Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 276
01 Nov 2015, 23:03
foto


“Tok, tok, tok, ruzie in het advocatenhok. Moeder Gast-kip zei: ‘Pak de boef, boef, boef’ en vader Haan stond boos op z’n stok en verliet z’n eigen hok en het Deken-kussenhaantje zei: ‘Wief, waf, woef, ik ben geen boef, maar wel beledigd.”
“Ja, maak er maar een grapje van, maar er heerst nu geen gezonde verstandhouding tussen de advocaten en de minister.”
“Tja, moeder Gast-kip is nou net niet de beste diplomaat en zegt de dingen recht fo-z’n-raap.”
“En zij applaudisseerde als enige voor een advocaat die een collega die een scheve schaats reed, aangeklaagd had.”
“En waarom handhaaft de Orde een advocaat die zijn cliënt wreed heeft opgelicht? Is dat het doel van de Orde? Elkaar de hand boven het hoofd vol boter houden?”
“En ze weigert haar excuses aan de Horde der Blatvocaten aan te bieden.”
“Oké, mooi en waar, en dat het niet pluis is daar bij sommige advocaten, weten we al lang. Het kan toch niet dat er momenteel acht zaken tegen advocaten lopende zijn?”
“Ja, maar die Harries-jongen heeft gelijk dat je dan niet de hele advocatuur over één kam kan scheren.”
“Maar de bewindsvrouwe heeft achteraf duidelijk gezegd, dat ze echt niet alle advocaten bedoeld heeft.”
“Ze had hen de kans niet moeten geven haar op de nek te springen, zodat ze zich achteraf moest verduidelijken. En in de politiek moet je nooit ‘nooit’ zeggen.”
“Maar die Harries-jongen wil nu z’n beklag gaan doen bij Baas.”
“Baas, Baas, dat vrouwmens heeft ons, o eerlijke en heerlijke blatvocaten, hard op onze lange tenen getrapt, ow, ow, wat doet dat pijn.”
“Maar vorige week had een wagenkeuringsautoriteit het toch ook met dezelfde bewindsvrouwe aan de stok gehad? Hij noemde haar tijdens een persconferentie machtsdronken en niet goed ingelicht.”
“Maar zag je dan niet een foto van betrokkene, met donkere bril en microfoon in sem hand. Dat zag er bepaald niet vertrouwenwekkend uit. Wie geeft er nou een persconferentie met een donkere bril op?”
“Je moet niet naar uiterlijk kijken, want nu je wat borrels achter de kiezen hebt, zie je er ook niet bepaald pluis uit.”
“Maar ik heet geen Cleo Oliesardien.”
“Maar aan het eind geeft die Cleo van je wel toe dat de keuringsautoriteit een paar nieuwe wagens heeft gekocht om controlewerkzaamheden te verrichten. Nee, ik denk dat Onze Lieve Vrouwe in het Cleo-geval wel degelijk goed gehandeld heeft.”
“In dit land word je als bewindsman of –vrouw niet geacht heilige huisjes in te trappen; je mag hooguit wat correcties in de marge aanbrengen, wat partijloyalisten als beleidsmedewerkers regelen, wat dienstreizen en nog wat happen en voor de rest moet je meegaan met de stroom van je voorgangers.”
“Net als onze skalian-vriend, the Son of Dot; hij begon goed en voortvarend, zich geruggesteund geweten door ‘the Boss himself’, totdat hij op de goudbaas achter de schermen stuitte.”
“Jawel, Melvis Scheerlint:’De skalians worden niet ontmanteld, ik heb gezegd,’ en opeens, voilà, daar dook een document zo floep tevoorschijn waaruit moest blijken dat de vorige minister toestemming had verleend om op het meer te zuigen.”
“London bridge is falling down, falling down, falling down; de skalians die zuigen weer, zuiiiii-gen weeeeer !!!!”
“Ey Sjaak, hoor’ie b…k no, sma e luku. Alles behalve vals zingen.”
“Een beetje troebel water in het meer moet kunnen, het gruis zakt wel weer; als ze maar meer belasting, een soort milieuheffing afdragen en geen kwik gebruiken. We hebben nu elke cent inkomsten hard nodig.”
“In troebel water is het goed goud zuigen.”
“Op grond van welke wet ga je ze een milieuheffing opleggen en verbieden kwik te gebruiken? Die milieuwet van ons kan maar niet goedgekeurd worden.”
“Wat voor wetten keurt die Assemblee van ons dan wel goed?”
“Wetten waarmee we in het buitenland een goede sier maken, zoals een wet dat gehandicapten mooie rolpaden moeten hebben, wat ze overigens zeker verdienen, en wetten die de doodstraf afschaffen, terwijl ze in onze voorbeeld-democratie, big USA, roofmoordenaars, moordverkrachters en serial killers nog altijd keihard de doodstraf geven, met de injectie, de elektrische stoel of de gaskamer. Maar nee, wij moeten met een ‘anti-doodstraf’-mode meegaan en laten zien hoe geweldig ‘bij’ wij zijn.”
“Zeg geen zomaar dingen; de doodstraf is tegen de menselijkheid en laat tante Jenny je niet horen.”
“Ze zal het eens met me zijn, want ze probeert ook al lang daar meer vaart in die kar te krijgen.”
“Maar intussen legt een corrupteling bij de Dienst Watervoorziening ijskoud illegale aansluitingen aan.”
“Ach, hij zal wel, net als bij de ‘blatvocaten’, met de mantel der liefde bedekt worden.”
“Of als zwaarste straf overgeplaatst worden, zoals bij een bank is gebeurd met topwerknemers die hand- en spandiensten hadden verricht bij die geruchtmakende miljoenen-creditcard fraude.”
“Ay boi, die fraude was zo omvangrijk dat wij, de aandeelhouders, geen halfjaarlijks dividend uitgekeerd hebben gekregen. En we pikken dat, zoals gewoonlijk.”
“Weer een bewijs dat de makke schapen moeten opdraaien voor de gevolgen van de steelzuchtige wolven.”
“Laat ze; Gods molen maalt langzaam maar zeker; zie ook de wet van karma. Je wenst het niemand toe, maar stuk voor stuk worden zij of hun geliefden ziek, crashen ze met hun privévliegtuig, worden bestolen door buitenvrouwen, familie of werknemers of… lopen na jaren toch tegen de lamp, no spang, ze gaan het niet meenemen. Op zulk geld rust geen zegen.”
“Rust er dan wel zegen op de alcohol die we elk weekend hier zitten te zuipen?”
“Tuurlijk, we spekken de schatkist, we laten ons naar huis rijden en gaan niet tekeer tegen vrouw en gezin.”
“Stel je voor, wordt er eentje op een druk bereden verkeersader aangehouden, die zoow ladderzat was, dat hij niet eens de kracht had om op het blaaszakje te blazen.”
“Zij geven ons, de verantwoordelijke drinkers, een slechte naam.”
“Anderen zijn zoow dronken dat ze tekeer gaan tegen de agenten en die zelfs verwonden.”
“Dat moest je in onze tijd niet durven! Je zou nuchter wakker worden in een bed en overal verband, gips en infuus aan je lijf zien.”
“Ja, maar toen hadden de meeste agenten een vrijwillige militaire dienstplicht bij de TRIS achter de rug.”
“Dat zou nu ook moeten: wil je met succes solliciteren voor politieagent, cipier, brandweerman, douaneman of veiligheidsagent of bewaker, moet je eerst de vrijwillige dienstplicht in het leger met succes afgerond hebben.”
“Ja, maar dan moet je dat wettelijk vastleggen en voordat dat door ’s Lands Babbelclub heen komt, zijn we een generatie verder.”
“Ach mang, nou overdrijf je schromelijk. Zoiets kan gewoon als ministeriële beslissing toegevoegd worden aan de sollicitatie-eisen.”
“Nou, maar een slimme blatvocaat zal daar wel een rechtszaak mee kunnen winnen; zijn cliënt die geen dienstplicht heeft ondergaan wegens bijvoorbeeld geloofsredenen, klaagt de Staat aan wegens discriminerende sollicitatie-eisen. En die blatvocaat wint die zaak op de koop toe.”
“Nou, dan moet je de blatvokaat slimmer af zijn. Je stelt: sollicitanten die de vrijwillige dienstplicht hebben ondergaan, genieten de voorkeur. Klaar, neks no discrimineer, neks no blatvokaat.”
“Heren, ik ga snel naar huis, straks zitten we in het donker vanwege de EGS-bond; ze eisen plumplums of hoe dat ding heet.”
“Ach, dan zitten zij en hun familie zelf in het donker, let’s go.”
“Proost!”

Rappa
Advertenties

Wednesday 24 April
Tuesday 23 April
Monday 22 April