Reactie: 'Politieke invloed op het Constitutioneel Hof'
23 Jul 2016, 11:54
foto


Naar de mening van Fernandes Mendes Staatsrechtgeleerde gebeurt het instellen van het Constitutioneel Hof (CHof) op een ongunstig moment, omdat het geen oplossing biedt voor het amnestiedebat. Daarmee werd de trend gezet van de lezing over het Constitutioneel Hof.

De behoefte van een CHof is ingegeven in onze Grondwet vanaf de onafhankelijkheid in 1975 en dit bleek noodzakelijk, door de wijze waarop wij de onafhankelijkheid zijn tegemoet getreden. Een zwakke voorbereiding voor wat betreft de scheiding der machten binnen het Koninkrijk der Nederlanden waar Suriname deel van was.

In mijn studietijd in Nederland beschikte de rechterlijke macht over 62 kantongerechten, 19 rechtbanken, 5 gerechtshoven en de Hoge Raad. Na de onafhankelijkheid is formeel zowel materieel niet veel veranderd met betrekking tot de rechterlijke macht in Suriname m.u.v. dat vonnissen in naam van de Republiek worden uitgesproken in stede van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden.

De leer van de scheiding der machten is niet echt tot wasdom gekomen in onze kleine gemeenschap, hoewel de intellectuelen bij tijd en wijle zich daarop beroepen, maar de kleine man ervaart dat niet zo en in het bijzonder wanneer het betreft de rechterlijke macht. Wanneer wij de oorspronkelijke plaats van het CHof binnen onze Grondwet beschouwen, dan was de bedoeling tweeledig. Eerstens om als een soort beroepsinstantie te dienen en bij de totstandkoming van wetten in formele zin een toetsingsorgaan vooraf te zijn.

Dit alles was bedoeld om de burger meer bescherming te geven tegen de macht van de rechters, omdat werd aangevoeld dat de rechtsingang maar in twee instanties te min was. Komt nog bij de afwezigheid van andere rechterlijke instanties, zoals administratieve rechters, terwijl dit uitdrukkelijk is vastgelegd in de Grondwet sinds 1975.

Daarom wil ik aan mijn vriend Hugo meegeven, dat voorzichtigheid geboden is wanneer de Surinaamse problematiek in een staatsrechtelijk perspectief wordt geplaatst en besproken. De harde stellingname, dat de rechter volgens de Grondwet alle bevoegdheid heeft om bevindingen van het CHof naast zich neer te leggen, als hij van oordeel is dat deze niet van toepassing zijn op een bepaald proces, wordt dezerzijds met de Grondwet in de hand betwijfeld. De legitimiteit van de grondwetgever is onaantastbaar. Immers de grondwettelijke bevoegdheid van de rechter om zelf wetten te toetsen moet zijn grondslag vinden in de Grondwet en bij ons is dat beperkt tot de artikelen 106, 137 en 144 lid 2.

Overigens is het de politiek die binnen een democratische rechtsstaat het primaat aangeeft. Ook in Nederland is het zo. Daarom is er geen enkele noodzaak om discussies over de amnestiewet te voeren.

Eugѐne van der San
Advertenties