Nerkust: Vooraf gewezen op belastingdruk bezoldiging
29 May 2017, 05:43
foto
Voorbeeld van een salarisstrook. Hierbij is de relatie tussen de bezoldiging en de belasting belangrijk.


Dat het huidige belastingregime op de herwaarderingsbezoldiging zou worden losgelaten was voorspelbaar. Dit is immers de Wet Loonbelasting die op dit moment van toepassing is. Hierbij verwijs ik naar het artikel dat op 1 mei, via Starnieuws met als kop: Nerkust: Niet vlekkeloos uitbetalen geen reden voor staking. Uit de statistieken van deze nieuwssite blijkt dat deze op die dag bezocht is geworden door 133.503 bezoekers.

Als we uitgaan van het aantal leerkrachten (zeg maar ongeveer 12.000), dan ga je ervan uit dat tegen de achtergrond van het feit dat van leerkrachten mag worden verwacht dat de meesten het nieuws volgen om up-to-date te blijven het artikel ook hebben gelezen. In het artikel is toen het volgende aangegeven:
“dat hoewel de leerkrachten in bezoldiging vooruit zijn gegaan bij de transformatie van de Fiso-bezoldiging (loonslip eind maart 2017) naar de herwaarderingsbezoldiging (loonslip eind april 2017), velen verbaasd waren over het feit dat ze netto niet of nauwelijks vooruit zijn gegaan. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat als iemand een bezoldiging ontvangt van boven de SRD 3000, gaat van elke SRD die extra ontvangen wordt, er 56% van af. De opbouw is 38% belasting 4% SZF 4% AOV en 10% Pensioenpremie; samen 56%.”

“Terwijl in de 4e graad, de bezoldigingen nog net onder SRD 3000 zitten (het maximum is SRD 3020) ontvangen de leerkrachten met de bevoegdheden die behoren tot graden 3c, b, a en 2c en daarboven, boven SRD 3000.
Was de loonbelastinginhouding SRD 263,66 bij een brutoloon van SRD 2227 eind maart 2017, bij de bezoldiging van eind april 2017 is bij een brutoloon van SRD 3760,00 de loonbelastinginhouding SRD 657,26. Dat is de consequentie bij meer verdienen. Met fiscaal deskundigen en de regering zal moeten worden nagegaan of het huidige belastingregime niet kan worden veranderd ten voordele van de werkers.”

Daarnaast had ik ook in een eerder artikel van 8 mei 2017 opgenomen wat ik op de persconferentie van 8 mei 2017 had gezegd t.w. ”Een belangrijk deel van de leerkrachten dat nu actie voert, al volledig is gewaardeerd per eind april 2017. Met name de leerkrachten met de bevoegdheden 4e graad, 3e graad a,b en c alsook 2e graad 2c. De bevoegdheden met de graden 2b en 2a en 1e graad zouden in eerste aanleg eind juni 2017 volgen hetgeen inmiddels eind mei 2017 is geworden.”

Ook op de Buitengewone algemene ledenvergadering van de KOB gehouden op 4 mei 2017 heb ik als voorzitter via een voorbeeld op een screen de leden een vergelijking laten zien van loonslips met de nadruk op de bezoldiging in relatie tot de loonbelasting.

Gemakshalve zijn in dit overzicht (zie boven) de overige componenten op de loonslip even buiten beschouwing gelaten. Maar een belangrijk deel van de leden was op die bewuste vergadering hierin niet geïnteresseerd, maar had zich slechts gericht op het opzettelijk verstoren van de vergadering. Nu zijn ze met de feiten op de neus gedrukt!


Marcellino Nerkust
Fols-president/KOB-voorzitter

Paramaribo, 28 mei 2017
Advertenties

Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April