Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 281
06 Dec 2015, 22:00
foto
Paul Somohardjo, fractieleider van Pertjajah Luhur aan het woord donderdag in De Nationale Assemblee. (Foto: Raoul Lith)


“Hebben jullie de LaFaBo in DNA gevolgd? De kleine Javaan nam de kleine Indiaan op de korrel.”
“Dat was lachen geblazen en die waarnemende jongeman met de voorzittershamer was niet opgewassen tegen het Paulistisch Somodiaans gekraai.”
“Paultje-landrover is nog steeds op wraak belust, omdat hij tijdig uit de toentertijdse cowalisie is gegooid.”
“Echt om er een flinke griep van te krijgen.”
“Ik maak me zorgen; ‘hij’ krijgt de laatste tijd te vaak griep.”
“Misschien ook omdat ondanks die amnestie Boxel weer doorgaat?”
“Of is het dat economisch beleid dat door z’n vingers glipt? Inderdaad red je met sociale vangnetmaatregelen de economie niet.”
“Of gaan ze, net als tijdens Bosje, aan onze valuta-tegoeden proberen te komen?”
“Dan breekt de hel los, net als tijdens Bosje. Geen enkele politieke non-valeur komt aan mijn zuurverdiende valuta, zijn ze betoeterd!”
“Rustig man, het zijn opjutgeruchten; die zijn je verhoogde bloeddruk niet waard.”
“Gelukkig heeft die Proeve-bankdirecteur dat ook gesteld, plus hij geeft jongeren 10% rente op hun spaartegoeden. Dat is ten minste een tastbaar beleid.”
“Daarom heb ik meer hoop op die samenwerking tussen onze Gerustbank en die Islamitische ontwikkelingsbank.”
“Nee mang, ons land is dan aan Alkaida en die baardige tulbandmannetjes verkocht.”
“Wat een onzin kraai je daar uit! Zo kunnen we kleine ondernemers financieren en begeleiden. Daarmee diversificeer je je economie en niet met mooie plannen en vlot gebabbel. Of wil je liever aan Wallstreet of Den Haag of aan hun multi-nationals verkocht blijven?”
“Maar om terug te komen op ‘kleine Indiaan en wraakzuchtige Javaan’: ik hoor meer gematigde praat van de kleine Hindostaan.”
“Die redeneert zeker van: ‘zak nog meer in je eigen morserij, dan stijgt mijn marktwaarde als je besluit mij in je cowalasi te nemen.”
“En de kleine creool zegt in de startblokken te staan om de regering te komen helpen.”
“Nogal wiedes; in de oppositie met een half handje zetels is er niet veel te halen.”
“Arme Greg, is er niet een directeurspostje voor hem open bij Huize Irene, Huize Pajella of Huize Albertus? Dan kan hij ook gedoneerde gelden voor het opknappen van de morsige keuken gebruiken als voorschot voor z’n nieuwe dienstwagen.”
“Wat een schaamteloze vertoning is dat toch! Dan heeft men het over meer vrouwen in topposities.”
“Maar betrokkene beweert hoog en laag en lager dat het niet waar is; d’r afgedankte financiële vrouw heeft het fo d’r gebeerd.”
“Was die bestaande directiewagen dan niet goed?”
“Nee, die zat vol hebi’s van de vorige berijder. Een nieuw ingeruilde is ‘hebi-loos.”
“Maar die kleine Javaan heeft eerder zichzelf dan de ‘militaire gymleraar’ belachelijk gemaakt.”
“En helpt dat bespotten van Baas ons uit de economische crisis komen?”
“Ik heb je zo vaak gezegd: jullie kunnen niet omgaan met geld. Vanaf het moment dat Bonnie Woedoe tijdens de vorige regering als minister van Financiën aftrad en daar nog erbij opgelucht om was, wist ik: dit is het begin van het einde. De grote ‘vreet-na’pot’ en ‘smijt-maar-raak’ zou echt losbarsten.”
“En daar gingen we, in plaats van fu ‘spaar-na-pot’; plus toen kwam die daling van onze exportgrondstoffenproductie en onze economische val werd alleen versneld.”
“En die overheid blijft het vrije ondernemerschap maar hinderen met ellelange ambtelijke procedures, kortzichtige politieke beleidvoerders en tjoekoe-geile ambtenaren.”
“Daarom vind ik het goed dat die mevrouw Rakin Breefos gaat voor een positie binnen KKF. Want er gebeuren wazige dingen daar in die Kamer.”
“Nou, die Rakin van je is wel een goede campainer, zie die indrukwekkende foto-advertentie van het kandidaat-bestuur Breefos.”
“Maar niet omdat je een vrouw bent, zal je een goed bestuurder worden. En ik vind hun slogan maar zwak: Nieuwe bezems vegen schoon.”
“Niet bijster origineel, eerder cliché, inderdaad. Maar zeg wat je wilt, ze is een vlotte spreekster.”
“Een beetje te vlot naar m’n smaak, maar om daar in die verstarde Kamergroep wat beweging, wat move te krijgen, is ze wel goed.”
“Maar in Stevens 90 minuten reageerde ze nogal vinnig op een uitspraak van zo een ‘I am Gold, You can go’-actievoerende goudmijnjongeman; die was uitgevaren tegen multinationals die hier al onze bauxiet in 100 jaar hebben weggegraven. Wat hebben wij ervan overgehouden, terwijl als je ziet hoe Pittsburg in die 100 jaar is opgebouwd.”
“En wat zei Karin Streefos daarop?”
“Dat we moeten ophouden met deze onzin; die multinational heeft hier duizenden gezinnen aan een goed bestaan geholpen.”
“Ik vind dat ze gelijk heeft: als je bij een multinational gaat werken, weet dat je goed zal verdienen, maar dat ze je op straat zetten als de zaken slecht gaan of als de grondstof op. Ze zijn geen filantropische opvangbak voor luilakken, zoals onze Lanti.”
“Als ik je was, zou m’n woorden maar snel terugnemen, want zeker 20.000 ambtenaren werken elke dag keihard, vaak onder erbarmelijke omstandigheden en doen desondanks nuttig werk voor onze samenleving; ik noem leerkrachten, verpleegsters en broeders, brandweerlui, politiemannen, militairen, cipiers, luchtverkeersleiders, laboranten, schoonmaaksters, bewakers, alhoewel velen slapen en bij de overigen wel velen te laat komen, te vroeg wegboren en te vaak ziek melden.”
“Ik heb het niet over die groep, maar over de overige 30.000, inclusief die spookambtenaren, die de afgelopen tientallen jaren politiek ‘geregeld’ zijn.”
“En maar dromen en dromen dat we bijvoorbeeld eens een tweede Doebai of Singapore gaan worden.”
“Waarom kunnen we geen tweede Singapore worden?”
“Ten eerste ligt Singapore zeer strategisch bij de in- en uitgang van de Chinese Zee. Niet voor niets pikten de Engelsen het eiland met de haven aan de zuidpunt van Maleisië in 1819 in en vestigden daar hun grootste marinebasis in het Oosten.”
“Hoe groot is dat eiland?”
“Zo een 716 vierkante kilometer, dat is een vierkant van 26 bij 26 kilometer.”
“Maar die rijkdom komt vooral door hun strategische ligging als haven, want ze hebben nauwelijks natuurlijke hulpbronnen. En onze rivierhaven in een dichtslibbende modderrivier, ver buiten de grote handelsroutes, ligt echt niet strategisch.”
“Klopt, als ik googel zie ik hier dat de haven van Singapore na Shanghai de grootste ter wereld is.”
“Maar als ze nauwelijks grondstoffen hebben, hoe hebben ze dan zoveel exportproducten?”
“Denk toch na, man: een wereldhaven, een strakke politiekvoering, één partij blijft maar aan de macht, geen arbeiderspartij of vakbondcratie, zeer strenge sociale regels en strakke naleving van wetten.”
“Ai, je wordt zwaar beboet als je daar zelfs een prop op straat gooit, laatstaan een porsiebak bamie uit een bus.”
“En hier lees ik dat Singapore de doodstraf nog steeds uitvoert middels ophanging voor landverraad, moord, drugssmokkel en zwaar vuurwapengeweld.”
“En wij doen mee aan een of andere mode en schaffen juist de doodstraf af.”
“Neem bijvoorbeeld die spontane padvindersjongedame die laatst vermoord in een goot werd gedumpt. De dader of daders van zo een misselijke crime moeten toch keihard opgehangen worden, kom nou, Singapore-model, geen gezeur in zo een case met mensenrechten!”
“En wisten jullie dat Singapore een tijd lang het hoogste aantal executies per miljoen inwoners telde? Tussen 1991 en 2000 zijn er 340 mensen opgehangen, waaronder ook buitenlanders.”
“Nou, hoor dat nou eens even. En wij kunnen niet eens een anti-corruptiewet binnen vijftien jaren goedgekeurd krijgen.”
“Ik denk dat we eerder ‘Sing-a-poor’ worden, als ik onze jarenlange onmachtigheid bekijk dit land van z’n koeparies te ontdoen en in landsbelang op te bouwen.”
“Wil je niet zo negatief praten over ons geliefd land, zuiplap. Luister liever naar die deskundige uit het buitenland die ons hier met een mooie droomlezing komt vertellen hoe we snel-snel een tweede Singapore kunnen worden.”
“Daarom zeg ik: laten we rustig ons kokosnoot-ontwikkelingsmodel volgen en met onze straks 50.000 ambtenaren blijven, waarvan meer dan de helft een stuk sociaal vangnet is.”
“En laten we zoveel mogelijk multinationals binnenhalen om onze grondstoffen goedkoop weg te graven en duizenden gezinnen een paar tientallen jaren aan een beter bestaan te helpen.”
“En als alles op is, ontsla je die werkers, laat je alle chemische troep en grote gaten voor ons achter, en toch smeken we: laat de bauxietindustrie blijven.”
“Genoeg klaagzang gezongen hier en gal gespuugd; ik geef een laatste rondje en dan ga ik me effe aansluiten bij een van de protestbordgroepen in de stad: je hebt nu keuze: Valliantsplein, Waterkant of Op Weg Naar De Bemiddelingsraad. Proost.”

Rappa
Advertenties

Wednesday 24 April
Tuesday 23 April
Monday 22 April