Column: Politieke Borrelpraat 313
24 Jul 2016, 22:57
foto
Mensen vertrekken van recreatiecentrum Zanderij 1. Dit oord is gesloten door de bestuursdienst van Para. (Foto: BIC Para)


“Heren, in geval je de Para ingaat om een koele kolakriki of blakawatra op te zoeken: de bestuursdienst van Para heeft het recreatiecentrum Zanderij 1 met directe ingang gesloten.”
“Wacht even, dat is achter dat Jan Starke Opleidingscentrum; je rijdt een stuk naar achteren dan kom je bij een kreekje.”
“Ja, daar. Er was geen lifeguard, geen EHBO-voorziening, geen sanitair, geen dieptelatten en dat soort dingen. En de bezoekers konden hun entreegeld terughalen bij de beheerder.”
“Nog mooier! Het is toch een overheidsding, dat Starke Opleidingscentrum? Wordt er dan een registratie van de inkomsten bijgehouden en wordt het geld wel in 's landskas gestort?”
“Soh! Mooie vraag. Zo niet, dan is er sprake van een economisch delict, dus een strafbaar feit, nog wel door een overheidsinstantie. De CLAD moet worden ingeschakeld.”
“Heren, heren, rustig aan! Niet zo doordrammen, niet zo argwanend zijn en overal corruptie zien.”
“Nou, we hebben al genoeg van dit soort dingen in den lande meegemaakt; dat maakt je argwanend en alert.”
“Maar het moet niet zijn: ‘Efu sneki beti yu, yu frede woron’, oftewel: Als je eens door een slang gebeten bent, word je al bang bij het zien van een regenworm.”
“En wat zeg je dan van dat steeds weer smijten van vuil op de bermen van wegen in minder bewoonde buurten?”
“Ai, dat is een ramp; er zijn onder ons lieden die hiermee een verderfelijke mentaliteit annex gedrag ten toon spreiden.”
“Kijk die troep die men maakt aan de Schmelzweg, daar in Noord. DeeCee Miranda laat vandaag opruimen en de dag daarop gaat dat dumpen ijskoud door.”
“Maar deze keer is hij terecht uit z’n dak gegaan, vooral toen een stel onverlaten rommel van een apotheek, dus chemisch gevaarlijke troep, daar dumpten en nog erbij in brand stak.”
“Ik vind dat hij nog coulant is geweest om die apotheek maar SRD 500 te laten betalen, zijnde de opruimingskosten. Ik had gewoon 5000 SRD geёist en als de apotheek was komen soebatten, bedelen en huilen, had ik het naar 2.500 teruggebracht.”
”En stel de apotheek had niet willen betalen?”
“Dan zou ik de naam bekendmaken, klari. Net zoals ze moeten doen met die restaurants en eethuisjes met die smerige keukens.”
“Dat is in feite chantage, dat kan je als overheid niet maken.”
“Plus de bestuursdienst heeft niet de wettelijke bevoegdheid om boetes te heffen en te innen. Vandaar dat de constructie van ‘compensatie van de opruimingskosten’ is toegepast. Net zoiets als je een verhoging van materiaalkosten doorvoert in plaats van schoolgeld te vragen, want dat is bij wet is afgeschaft.”
“Even voortbordurend op onderwijsgebied: hoe vonden jullie die clash tussen Minister Robert en Wilgo Briefcase? ‘Ga je me dwingen?’ ‘Ja, ik ga je dwingen.’ ‘Wel, dan geef ik de mic af en draai m’n go-go-Gadget voor je en ik loop weg.”
“Tja, beiden niet bepaald een lichtend opvoedend voorbeeld.”
“Hoe bedoel je? Robert kies Wilgo mooi; die wil maar steeds het beleid op onderwijsgebied bepalen, maar er komen alleen maar stommiteiten uit de bus, zoals dat Viezo-ding voor leraren.”
“Klopt! Zo heeft Wilgootje het upgraden van het Kweekschoolonderwijs samen met de toenmalige president om zeep geholpen. LBGO-meisjes mochten toen wel naar de Kweekschool en alsjeblieft niet naar zijn koninkrijk, het IMEAO.”
“Wacht even, werd daar niet het jarenlang gedegen voorbereidend werk van wijlen de deskundige collega Linda A. om zeep geholpen?”
“Klopt, en zie nu de neerwaartse gang van ons onderwijs, vooral aan de basis.”
“Ik vind: een juf van de kleuterschool en lagere school moet bij voorkeur de schooltaal als moedertaal hebben meegehad.”
“Een nogal discutabele uitspraak. Maar om op die clash tussen Wilgo en Robert terug te komen: is die aanpassing van het IMEAO door het Pineut-ministerie wel terecht?”
“Natuurlijk! Je gaat toch niet voor een paar leerlingen een heel niveau draaien, met leerkrachten, lesuren, lokalen en alles erbij? Om dezelfde reden heeft men toentertijd toch het gymnasium van het Surinaams Lyceum afgebouwd? Voor een paar leerlingen moest er een aparte leerkracht Grieks uit Nederland komen.”
“En waarom heeft men dan de Onderbouw, klassen 1 tot en met 3 van datzelfde zesjarige Lyceum afgebouwd? Er waren toch genoeg leerlingen daarvoor?”
“Teveel zelfs. Dat maakte dat er steeds meer leerkrachten nodig waren en die vormden een steeds grotere macht, samen met de leerlingen, met als gevolg staking op staking met duidelijke politieke impact.”
“Dus je wilt me zeggen dat de onderbouw van het Lyceum en die van het HAVO werden afgebouwd om deze macht te breken?”
“Hoogstwaarschijnlijk is dat de belangrijkste reden geweest; een aaneengesloten openbare zesjarige vwo-opleiding was een gevaar gebleken. Mede daardoor heeft de machtige premier Jopie Pengel in 1969 toch in het stof moeten bijten?”
“Oooh, dus daarom hebben de Lyco’s in ons land die rare klassentelling: je komt vanuit het mulo het Lyceum in de vierde klas binnen. Hetzelfde met het HAVO. Ekh, doei, tien nah he. Ghaan.”
“Klopt, we zijn steengoed in het naar onze verheven ideeёn verminken van overzeese systemen.”
“En waarom werd het Surinaams Lyceum, straks 50 jaar oud, in 1971 als ik me niet vergis, vernoemd naar meester De Miranda?”
“Hij had veel voor het onderwijs gedaan, daarom.”
“Ik wil de politieke reden horen; de VHP had beginjaren zeventig voor het eerst en voor het laatst een verkiezing gewonnen, de regering samen met de PNP samengesteld en beheerde o.a. het ministerie van Onderwijs. Wat had de VHP te maken met meester De Miranda?”
“Als ik jullie dat vertel, gaan jullie me weer verwijten dat ik met suggestieve dronkenmanspraatjes op de proppen kom, maar ik heb dat toentertijd als jongeling zelf gehoord van familieleden die in de top van de VHP zaten.”
“Zeg ons dan, waarom het Lyco niet werd genoemd naar een onderwijsgrootheid uit de Hindostaanse groep, zoals bijvoorbeeld meester William Juglall, de eerste volledig bevoegde hoofdonderwijzer van hindostaanse afkomst, of meester Kaulesar Sukul?”
“Nee, ik ga het niet zeggen, het ligt gevoelig.”
“Hoor wat hier. Alles ligt bij jullie ouderen gevoelig. Op deze manier word ik als jongere hier in dit illustere gezelschap dom gehouden. Ik ben van het driejarige Mr. dr. J.C. de Miranda Lyceum afgestudeerd en ik heb vaker tevergeefs over het werkelijke waarom van die naamgeving nagedacht.”
“Goed, ik ga niet teveel details noemen en zeg alleen dat deze meester De Miranda een pientere jongeman uit de polders van Nickerie als aankomend jurist na voorspraak van meester Kaulesar Sukul onder z’n hoede nam en hem via gratis privélessen zijn ‘praktizijnsdiploma’ hielp afronden en hem daarna een tijdje in dienst nam op z’n advocatenkantoor. Maar volgens mij zag meester De Miranda in deze jonge advocaat, een levensgenieter, een bon vivant van de eerste orde, eerder een gewiekst politicus in wording; ‘ons herkent ons’. En de meester heeft groot gelijk gekregen: die polderjongen groeide uit tot de grootste politicus van hindostaanse afkomst die ons land tot nu toe gekend heeft. Dat is dus de link geweest tussen meester De Miranda en de toentertijdse VHP-topman en de naamgeving van het Lyceum tijdens de VHP-regering.”
“Maar wat had die meester De Miranda met de politiek te maken?”
“Heel veel, jonge vriend. Ga de politieke geschiedenis van de jaren ’50 van de vorige eeuw natrekken, dan zal je dat te weten komen.”
“Mijn gunst; er is zoveel dat ons niet wordt verteld of ons vertekend, eenzijdig gekleurd wordt overgedragen.”
“Heren, jullie zijn wel van vuil dumpen flink afgedwaald naar politiek uit de jaren vijftig. Echt een stel alcoholisten bij elkaar die geen lijn in hun gesprek kan houden.”
“Da wat zeggen jullie over het stemgedrag van de oppositie in DNA bij het Herstel- en Stabilisatieplan van de overheid?”
“Dat ligt ook gevoelig, beste vriend.”
“En de instelling van het Constitutioneel Hof, juist nu een bepaald iemand dat heel hard nodig heeft?”
“Ook dat ligt erg gevoelig.”
“En de opdracht aan de PG om de Krijgsraad te ‘orderen’ in het belang van de Staatsveiligheid te stoppen met het 8 en 9 Decemberproces?”
“Zeeeer gevoelige zaak, jongere vriend.”
“En dat terugroepding van die twee parlementariёrs, waar intussen weer een rechtsgeding aanhangig is gemaakt?”
“Eveneens zeer gevoelig.”
“Da wat ligt niet gevoelig in dit land?”
“De viering van onze ettelijke nationale feestdagen. Welke is de volgende? Ha, die is op 9 augustus. Laten we die dag alvast beginnen in te luiden met een rondje kasiri-red label. Ober, aanvulleeeh.”


Rappa
Advertenties