LVV werkt aan rijstvoorziening binnenland
24 Mar 2017, 15:23
foto
Er wordt onderzocht welke variëteiten van hooglandrijst het best gedijen in Suriname. (Foto's: LVV)


Het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV)doet er alles aan om de teelt van drooglandrijst, bekend als bergi alesi, landelijk te stimuleren. Op dit moment wordt gewerkt aan zaaizaadvermeerdering van verschillende variëteiten van dit gewas. Minister Soeresh Algoe van LVV zegt aan Starnieuws dat hij ernaar streeft dat het binnenland zelfvoorzienend wordt voor zijn rijstbehoefte.

De bewindsman legt uit dat met de uitvoering van het project Support to the Improvement of Upland Rice Cultivation in Suriname, er gekeken wordt naar opbrengstvermeerdering van de productie. In het binnenland wordt bergi alesi geteeld tussen andere gewassen in. Het gaat om kleinschalige rijstbouw. Algoe legt uit dat met het project is bewezen dat de opbrengsten per hectare tot bijna viermaal kunnen toenemen, van 900 kilo tot 3.000 kilo. Hij wijst erop dat als de binnenlandbewoners in hun eigen rijstbehoefte kunnen voorzien, zij de dure transportkosten vanuit de stad niet hoeven te betalen. Volgens cijfers van de laatste landbouwtelling in 2009 consumeert het binnenland jaarlijks 8.000 ton rijst.

Een ander voordeel van de verschillende variëteiten is dat ze in de regenperiode kunnen kiezen tussen variëteiten zodat ze altijd rijst hebben. Sommige variëteiten hebben een groeiperiode van 95 tot 100 dagen en andere 140 tot 150 dagen. Door twee variëteiten te planten, legt de minister uit, kun je op verschillende momenten oogsten.

Het project dat samen met Brazilië en Nieuw Zeeland wordt uitgevoerd en twee jaar duurt, heeft een kostenplaatje van ongeveer US$ 1 miljoen. Suriname komt in met een kwart van het bedrag. Algoe legt uit dat de kosten hoog zijn voor transport en verblijf van de deskundigen en slokken vooral de analyses veel geld op. Vorig jaar zijn in eerste fase van het project drooglandrijstproefvelden aangelegd. Eind augustus vorig jaar is te Victoria in Brokopondo voor het eerst geoogst. Vervolgens zijn demonstratie velden opgezet, waarbij is gewerkt met de resultaten van de proefvelden. Te Klaaskreek, Brokopondo Centrum en Nieuw Pokigron staan de demonstratie arealen. Het project bevindt zich in de derde fase, zaaizaadproductie om de zaden landelijk te verdelen.

Minister Algoe zegt dat de belangstelling heel groot is. De plaatselijke bevolking is actief betrokken geweest en het wachten is nu op de zaden. Hij wijst erop dat de zaden zullen worden verdeeld aan binnenlandbewoners die daar belangstelling voor hebben. Er zijn ook train de trainers cursussen geweest, dus zit het volgens de bewindsman ook goed met de begeleiding. Hij wil het project verder uitbreiden naar het district Marowijne en overal waar er aan rijstbouw in het binnenland wordt gedaan.

Het project dat een duur van twee jaar heeft, loopt in november af. De bewindsman benadrukt dat het bij deze gaat om de hooglandrijst in het land te verbeteren om de voedselzekerheid voor de binnenlandbewoners te garanderen. Hij zegt dat behalve de nieuwe veredelde Braziliaanse variëteiten, de drie lokale variëteiten zullen blijven behouden. “We moeten de lokale variëteiten verbeteren en uitbreiden.” Traditioneel planten de binnenlandbewoners de Topi-Topi, de Watra Lanti en Koeli Alesi. De Braziliaanse variëteiten zijn geproduceerd via een veredelingsprogramma en zijn resistent tegen ziektes en plagen. Het gaat om BRS Sertaneja, BRS Pepita, BRS Curinga, en BRS Esmeralda.
Advertenties

Tuesday 19 March
Monday 18 March
Sunday 17 March