Nog veel leed na dertig jaar Binnenlandse Oorlog

Donderdag 21 juli was het precies dertig jaar geleden dat twaalf militairen gegijzeld waren te post Stolkertsijver. Hierna werden er schoten afgevuurd op post Albina. "Vanaf dat moment is de oorlog begonnen in Suriname,” zegt Waldo Jameson, secretaris van de Vereniging Surinaamse Veteranen en Ex-militairen. Een aantal ex-militairen heeft bloemen gelegd bij het monument aan de Gravenberchstraat, bij het kazerne.

“De mannen zijn teleurgesteld in de opeenvolgende regeringen, niet alleen in deze,” zegt Jameson. Volgens hem hebben de ex-militairen de zwaarste lasten moeten dragen. “We leven op de dag. Elke dag is voor ons struggelen, kijken of je een gulden kan vinden, of je ergens een job kan doen. Velen van ons hebben geen baan, je hebt een heleboel gewonden tussen ons, een heleboel PTSS-ers tussen ons. Dus, het leven is zwaar voor ons.” Echter, zegt de secretaris, de mannen zijn niet moe geworden om hun zaken onder aandacht van de regering te brengen.

De groep zegt op verschillende manieren aandacht te vragen van de regering. "We hebben een wensenpakket ingediend in 2007, het is nog niet in zijn geheel vervuld. Bij de Stichting Nazorg staan 1.311 man op papier geregistreerd tijdens de verkiezingen, maar over het algemeen bestaat de groep uit ruim 1.800 man, vertelt Jameson.

Willen gesprek met minister
Stanley Fernand, voorzitter van de Vereniging Surinaamse Veteranen en Ex-militairen zegt dat het bestuur drie weken geleden een dag van tevoren is uitgenodigd door de minister van Defensie. Deze afspraak is op de dag van het gesprek afgezegd. Hierna is er geen nieuwe uitnodiging geweest. Volgens Fernand “staan Stichting Nazorg en de bevelhebber van het leger pal achter ons, met hen hebben we een goede band. Ons probleem zit bij de regering en vooral de minister van Defensie”.

Jameson legt uit dat in het wensenpakket zit de begeleiding en behandeling van de trauma patiënten, huisvesting, werkgelegenheid, weder indiensttreding van ex-militairen wiens zaken niet afgehandeld zijn door het leger. Het gewenste monument staat er inmiddels. Ook een arbeids- en oorlogsongevallen regeling hoorden hierbij. Tegelijkertijd worden volgens de secretaris wel zaken voor de politie voorbereid. De groep heeft het gevoel steeds aan het lijntje te worden gehouden.

Fernand geeft aan dat er een brief verzonden is naar minister Ronni Benschop van Defensie om ontvangen te worden. Hij merkt op dat indien er geen antwoord wordt gegeven, de leden opgeroepen zullen worden om verder een actieplan te bespreken.

Raoul Lith