Antwoord aan de Internationale Commissie van Grappenmakers
30 Jun 2016, 17:17
foto


Ik heb in mijn vorige column kritiek geuit op de Internationale Commissie van Juristen (ICJ) en haar waarnemer Jef Handmaker. De kern van mijn kritiek op Handmaker is tweeledig. Hij doet voorkomen alsof wetten door God zijn gemaakt en niet door mensen als hij spreekt over een plicht tot vervolging. Verder heb ik zijn houding bekritiseerd m.b.t. de vrijheid van meningsuiting toen hij zijn positie bij het Institute for Social Studies misbruikte om te verhinderen dat ik kon spreken over een zaak die nota bene niet eens met Suriname te maken had.

De ICJ springt op de bres voor Handmaker. Wat zijn de tegenargumenten van de ICJ? Je zou denken dat ze ingaan op de vraag of de verplichting tot vervolging een wet van God is en wat de rol van mensen is in de verplichting tot vervolging? Je verwacht – zeker van juristen - dat ze een onderzoek doen naar de feiten en de organisaties die mij hadden uitgenodigd om te spreken op het ISS zouden horen over wat er gebeurd is. Niks daarvan.
Het enige wat ze kunnen uitbrengen is: we zijn geweldig en daarom mag je ons niet bekritiseren. Handmaker heeft een indrukwekkende carrière. Fijn voor hem.

Hij is verbonden aan prestigieuze universiteiten. Leuk. Zijn moeder zal blij zijn. En verder meldt het ICJ: “Alles wat Handmaker gedaan en gezegd heeft, is in nauwe samenwerking met en is volledig ondersteund door de ICJ. Wij staan achter elke statement die hij gegeven heeft in verband met de waarnemingsmissie.”
Deze mensen denken dat we gek en dom zijn. Dat het voldoende is om te zeggen: we zijn vreselijk goed en geweldig, daarom hoeven we niet in te gaan op feiten en argumenten. Als ze vierkant achter Handmaker staan, dan betekent dat dat het tijd is om hun naam te veranderen in Internationale Commissie van Grappenmakers.

Sandew Hira
Advertenties

Thursday 28 March
Wednesday 27 March
Tuesday 26 March