Hoe inmenging in het strafproces?
13 Jun 2016, 00:33
foto


Als de krijgsraad de historie van de Amnestiewet in haar besluitvorming had meegenomen, dan kon men niet tot deze uitspraak komen, dat de Amnestiewet van 12 april 2012 als “inmenging in de strafzaak bij de rechter moet worden beschouwd, ingevolge artikel 131 lid 3 van de Grondwet”, omdat deze wet een wijziging betreft van de Amnestiewet van 19 augustus 1992. In die Amnestiewet is o.a. bepaald dat ook wanneer een zaak bij de rechter in behandeling is deze moet worden stopgezet, derhalve kan de wijziging op zich, nooit een inmenging opleveren.

Welnu deze wet van 1992 is vanaf toen tot heden inwerking en er waren toen bij de totstandkoming in 1989 ook al zaken bij de rechter (kwestie Brunswijk als Robinhood) die achteraf onder de Amnestiewet zijn gaan vallen. Desondanks zijn toen geen stemmen opgegaan om artikel 131 lid 3 in stelling te brengen.

Bovendien hebben zowel de mensenrechtenorganisatie Moiwana 86 en de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) zich kritisch over de Amnestiewet 1989 uitgelaten met als raadsman advocaat Kruisland. Zij hebben middels een kort geding tegen de Staat geprobeerd de werking ervan tegen te houden. Desalniettemin is bij vonnis van woensdag 19 augustus 1992 A.R. nr. 920359, de vordering afgewezen en na een onderonsje met de toenmalige President van het land, waarbij toezeggingen werden gedaan, is de wet op die zelfde dag bekrachtigd.

Wat waren de bezwaren van deze organisaties? Zij vonden dat deze wet precedentwerking zou hebben voor de gebeurtenissen en strafbare feiten die zijn begaan vóór 1985. Dat heeft te maken met het rechtsstatelijk denken en wat dat betreft had mr. Kruisland wel karakter. Dat vormt thans het probleem waarmee wij kampen in Suriname en daarom is het geen juridisch probleem, maar een puur politieke. Omdat een proces na bijkans 35 jaar alleen kan leiden tot een goede taakvervulling als het een politiek doel nastreeft. Uit deze houding leren wij dat alle anderen mogen moorden en verkrachten, maar als het om december 1982 gaat, dan mag geen Amnestie worden verleend. Het is toch te begrijpen, dat de achterban van de toenmalige legerleiding dit niet kan en gaat accepteren.

Voor mij als toeschouwer maakt het niet uit als het constitutioneel vraagstuk door de gewone rechter of door het Constitutioneel Hof beantwoord wordt. De vraag die bij mij telkens weer naar boven borrelt is, in hoeverre laat de rechterlijke macht zich voor de kar van de politiek spannen en is de gedachtevorming daarbij zuiver, waardoor wij weer vertrouwen in zowel onze rechtsstaat als in de politieke leiders kunnen krijgen?

Eugéne van der San

N.B. Geachte heer Orlando Samson, ik heb uw noodkreet achteraf gelezen. In ieder geval slaat u de spijker op zijn kop.
Advertenties

Tuesday 23 April
Monday 22 April
Sunday 21 April