Regering schenkt museum aan volksvertegenwoordiging
05 May 2016, 14:52
foto
President Desi Bouterse spreekt De Nationale Assemblee toe bij de herdenking van 150 jaar volksvertegenwoordiging. (Foto: René Gompers)


President Desi Bouterse schenkt namens de regering De Nationale Assemblee een te bouwen 'prestigieus museum van de geschiedenis van onze volksvertegenwoordiging'. Hierin is ook ruimte voor een bibliotheek voor staatsrechtelijke geschiedenis van Suriname. Er zal nader overleg worden gepleegd hierover met Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons. Het museum wordt nog in deze regeerperiode gerealiseerd. Deze mededeling deed het staatshoofd vandaag bij de buitengewone vergadering om 150 jaar volksvertegenwoordiging te herdenken.

Alle fractieleiders, de vicevoorzitter van De Nationale Assemblee, Melvin Bouva, en de Assembleevoorzitter en de president spraken een felicitatieboodschap uit. Iedereen stond stil bij de rol van de volksvertegenwoordiging in Suriname en het belang van de democratie. Bij de opening van de eerste zitting van de Koloniale Staten op 8 mei 1866, waren er negen gekozen en vier benoemde leden. Vanaf die periode heeft de volksvertegenwoordiging heel wat ontwikkelingen meegemaakt. Er werd hulde gebracht aan de bijdrage die volksvertegenwoordigers, staf en personeel hebben geleverd.

De president stond ook stil bij dat op 13 augustus 1980 de Grondwet van 1975 terzijde werd geschoven, om de kans te krijgen, samen met het volk te kunnen kijken naar een nieuw beleid, naar een nieuwe politiek, naar een waarachtig democratische attitude en levensstijl en een nieuwe toekomst.
Hiertoe werd van 1 januari 1985 tot 14 december 1987 een Nationale Assemblee benoemd, bestaande uit 31 Leden, samengesteld uit vertegenwoordigers van de 25 Februari Beweging, de vakbeweging en het bedrijfsleven. De taak als benoemde Nationale Assemblee was om een nieuwe Grondwet voor te concipiëren en hiermee een eigen nieuwe democratie te scheppen, die meer geënt is op de aspiraties van ons volk en eenduidig gericht op de verwerving van een daadwerkelijk nationale samenleving in nationale eenheid en zelfstandigheid.

Bouterse memoreerde dat in het proces van democratisering een niet overbrugbaar verschil ontstond van opvattingen over het verdere verloop van dit democratiseringsproces. Dit heeft volgens hem in december 1990 geleid tot het aftreden van de toenmalige regering. Hierna is door De Nationale Assemblee een tussentijdse regering aangewezen die als hoofdopdracht had nieuwe algemene verkiezingen uit te schrijven. Deze verkiezingen werden op 25 mei 1991 gehouden.

De president stond stil bij de ontwikkelingen in 150 jaar volksvertegenwoordiging. Hij merkte op dat de staatsgreep van 25 februari 1980 zich ontpopte als een democratische volksbeweging, die zich verbond met de bevolking en ging zoeken naar nieuwe democratische staats- en bestuursstructuren en nieuwe economische en sociale structuren om een zelfstandige ontwikkeling op gang te brengen.

"In tegenstelling tot de Grondwet van 1975, die meer één was naar Nederlands model, was deze van 1987 een authentieke Surinaamse Grondwet, van de hand van Surinamers, geconcipieerd na intense dialoog met het volk van Suriname, dus een Grondwet voor Suriname en voor de Surinamers. Deze Grondwet kreeg ook legitimiteit door haar aanname in een volksreferendum op 30 september 1987, waarbij zij met overweldigende meerderheid werd aangenomen. De naam van de volksvertegenwoordiging werd toen 'De Nationale Assemblee van Suriname'.
Advertenties