Column: Politieke Borrelpraat 370
27 Aug 2017, 22:23
foto


“Zo, na de examenresultaten zijn we ons nu weer eens bezig druk te maken over de koers, de aangekondigde verhogende maatregelen en de ettelijke leningen en dat soort monetaire dingen.”
“Natuurlijk, want die dingen bepalen de koers van ons leven.”
“Oh, die koers, dat klinkt zo boers, we gaan toch naar onze moers, terwijl we liggen ten vloers, want justitie is zonder roers en de dieven liggen overal te loers.”
“Je ziet dat dit land echt draait volgens onze feitelijke wapenspreuk ‘Everything permitted all-hier, vertaald als D.S.Y.W., oftewel Du San Yu Wani.”
“Ik heb ook een mooie afkorting: W.K.H.G.V?”
“Ha, die ken ik: Waar Komt Het Geld Vandaan? Want dat vroeg een van de bellers in de 90 seconden van Bieswaan of hoe hij heet.”
“Ik begrijp geen snars van dat gedoe met dat geld: inderdaad is er geen geld, maar toch is er geld.”
“En we lenen overal geld, dat onze kinderen en kleinkinderen zullen moeten aflossen.”
“Ik zeg: als land moet je dat geleende geld eigenlijk niet terugbetalen; zorg wel dat je de rente trouw betaalt.”
“Wat is dat voor nonsens? Je moet je schuld toch aflossen?”
“Dat doe je als particulier die een lening bij de Wina-, Lina- of Pinabank heeft genomen om schoolspullen te kopen of een auto aan te schaffen. Maar de Centrale Bank van een land leent internationaal, misschien eerst met een aflossingsvrije periode en dan met misschien 3 tot 5% rente per jaar. Stel je leent in totaal één miljard US$ tegen 5% per jaar, dat is iets meer dan 4 miljoen US rente per maand, dat is op te brengen. En dat blijf je gewoon elke maand aflossen.”
“Ja, maar dan blijft die schuld van een miljard.”
“So what. Je betaalt toch trouw de verschuldigde rente? Domme landen zijn bang voor pai-mang, ze nemen geen leningen om in de productie te steken en blijven maar met een sukkelende economie en van de aalmoezen leven.”
“Weet je dat de USA-overheid een nooit meer af te lossen schuld van enkele triljoenen dollars heeft?”
“Maar zo een IMF of andere internationale bank wil z’n geld toch terug?”
“In feite niet, want dan zit hij met het probleem dat hij het weer moet zien uit te lenen. Een bank leeft van de rente op zijn uitgezet kapitaal, niet van het geld dat hij in z’n kluizen oppot.”
“Dus volgens jou doet die Wafdraad iets goeds door overal geld te lenen en alleen de rentes op die leningen af te betalen.”
“Natuurlijk, maar daar zijn wij met onze pras’oso, prenasi en boesie-mentaliteit niet aan gewend; we zien het aangaan van een schuld als iets verschrikkelijks en schelden de man voor alles en nog wat uit.”
“En we zien het IMF als een misdadige financiële instelling die arme landen wilt vernietigen.”
“De meeste arme landen zijn vernietigd door hun eigen leiders, vaak dictators, die zelf in opperste luxe leefden, terwijl mensen in hun land omkwamen van de honger of in burgeroorlogen.”
“Ja, maar hoe maakt onze overheid geld, ik bedoel, er is geen geld, zegt de regering, en toch is er geld. Daar snap ik geen jota van.”
“Ze laten de geldpers weer draaien.”
“Luisteren jullie nou eens even: de Centrale Bank gaat echt geen geld drukken pas als ze dat nodig heeft; er is altijd een flinke hoeveelheid gedrukt geld in voorraad.”
“Maar wat bedoelt men dan als men zegt: ze laten weer geld bijdrukken of zo.”
“Simpel: men bedoelt: er wordt veel ongedekt geld in roulatie gebracht, waardoor de totale geldhoeveelheid in waarde daalt. Dat noemt men monetaire financiering.”
“Ik begrijp het nog steeds niet.”
“Kijk, luister, hoor en versta: stel Opa Delano heeft een kinderfeestje voor een van z’n dertien kleinkinderen en oom Gersy gaat de bar draaien: hij mengt de stroop. Zijn voorraad flessen dikke stroop kan je vergelijken met de voorraad aan deviezen en goudstaven van de Centrale Bank.”
“Ja, mooi en waar, maar die koers, die koers stijgt en alles wordt duurder!”
“Als je verstandelijke vermogens tot de hoogte van de koers gaan, sorry, dan heeft het geen zin dat je verder luistert. Ik zal voor de overigen alhier verder gaan.”
“Ja, meester, ga door; ik moet elke maand wat geld voor m’n studerende zoon overmaken, dus ik voel het aan den lijve.’
“Oké. Oom Gersy staat dus in de bar van dat kinderfeestje; hij heeft 15 flessen dikke rode stroop. Hij giet een hele fles dikke stroop, zo gloek-glok-gloek-glok-gloek, in zo een plastic emmer, bonkt er een hoeveelheid ijs en water in en roert de zaak flink, volgens de verhouding: één fles stroop op een emmer water met ijs, stel die emmer neemt 10 flessen water.”
“Ik verveel, geef me een shot: één deel sopie en drie delen meer sopie.”
“Zuip maar door en blijf maar dom klagen. Nou, dan komen die dorstige kinderen hun cupje stroop halen, dat is het salaris dat de mensen eind van de maand krijgen om te consumeren.”
“Dus die gemengde stroop die je aan die kinderen geeft is ons srd-geld en de mengverhouding met die dikke stroop, de koers, is dan 1 op 10.”
“Helemaal goed, Sjaak. Ga in de politiek, slijm je een weg naar boven en je wordt nog een assembleelid die meehelpt om meer dan 15 jaar erover te doen om een simpele anti-corruptiewet goed te keuren.”
“Gunst, wat zijn we weer eens sarcastisch bezig. Ik ga door: Alles gaat goed, oom Gersy in de kinderbar mengt de ene emmer stroop na de andere. Maar opeens blijkt dat heel wat kinderen hun vriendjes en vriendinnetjes hebben meegenomen, het is toch lekker vakantie. Opa Delano had gerekend op 50 kinderen; nu blijken het zowat 80 te zijn, met nog een paar boroptieng uit de buurt. Oom Gersy geeft op een gegeven moment een noodsignaal aan opa Delano: die stroop is niet voldoende. Plus ze drinken dubbel, want het is extra heet deze middag en ze spelen dyul, elle en dyompo futu bij het leven. Gelukkig zitten ze niet voor een scherm alleen maar te gamen en dik te worden van junk food.”
“Het wordt spannend, wat nu?”
“Nou, opa Delano stuurt snel zijn zoon Dino om stroop bij supermarket Cuba op de hoek te gaan kopen. Maar dan blijkt er een groot probleem.”
“Dinootje heeft niet genoeg geld bij zich om stroop te kopen en de pinmachines van vooral een bepaalde bank zijn allemaal leeg?”
“Nee mang, erger: alle supermarkets zijn dicht, vanwege de ‘Dag der Onbestemde Ontvangenis van Holi Adoel Adjah Borubodur’. Nergens een mogelijkheid om nieuwe flessen dikke stroop te kopen. Dus wat doet opa Delano?”
“Hij jaagt met een stok de helft van die kinderen weg, zoals die overspannen zwarte vrouw in Hilversum tegen lastige witte buurtjongens wilde doen.”
“Nee, zuiplap, zo is opa Delano niet. Hij is een kindvriendelijke ouwpa. Hij zegt aan oom Gersie: ‘Meng nu één fles dikke stroop op anderhalve emmer koud water.”
“Aha, de koers wordt aangepast: van één op 10 naar één op 15.”
“Maar dat is toch een voor-de-gek-houderij? Die stroop wordt gewoon dunner, watra-watra.”
“Ja, maar dat merken die dorstige kindertjes niet meteen; ze zuipen die stroop snel en gaan dan verder ravotten.”
“Maar in feite zou oompie de koers niet moeten aanpassen, maar hun gewoon een half bekertje moeten geven volgens het principe van bezuinigingen.”
“Dan krijg je juist die ontevredenheid en de vraag: waarom krijgen we minder stroop? Dus om ontevredenheid onder het volk, in dit geval de kindertjes, te voorkomen, pas je de mengverhouding sluipfasi aan.”
“Maar dan moeten we als land meer produceren, willen we de koers stabiel houden, om te voorkomen dat er meer water in onze stroop wordt gedaan, ons geld in waarde daalt en alle importen duurder worden.”
“Mensen die dat zeggen, vergeten dat ‘meer produceren’ veel investeringen vraagt. En wat gaan we meer produceren? De beste mogelijkheid is de productie van kip. Kijk hoe moeilijk dat is om tegen de import van buitenlandse kip en mais voor kippenvoer te concurreren.”
“Maar hoe komt dat, ik bedoel, mais groeit toch hier ook?”
“Jawel, maar ga het goedkoper produceren dan die buitenlandse producent. En al behoren we tot de wereldtop van kip-eters, met een half miljoen aan bevolking zijn we commercieel nog te klein voor de commerciële productie van vele producten. Je gaat eerst met kleine en middelgrote boeren moeten beginnen, maar interesseer nou eens even zeg maar tweeduizend jongeren om in de kipproductie te gaan, geef ze een on the job training en financier hun kleinbedrijf. Ga, probeer.”
“En wat zullen die verhogende maatregelen zijn die Bouta heeft aangekondigd? Zal de middenklasse verder worden uitgeknepen, de sociaal-zwakkeren verder beschermd en gesubsidieerd worden evenals de rijken?”
“Dan gaan we woelige tijden tegemoet. Iedereen zal moeten inleveren, brede schouders, gewone schouders en smalle schouders. Men moet nou eens ophouden met dat oneerlijk en eenzijdig sociaal beleid.”
“Als papa zegt: ‘zuinig met stroom en water in huis’, dan moet dat voor iedereen in dat huis gelden, en niet dat de kleintjes maar uitgebreid mogen spetteren in de badkamer en urenlang voor de tv mogen zitten en in de airco slapen, maar de groteren mogen tot twee uur in de nacht alleen die fan draaien, anders is het drie uur in de nacht: ‘ga die tuinslang halen, la me jullie discipline leren.”
“Baya, dus zo simpel is dit echt niet op te lossen. Laten we nog ‘eentje voor the road nemen’ en dan netjes naar huis gaan. Proost.”

Rappa
Advertenties