Colombia begraaft eerste slachtoffers Mocoa-ramp

De Colombiaanse president heeft een "economische, sociale en ecologische noodsituatie" verklaard, terwijl de eerste slachtoffers van de aardverschuiving in Mocoa te rusten worden gelegd. President Juan Manuel Santos zegt dat de regering ook US$ 13,9 miljoen heeft uitgetrokken voor "de aanpak van humanitaire prioriteiten".

Tegelijkertijd zijn de eerste slachtoffers van de aardverschuiving van zaterdag begraven. Het dodental is nu op 262, terwijl er nog steeds wordt gezocht naar overlevenden. Het Rode Kruis vertelt aan persbureau AFP dat hij nog binnen de tijdspanne van 72 uur is, waarin hij hoopt mensen levend te vinden.

De hoop onder de bewoners vervaagd echter. Ze zoeken nog steeds wanhopig naar familieleden in de stortvloed van modder, rotsen en puin. Mocoa, in het zuidwesten van het land, was een stad met 40.000 inwoners. Zaterdagochtend brak voor de bewoners de hel los na een nacht van zeer zware regenval. Het waterpeil in de Mocoa rivier en drie zijrivieren steeg en volgde er een overstroming die hele wijken heeft weggeveegd.

De 39-jarige Ercy Lopez heeft de ramp overleefd door zich aan een boom te klemmen. Ze zegt dat mensen nog steeds zoeken naar haar 22-jarige dochter Diana Vanesa. "De hoop om haar levend te vinden zijn nu gering," vertelt ze aan AFP. De overlevenden wachten nu op de komst van humanitaire hulp. De krant El Espectador meldt dat er minstens 40 ton humanitaire hulp op weg is naar de stad, met inbegrip van 2.000 voedselpakketten en 1.000 tenten. Ondertussen heeft president Santos gezegd dat er 7.000 dekens en 6.000 matten zijn afgeleverd, tekent El Pais op.

Zondag hebben de Colombiaanse Farc-rebellen aangeboden om te helpen bij de wederopbouw van de stad, maar de overheid heeft hun aanbod nog niet goedgekeurd. President Santos heeft gezworen te investeren in het gebied opdat Mocoa beter wordt dan het was. Hij heeft de minister van Defensie, Luis Carlos Villegas, verantwoordelijk gesteld voor de wederopbouw van de stad. Maar critici van president Santos zeggen dat er meer had moeten gebeuren om het gebied te beschermen tegen dergelijke rampen.