Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 275
25 Oct 2015, 23:03
foto


“Zo, de gevolgen van die ingrijpende bezuinigingen beginnen zichtbaar te worden: het SZF kan door verminderde uitkeringen van de overheid de overeengekomen ligdagtarieven niet meer betalen.”
“Dan moet de SZF-premie helaas omhoog; helaas voor de landspinaren.”
“Tja, we wilden niet horen dat je als overheid niet alles kan blijven subsidiëren: stroom, water, medische zorg, bustarieven, babyvoeding in blik en ga zo maar voort.”
“Dat werd natuurlijk in stand gehouden om geen stemmen te verliezen, want het waren vooral de sociaal zwakkeren, de makkelijk te manipuleren stemmassa, die hiervan gebruik maakten.’
“Maar haal je die visser uit de armoede door hem iedere dag een paar vissen als subsidie te geven of is hij er beter aan toe als je hem beter leert vissen?”
“Dus je wilt me zeggen dat je arme mensen beter helpt door ze van jongsaf te leren werken, studeren, sparen en in productie en niet in consumptie te investeren?”
“Natuurlijk!! En dit zijn nou net zaken waar het zwaar aan schort bij onze hedendaagse jeugd. Die doen eerder stoer tegen leerkrachten, laten hun ouders komen vechten met de directie als ze wegens wangedrag worden afgeschreven en tijdens en na school gaan ze elkaar met scherpe, stompe, kortom met ala sortu voorwerpen te lijf.”
“Nou, je generaliseert wel flink, maar inderdaad is de discipline bij leerlingen en leerkrachten vaak zoek. Hoewel, in overvolle klassen in sommige regionen van ons land heb je eerder leerkrachten van 130 kilo zwaar met een knuppel in hun hand nodig om bepaalde heetbloedigen in bedwang te houden.”
“Beste jongeman in ons midden, hoe ben jij wat geworden? Subsidieert je ouwe vader je nog steeds met je gasbom kopen, je stroom- en waterrekening betalen, je schulden bij de bank aflossen en je benzinetank vullen?”
“Nee, echt niet. Hij en m’n moeder hebben zich krom gewerkt en alle bijverdiensten bij elkaar gespaard om mij en m’n twee zusjes een goede scholing te geven. Dat was het; voor de rest moesten wij het maar zelf zien te maken.”
“Groot gelijk, je zal al veertig jaar onafhankelijk van je ouders zijn en nog steeds op subsidies leven, dus boven je stand. Ik moest keihard thuis werken, voordat ik naar school moest lopen; sortu poku-bus zitten? Ie law nò, zou m’n pa zeggen. En m’n eigen brood met pindakaas van huis meenemen en water op school drinken. Lekker gezond, als je al die vette troep ziet die ze tegenwoordig jongeren op en voor scholen te eten verkopen.”
“Ik kreeg 25 cent per dag mee voor zuurwater en brood. Wilde ik meer uitgeven, moest ik dat maar zelf in de buurt gaan bijverdienen met ‘pop-a-jobs’, oftewel ‘een heitje-voor’n-karweitje’; zo werd dat genoemd en zo leerden we arbeiden.”
“Ach, jullie ouderwetse mannetjes, dat was fosten-tori. Jullie kunnen de moderne verworvenheden toch niet terugdraaien?”
“Tuurlijk niet, maar al die moderne dingen kosten geld en die kunnen toch niet met het belastinggeld van anderen gesubsidieerd worden?”
“Nou, brede schouders moeten brede lasten dragen.”
“Nou, soms heb ik de indruk dat het is: werkende schouders moeten de lasten van luierende schouders dragen.”
“Te veel ouders voeden hun kinderen tegenwoordig op door hen maar vol te stoppen met allerlei consumptieve zoethouwertjes.”
“Ben ik met je eens, ik ben ook van die ouwe stempel. Je voedt kinderen af en onder.”
“Ik vind het goed dat minister Pineut het fietsen naar school, vooral als je in de buurt op school gaat, zal stimuleren.”
“Met dit drukke verkeer vol met als gekken rijdende verkeersbarbaren zou ik het hem nu echt niet aanraden om te stimuleren.”
“Daar geef ik je voor 100% gelijk in: de Coppelachmonstraat met een fiets berijden, is je vroegtijdige dood zoeken, net als op de Franchepanestraat en de Lalla Rookh- en Gemenelandsweg.”
“Da waar laat je de Kwattaweg? Zelfs een beschaafd voetpad hebben deze straten niet, da kijk hoeveel crèches, scholen, bejaardentehuizen en winkels in de omgeving van deze verkeerswegen zijn.”
“Daarom ben ik blij dat onderwijsman Pineut niet alleen snoeppauzes wil maken tot fruitpauzes, maar dat hij ook voet- en fietspaden voor scholieren wil aanleggen.”
“Heel goed, ja, maar waar zal het geld daarvoor vandaan moeten komen? Misschien moeten we overgaan tot werkpauzes. Want moni no de, paysa na he, mau tjeng, aku arep.....”
“Ja, ja, is mooi en waar, maar hoe komt het dat er geen geld is? Kijk wat die plunderbende bij die stichting Bostoezicht heeft uitgehaald, tientallen miljoenen srd zijn verdwenen en nog eens tientallen miljoenen zijn als loonbelasting niet eens afgedragen. Maar ze rijden allemaal in fourwheel airco-dienstwagens en wentelen zich in allerlei bedrijfsluxe, terwijl ze de staatskas en niet hun eigen zak moeten spekken.”
“Wat voor overheid hebben we in hemelsnaam die dit soort vreet-na-pot jarenlang toestaat?”
“Een overheid die dankzij die zo geroemde verbroederingspolitiek vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw steeds voller is gestopt met geboefte uit opeenvolgende politieke partijen.”
“Maar nu wordt het eindelijk aangepakt. Mijn Baas, mijn Leider is via zijn werkarmen die nesi’s vol geboefte bezig flink aan te pakken.”
“Maar die ene z’n advocaat ontkent hoog en laag dat z’n van mega-dieftigheid verdachte cliënt de naam van die Baas van jou heeft genoemd.”
“Turlijk, want de zaak moet een civiele zaak blijven en geen strafrechtelijke zaak worden.”
“Maar men zegt: waar rook is, is vuur.”
“Maar rook kan ook als rookgordijn worden gebruikt.”
“Rook, vuur of rookgordijn, kan me schelen. Belangrijk voor mij is dat men niet moet grappen met de gezondheidszorg, anders speelt men met mensenlevens.”
“Da waar moet dat geld voor het SZF dan vandaan komen, behalve door de premies te verhogen?”
“Gewoon, per ingaande 1 november alle subsidies aan alle staatsbedrijven stopzetten. Daar zit die grote verspilling.”
“Dan valt de SLM in elkaar.”
“Dan maar. Je vliegt met drie gehuurde kisten en je hebt honderden mensen in loondienst, die tot in de derde familiegraad IPB mogen vliegen en dat soort dingen? Dan moet dat uit mijn belastinggeld gesubsidieerd worden?”
“Overdrijf je nou niet een beetje teveel?”
“Okee, sorry, ik zal niet meer overdrijven, maar onderdrijven.”
“En ik zeg: voorlopig geen enkele dienstreis meer, neks Caricom, neks Unasur, neks OAS, neks VN, zolang de ziekenzorg niet gegarandeerd is.”
“Ben ik met je eens. Als ze zo graag hun land willen vertegenwoordigen op allerlei wazige buitenlandse conferenties, laten ze dat uit eigen zak betalen.”
“Dan zal Telesur z’n tarieven moeten verhogen.”
“Wat wil je liever: beltegoed omhoog of de eigen bijdrage van een ziekenhuisbed naar 750 srd per ligdag per patiënt?”
“En dan kunnen STVS en SRS sluiten. Nog erbij moet de SRS verkocht worden om de schuld aan SASUR te betalen. Jeetje, wat een troep hebben we ervan gemaakt.”
“Dan zullen er nu wel degelijk kijkgelden moeten worden geheven. We kijken gratis tv, mediahuizen maken geld als water, maar de ziekenzorg is niet gegarandeerd.”
“Maar dan zullen zovele kwijnende staatsbedrijven over de kop gaan.”
“Da wat! Laat de overheid dan een lijst publiceren met alle staatsbedrijven erop en hoeveel ze elk elke maand aan subsidie krijgen. Jullie ogen gaan uit jullie kassen vallen van verbazing. Maar die babbelaars daar in slands babbelzaal omzeilen dit soort dingen bewust.”
“Moeten al deze vreetclubjes ter wille van politieke vriendjes in stand worden gehouden, terwijl dat geld goed gebruikt kan worden om de totale gezondheidszorg te redden?”
“Ja, maar er gebeuren ook onfrisse zaken binnen de ziekenhuizen. Waarom gaat bijvoorbeeld de tweede directeur van het Diaconessenhuis binnen korte tijd ervandoor? Die eerste wilde toch die vreetnapot van bepaalde geldwolf-specialisten indammen ten gunste van het ziekenhuis, toen moest hij toch koet-ke-koet weg, ondanks het bestuur hem wilde behouden?”
“En de gezondheidszorg kan best goedkoper als de drie grote stadziekenhuizen beter samenwerken. Dus laat men niet meteen schreeuwen dat de zorg eraan zal gaan, waardoor er paniek binnen de gemeenschap ontstaat.”
“Ik ben wel blij dat 40 jaar Srefidensi sober wordt gevierd.”
“Voor mijn part had men neks gevierd. Na veertig jaar rommelen, bommelen en frommelen zitten we nu met een failliete staat? Waarvoor zijn we dan onafhankelijk geworden? Waarvoor hebben we al die penarie genomen om dit mee te maken?”
“Dit is niet de schuld van één politicus, of één partij, of één regering; dit is ons aller schuld, wij met ons allen. Dit is een collectieve schuld.”
“Ja, mooi en waar. En de dreigende zoveelste devaluatie van onze munt dan? Is dat ook een collectieve schuld? Kijk hoe de Centrale Bank met allerlei foefjes de koers probeert te stabiliseren.”
“Geloof jij alle praatjes van die cambiohouders?”
“Welk ongezond financieel beleid heeft gemaakt dat cambiohouders vandaag de dag zowat machtiger zijn dan de Centrale Bank van het land?”
“Dit is niet waar, je bent vandaag verkeerd dronken, nò jongeman?”
“Ik ben neks dronken!! Jullie ouderen hebben met dat lakse hokjesgedoe gemaakt dat sluwe politici steeds weer verdeel en heers onder de bevolking konden toepassen en zo de schatkist vrijelijk konden plunderen.”
“Maar daar wordt nu een eind aan gemaakt; het mes gaat erin.”
“Nou, ik hoop dat van ganser harte. En we zullen zien hoever en hoelang deze opruiming zo door zal gaan.”
“Proost op de ordening van staat. Set’a kondre bun, na veertig jaar pas.”
“Liever laat dan nooit.”

Rappa
Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April