Column: Politieke Borrelpraat 353
30 Apr 2017, 22:38
foto


“Zo heren, aanstaande dinsdag gaan onze kinderen weer…. niet naar school.”
“Ik heb m’n zoon en dochter gezegd dat ze hun kinderen naar school moeten sturen.”
“Maar als die leerkrachten niet komen opdagen?”
“Een belangrijk deel zal wel komen opdagen en dan zal de school op de een of andere manier moeten draaien.”
“Ben ik eens. Ik heb de mijne ook gezegd: stuur die kinderen naar school, dat is onze plicht. Als we hen niet sturen, hebben een stelletje luilakken en uilskuikens een reden om te zeggen: kijk, die kinderen zijn niet komen opdagen, de school is leeg, ik ga naar huis en morgen blijf ik als L.L. oftewel Luie Leerkracht, ook thuis.”
“Ze zijn niet lui; ze hebben het financieel moeilijk.”
“Iedereen heeft het moeilijk; moeten we daarom allemaal thuis blijven?”
“Je verzuimt onwettig en wordt netjes doorbetaald. Dit kan zo niet doorgaan. Gewoon ‘no work, no pay’ toepassen. Of salarisblokkade.”
“Ja, maar dat zou olie op het vuur zijn; de staking zou zich dan kunnen uitbreiden.”
“Da wat! Mek’a bos, dan zijn we ervan af.”
“Makkelijk gezegd, maar dan kan je het schooljaar op je buik schrijven.”
“Dan schrijven we maar een keertje een schooljaar op onze buik!”
“Ooow, wat een simpel alcoholisch gebral, maar de schade zal dan jaren duren om te herstellen.”
“Dan zal het dan maar jaren duren. Maar dan zijn we van dit gehaal en getrek, net zoals daar bij de poort van het Belastingkantoor, af.”
“Het is maar de vraag of we er dan vanaf zullen zijn. Nee, met de botte bijl erop inhakken, lijkt me niet gezond.”
“En misschien is het dat wat bepaalde machten en krachten achter de schermen willen: met zulke prikacties de zaak steeds ontregelen, totdat een driftkikker aan de top z’n hoofd verliest, abangi’s en soet trowe’s uitbraakt en de zaak met doodskopmaskers hard aanpakt.”
“En dat dan de rest van de onderwijzers, leerlingen, ouders, we zijn moe-mensen, Holland-opstokers en schreeuwtantes zich massaal keert tegen het ministerie van Onderwijs, tegen de regering en vooral tegen dat monster Bouta dat van alles de schuld krijgt.”
“Het zou me niet verbazen als de zoveelste zeekabel-internetstoring ook aan hem toegeschreven zal worden.”
“Ja, makkelijk: geef eentje de schuld van het collectieve falen, om dan een stel verschoten en verouderd geboefte weer aan de macht te helpen; dan zal alles opeens weer goed gaan, zal de corruptie ophouden en zal de koers weer op 2.8 komen en daar stabiel blijven en dat soort dromerige dingen.”
“Kan me niet schelen, maar deze regering moet weg, weg, weg; Bouta joe moe gwe, gwe, gwe, gwe…”
“Mang, hou op met dat gekwijl.”
“Maar minister Robert die niet de Pineut wil zijn, erkent wel in een netjes bericht dat er fouten zijn gemaakt bij de uitbetaling van de herwaardering en dat er aan correctie gewerkt wordt en dat het derde kwartaal cruciaal is.”
“Ja, bij ons luidt het spreekwoord: waar er fouten gemaakt worden, wordt er gewerkt.”
“Zie je, dat bedoel ik nou: zet die lamlendige overheidsadministratie met halve dommies, hele luilakken en sluipfasi-saboteurs zwaar onder druk, zodat de leidinggevenden hun ambtenaren ook flink opjagen om hun werk correct te doen.”
“Scheer onze bureau-ambtenaren niet over één kam; er zijn er genoeg die hun werk naar behoren doen, maar ja, een paar rotte appels in de mand maken al het fruit te schand.”
“Dan traceer potverdorie die rotte appels en haal ze eruit in plaats van maar dienstreizen te maken.”
“Je hebt makkelijk praats; ga eens een overheidsministerie draaien, dan zal je anders kraaien. Je moet kunnen laveren, en nogmaals laveren, zonder te flaneren, anders gaan ze je blameren en je frustreren en zal je met je hele beleid en al creperen.”
“Of je gaat je openbaarlijk moeten excuseren voor je verbale acclabari en flambatie, vanwege je korte lontatie.”
“Zo gaan wij voort onszelf te duperen, alleen maar omdat wij de zoveelste spokendans organiseren om tussentijds aan de macht te komen.”
“Ai, werkelijk; sinds het einde van de jaren zestig hebben ettelijke machtswellustige groepjes met stakingen, acties en onszelf duperen geprobeerd om met burgerlijke ongehoorzaamheid politieke macht te verwerven.”
“Maar was dit het niet wat Anton de Kom wilde? Met uitgebuite, ontevreden immigranten en werklozen proberen die toen al corrupte en dictatoriale koloniale overheid omver te werpen?”
“Ik denk het ook.”
“Ja, en toen hij gearresteerd werd en de massa zijn vrijlating opwachtte op het verboden Plein van Oranje bij het Witte Huis, werd er na sommaties met scherp op hen geschoten, waarbij er twee doden en 22 gewonden vielen. Jawel, op 7 februari 1933.”
“Toen werd Anton-mi-boi op 10 mei 1933 snel-snel op de boot naar Nederland gezet. In 1934 publiceerde hij zijn boek ‘Wij slaven van Suriname’ en in 1945 stierf hij in een Duits concentratiekamp.” “En na zijn uitzetting ging de uitbuiting van de arbeidende klasse in dit arbeidersonvriendelijk land rustig voort.”
“Maar waarom wil die Doestige Surined-vrouw die film die ze over Anton de Kom heeft gemaakt niet uitlenen aan de ambassade van Suriname in Zuid-Afrika om te vertonen op het filmfestival aldaar?”
“Ze zegt dit te doen uit protest tegen de beelden die ze heeft gezien over het brute, hardhandige, barbaarse en dictatoriale optreden van de ordepolitie tegen vreedzame betogers.”
“Neem me niet kwalijk, maar wat voor geouwe%&$# is dit? Juist moest je die film hebben uitgeleend aan onze ambassade aldaar om juist de anti-dictatoriale boodschap te laten zien.”
“En dan kon de wereld ook zien dat we vanaf de koloniale tijd een alles behalve democratische samenleving zijn geweest. Dat van vandaag is een erfenis uit die tijd.”
“Dan had ze beter gescoord en ons als democratische krachten alhier een betere ondersteuning gegeven.”
“Inderdaad, door mee te doen aan het simplistische ‘stemming kweken tegen Bouta’ help je ons geen meter vooruit. Je zit meer je eigen anti-Boutaoorlogje te voeren.”
“En men maakt weer eens gratis negatieve reclame voor die man. Zij houden hem zodoende in stand.”
“Het schijnt alsof een aantal van die lui daar aan de Noordzee elke gelegenheid te baat nemen fu pori un lobi kondre dyaso.”
“Maar zeg eerlijk: geven wij deze mensen niet op een presenteerblaadje steeds de gelegenheid om dat te doen? Kijk hoe we onderling leven: een elite-regeerclub knijpt de middenstand uit om zijn arme-volk-zoethouderij te bekostigen.”
“Laat dan deze middenstand, in feite de grootste werkgever in dit land, massaal z’n bedrijven en alles sluiten en z’n werknemers op wachtgeld zetten, totdat die anti-middenklasse regeerclub z’n beleid naar hen toe drastisch wijzigt.”
“No mang, ie law no? Dat kunnen we niet doen, dan gaan we failliet.”
“Oh, dus dan pas gaan jullie failliet, niet nu? Dan wat zeuren jullie middenklassers dan dat jullie kapot gaan en gewurgd worden en dat soort dingen? Maar jullie zijn te gierig om meer bij te dragen aan de algemene pot, en een beetje van die miljarden dollars die jullie opgepot hebben op buitenlandse banken hierheen te halen om in jullie eigen bedrijven en je werknemers te herinvesteren. Maar jullie willen wel maximaal profiteren van al die gesubsidieerde nutsvoorzieningen.”
“Is niet waar, wat een communistische onzin kraai je uit, we gaan echt kapot, we gaan echt failliet door dat beleid van dat monster en z’n linkse en door-en-door corrupte monstertjes.”
“Mang, ik word moe van jullie stijf oude-wijvengekijf en dat onproductief achteraf geklaag. Dan heb ik er veel meer aan om eigen ondernemers op de Made in SU-beurs te gaan steunen in hun streven een eigen productie-economie op gang te brengen en uit te bouwen, want daar zit de ware motor van onze economie en niet bij die baws en bobbo’s die maar uit eigen gewin met alle politieke winden meewaaien en goedgelovige mensen aanzetten om op straat ‘vreedzaam’ te gaan razen, tieren en schelden.”
“Ga jij dan maar een van deze dagen op de berm meeschreeuwen tot je paars ziet.”
“Daar drink ik wel op. Proost.”
“Neks no proost gi mi.”

Rappa
Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April