Column: Nummer
22 Aug 2017, 12:23
foto
Stanley Ramkhelawan, gast columnist


In de huidige gedigitaliseerde maatschappij heb je voor bijna alles een nummer nodig. Zonder een nummer kom je of ben je nergens. Je hebt een paspoortnummer, een bankrekeningnummer, ID-nummer, studentnummer, telefoonnummer, kentekennummer en ga zo maar. In de Nederlandse maatschappij is er één nummer waar je niet zonder kunt. Want wie bijvoorbeeld van 'buiten' komt doet er alles aan om dat ene nummer te verkrijgen. Dat is het zogenaamde BSN– Burger Service Nummer. In het woord 'service' in dit nummer zit iets ongemakkelijks. Service suggereert een zekere mate van vriendelijkheid. Of het nou om dienstverlening gaat, bediening of de wijze waarop je als klant bejegend wenst te worden. Als je service krijgt, voelt het gewoon prettig aan. Al betaal je flink voor de verleende service.

Vrienden en familieleden die een tijdje uit Nederland zijn weggeweest en nu bijvoorbeeld voor schoolgaande of studerende kinderen weer hier zijn, maken dingen mee. Omdat de scholen al in augustus beginnen, moest één van mijn vrienden zijn kind inschrijven. Maar dan begint het geschuif met de nummers. Je zoekt het telefoonnummer van de school waar jij je kind graag op ziet; maakt een afspraak voor de inschrijving. Zonder een geldig BSN kan dat echter niet. Om dat te krijgen, zal je eerst bekend moeten zijn bij de gemeente (Gemeentelijk Basis Administratie). Vroeger kon je gewoon naar het stadskantoor, trok een nummer en zodra je aan de beurt was kon de inschrijving worden afgehandeld. Nu moet je eerst via het digitale loket of telefonisch een afspraak maken om je in te kunnen schrijven. Als je pech hebt, kan dat zomaar twee weken duren voordat je ingepland wordt.

Ondertussen zit je maar te peinzen “maar m’n kind moet al volgende week beginnen met zijn school of studie; als die inschrijving deze week niet lukt, kan hij ook niet beginnen”. Heb je een afspraak en ben je eenmaal aan de balie, dan kan het gebeuren dat je een document vergeten bent. Mooie pech! Want als je met een “regelfetisj” aan de balie te maken hebt, zegt deze “sorry, we kunnen uw zoon/dochter niet inschrijven”. Je kijkt deze medewerkster (veelal dames) dan vriendelijk doch onderdanig aan en verzoekt “maar mevrouw, kunt u uw teamleider niet vragen ….”. Daar sta je dan. Hoogopgeleid, carrière gemaakt, voldoende valuta op zak, iemand met aanzien en status in Su overgeleverd aan een baliemedewerker van een gemeentelijke dienst, veelal in de onderste regionen van het functiegebouw en salarisschaal. Welkom in het nieuwe Holland, denk je bij jezelf.

In Su zou jij zélf niet eens aan de balie verschijnen. Je belt de directeur of iemand anders die je kent en die zorgt ervoor dat het geregeld wordt. Noem dat mijn part “voorkeursbehandeling”, “regelen” of een lichte vorm van corruptie. Maar ooh, wat voelt die service prettig aan. Je bent in deze ogenschijnlijk geoliede maatschappij met al zijn dienstverlenende instituten niet meer dan een nummer.

En toch hoor ik van mijn vrienden in de diaspora ook een andere, prettige kant dat je een “nummer” bent. Zij ervaren deze maatschappij als prettig. Het zijn van een nummer of verworden tot een nummer in deze maatschappij brengt ook voordelen met zich mee. Of zoals één het verwoorde: “het is voor de mensen heel gemakkelijk gemaakt; zolang er op je bankrekening voldoende valuta staat, hoef je met die betaalpas alleen langs het pinapparaat. Waar je ook bent. Bij een benzinepomp, een restaurant, supermarkt, Ikea of de Bijenkorf. Het maakt niet uit. Je wordt altijd stipt geholpen”. Een andere prettige bijkomstigheid van het zijn van een “nummer” is dat het ook een zekere mate van anonimiteit met zich meebrengt.

Het voelt prettig en het is heerlijk om je overal te begeven, zonder dat je wordt herkend. Wat deze mensen echter vergeten is dat elke verplaatsing, met de auto of met het openbaar vervoer geregistreerd wordt. Er is ook zoiets als “big brother is watching you” met alle camera’s, kentekenregistraties op de snelwegen, in- en uitchecken in het openbaar vervoer. En toch is deze vorm van registratie en controle niets vergeleken bij wat ik van mijn Su vrienden hoor. Als je bijvoorbeeld na een dag hard werken ’s avonds met je partner een glaasje gaat drinken, weten je collega’s of medewerkers binnen no time dat je met “iemand zat te zuipen”.

Terwijl je gewoon van een dyogo of een heerlijke punch zat te genieten. Een ander voorbeeld uit eigen ervaring. Je gaat met oud studievriendin of iemand die je in het vliegtuig hebt ontmoet wat drinken bij een van de hotspots in Su. De volgende dag al weet de hele familie “ai, die broertje of neefje van je was daar en daar met een vrouw”. Om maar niet te spreken over het volgende. Rij weg met een voor je naaste omgeving onbekende dame naast je in de auto. Geheid dat je na verloop van tijd de vraag krijgt “naar welk hotel ben je met haar geweest”? Die dame in kwestie kan een familielid zijn, je eigen partner of gewoon een zakelijke relatie. In dit opzicht is het heerlijk om maar gewoon een nummer te zijn.

Stanley Ramkhelawan (is gast columnist en schrijft over zijn observaties in de Su-Ned disapora)
Advertenties

Tuesday 23 April
Monday 22 April