Tweede fase verbetering basisonderwijs gestart

Het Basis Education Improvement Program (Beip) is dinsdag zijn tweede fase ingegaan. Het ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur zal het project uitvoeren, terwijl Beip-voorzitter Marie Levens het geheel coördineert. De Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank financiert het project voor US$ 20 miljoen.

Het geld wordt volgens Onderwijs-minister Robert Peneux besteed aan het trainen van leerkrachten bij het ontwikkelen van het nieuw curriculum, het toepassen en het regelmatig evalueren van de vernieuwing. “Er moet een curriculum worden ontwikkeld die kinderen tot goed opgeleide burgers maakt om problemen te kunnen oplossen,” zegt de bewindsman.

In de komende twee jaren is de aandacht gericht op hoe het basisonderwijs eruit moet zien om het aantal zittenblijvers en drop-outs drastisch te verminderen. Binnen vijf jaar moet ook een strategie worden ontwikkeld voor het secundair onderwijs. “Daar speelt de grote vraag hoe wij van het basisonderwijs overgaan naar het secundair onderwijs en hoe dat secundair onderwijs eruit moet gaan zien.”

De eerste fase van het project ter verbetering van het basisonderwijs heeft US$ 13,7 miljoen gekost. Daarbij zijn ruim 4.000 leerkrachten getraind in de vakken Rekenen, Nederlands en Kunst en Cultuur. Zo’n 1,1 miljoen boeken zijn ter beschikking gesteld voor leerjaar 3 tot en met leerjaar 6 (de 1ste tot en met 4de klas), zegt het ministerie. Er zouden ook ruim 100 lokalen zijn bijgebouwd en een aantal scholen is gerenoveerd. Officieel begint de twee fase volgend maand.