-Amerikaanse landen Import Substitutie Industrialisatie (ISI) toegepast ter ontwikkeling van de lokale industrie. De zogenaamde ‘Infant industry’ waarbij lokale productie door bescherming van de lokale markt uit de kinderfase moest geraken. Het succes bleef uit, omdat andere interne zaken niet in orde waren zoals ervaring, infrastructuur, skills en geld.

Bij kleinschalige economieën bleek het nog erger. Deze beleidsmaatregelen veronderstellen ‘economy of scale’ oftewel schaalvoordelen (kosten per eenheid output dalen bij grotere afname, omdat de vaste kosten gespreid worden over meer eenheden output). Exportbeperking zou ondernemers dwingen tot lokale productie. Maar lokale productie veronderstelt dan ook een lokale markt. In de wereld wordt hout het meest gebruikt voor woningbouw en brandhout. Suriname bouwt met beton; en meer en meer met staal; zelfs dakspanten en kozijnen. De vraag van de Surinaamse markt is te klein.

Ten aanzien van export van bewerkte houtproducten (value-adding door arbeid en technologie) botsen wij tegen lage arbeidskosten en machines in landen als China en India, waardoor de kostprijs lager is dan wij hier kunnen produceren. Het zal niet lang duren dat deuren en kozijnen worden geïmporteerd, als het al niet zo is. Kortom het voorgenomen beleid zal leiden tot vernietiging van de sector, mislukken van de diversificatie van onze economie, kapitaalverlies, verlies van banen, lagere inkomens, minder staatsinkomsten, minder valuta en negatieve effecten op onze betalingsbalans.

Hoge investeringen
De maatregelen riskeren tientallen miljoenen US dollars verlies. Bij een productie capaciteit van 3.000 kuub per maand, is de investering rond de US$ 2,5 miljoen: koopprijs concessie US$ 500.000, equipement (bulldozer, skidders, graafmachines, trucks, loaders , pick-ups etc.) US$ 1,5 miljoen, financiering voorraad hout US$ 500.000. Onze kostprijs (productiekosten: US$ 150 + vracht C&F: US$ 100) is US$ 250. De wereldmarktprijs is tussen US$ 270- US$ 290. Brutowinstmarge tussen US$ 20 en US$ 40. Gemiddelde winst is dus US$ 30 per kuub.

De brutowinst per jaar is 3.000 m3 x 12 maanden x US$ 30 = US$ 1.080.000. De overheadkosten (voor personeel, huur, onderhoud etc.) zijn US$ 25.000 per maand (US$ 300.000 per jaar). De afschrijvingen van equipement (van US$ 1,5 miljoen over 5 jaar) is US$ 300.000 per jaar (ook US$ 25.000 per maand). Brutowinst per jaar is 1.080.000 miljoen minus 600.000 is US$ 480.000 (bedrag voordat inkomstenbelasting is betaald). Terugverdientijd is US$ 2,5 miljoen gedeeld door US$ 480.000 is minimaal 5,2 jaren.

Unfair en Onverstandig
Overigens, de regering gaf 2,8 miljoen ha houtconcessies uit op basis van de beleidsuitgangspunten in het Ontwikkelingsplan 2012-2016. Hierin staat er niets over ‘ontmoediging van houtexport’. In het Ontwikkelingsplan van 2017-2021 staat plotsklaps: het gefaseerd ontmoedigen van de rondhoutexport. Dit is niet alleen unfair naar reeds opererende bedrijven, maar ook onverstandig voor (lokale en buitenlandse) investeerders in de toekomst. Bovendien staan er nog 10 andere, nog te realiseren doelen in dit Plan, zoals fiscale en infrastructurele voorzieningen, personele capaciteitsversterking en investeringskrediet voor nationale private ondernemers, bevorderen wetenschappelijk onderzoek, die nog niet in place zijn. De houtsector is nog niet kostencompetitief.

Wij moeten streven naar grotere exportvolumes, de hele kostenketen verlagen, onze ervaring, kennis, skills opbouwen, infrastructuur en research regelen, onderwijl exporteren, ons hout bekendheid geven, goede relaties en partners selecteren, vertrouwen opbouwen, om zodoende betrouwbare afnemers te vinden voor onze producten met toegevoegde waarde. Dit kost tijd. Maar het werkt. Bekijk maar de visexportsector in Suriname, waarbij er eerst rauw vis werd geëxporteerd en nu
bewerkte en verpakte vis aan buitenlandse supermarkt ketens wordt geleverd.

Ten slotte. Het beste individueel belang is het algemeen belang. Als je het echt goed wilt hebben, moet je medemens het ook goed hebben. In dat opzicht is er inderdaad sprake van een diepgeworteld individueel belang, hetgeen de minister ook toegewenst wordt. Hoe het ook zij, welke beslissing de minister ook neemt, de tijd zal haar getuigenis afleggen. Mislukt ook deze sector dan zal deze minister geen standbeeld verdienen. Niet eens één van hout!


Jules Ramlakhan,
Green Wood World
Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April