Link is links en recht is rechts
03 Jul 2017, 09:32
foto


Lang, heel lang heb ik me afgevraagd hoe het komt dat wat we allemaal zien, zo verschillend wordt geïnterpreteerd. Dat we naar feiten kijken, vaststaande feiten met onomstotelijk bewijs en toch van mening verschillen. Tot gisternacht. Toen ik in de verte de zwaailichten zag wist ik dat het fout zat. De brokstukken van wat eens een brommer was en een gehavende auto werden van de Kwattaweg afgevoerd.

Het ambulancepersoneel in gesprek met elkaar, en de agent die luidkeels met de chauffeur aan het discussiëren was. Hij vond het belangrijk dat niet alleen de autobestuurder, maar waarschijnlijk ook het publiek begreep dat hij gelijk had. Terwijl hij, met het stoffelijke overschot aan zijn voeten, schreeuwde “waar ligt de man, links, is dìt links?”, liep een ander rechts langzaam om het lijk. Streelde over het gelaat en deed toen de doek erover om ernaast te zitten en stevig te knijpen in een levenloze hand.

De agent bracht onbewust weinig respect op voor het lijk, de chauffeur moest zijn ongelijk weerspreken, de cameraman zocht gewoon een goede angle en de nabestaande zat alleen zijn leed te verwerken. Allen onlosmakelijk met elkaar verbonden. Allen met verschillende belangen, invalshoeken en eventueel verschillende zienswijzen.

Toen begreep ik het 8 decemberproces anders. Bij het aanhoren van het requisitoir dacht ik dat elke NDP’er en of Boutist zich meteen zou bekeren. Ik voelde rillingen over mijn schouders gaan toen ik de bewijslast aanhoorde en moet toegeven dat ik even angstig naar de deur van de rechtszaal staarde elke keer als die openging. In me hoofd hoorde ik boetsen marcheren. Je moet je voorstellen, Mr. Elgin sprak net erover hoe de slachtoffers een voor een gehaald werden en tussen de lijken van anderen werden weggeschoten. Toen hij het had over de werknemer van het lijkenhuis, die op eigen houtje besloot de lijken toch maar te ontdoen van zand en bloed, zodat de familie tenminste dat bespaard bleef, voelde ik de tranen achter mijn ogen prikkelen. Ik wilde Sandew Hira haten, “ik bedoel hoe kan je...” Van mij mochten ze Ocer platbranden. Tot dit ongeval.

De autobestuurder zou, afhankelijk van zijn verklaring en de omstandigheden, een vrij man of een gevangene zijn. Zijn familie en vrienden zullen hem ondersteunen, de één meer dan de ander. De nabestaande zal uiteindelijk moeten begraven. Die familie zal in rouw gedompeld zijn. De agent is een ervaring rijker en zal, als alles goed is door zijn meerdere getipt worden. Verschillende mensen, met verschillende emoties. Allen gaan ze hun eigen weg op.

Wij hoeven als natie dat niet te doen. Sterker nog, wij kunnen het ons niet permitteren tegenover elkaar te blijven staan. “Boi, yu w’wan ne volg; als Bouta weggaat zijn al onze problemen opgelost. A man na a probleem!”. “Da wie gaat hem weghalen, yu?” Twee kampen die eigenlijk gewoon één zijn. Nu begrijp ik ze, nu begrijp ik ons. Begrijpen is niet perse een kant kiezen,” zei me beste vriendin tegen mij. Ze wilde niet bij naam genoemd worden, vanwege het feit dat men dit mogelijk niet zou begrijpen en haar een kant zou toewijzen. De vraag is welke kant is Suriname?

Alven Roosveld
Advertenties