Sandew Hira wil OAS betrekken bij 'getuigenis Bouterse'
07 Oct 2015, 13:14
foto
Sandew Hira in Residence Inn. (Foto: René Gompers)


Sandew Hira stelt voor om de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) te betrekken bij zijn project 'getuigenis Desi Bouterse'. Hij heeft tijdens een persconferentie in Residence Inn zojuist verslag gedaan van zijn reis naar Zuid-Afrika en diverse gesprekken die hij gevoerd heeft. Hij ging ook in op de voorbereidingen van het gesprek met president Bouterse. De positieve resultaten van een gesprek met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken om medewerking te verlenen aan het onderzoek, kwam ook uitgebreid aan de orde.

Hira legt uit dat er grote verschillen zijn tussen Zuid-Afrika en Suriname. Hier gaat hij uitgebreid op in. Zuid-Afrika heeft een bevolking van 53 miljoen en Suriname van 500.000. Het aantal doden van politiek geweld sinds 1980 in Suriname bedraagt ongeveer 450, dat is 1 promille. In Zuid-Afrikaanse verhoudingen zou dat 53.000 doden zijn geweest. Hij ging in op de verschillen tussen beide landen. In Zuid-Afrika wordt er een verband gelegd tussen alle vormen van politiek geweld: schending van mensenrechten, politiek repressie, gevangenhouding, marteling, intimidatie en mishandeling. In Suriname is de focus uitsluitend op 8 december 1982 komen te liggen. Er is in Zuid-Afrika ook diep nagedacht over gerechtigheid. "In Suriname hebben de amnestiewetten de hele kwestie van waarheidsvinding feitelijk terzijde geschoven. In de tweede amnestiewet is een poging gedaan om een waarheidscommissie op te zetten, maar het maatschappelijk draagvlak hiervoor was smal. Intussen bleef het probleem van waarheidsvinding levensgroot op tafel liggen," stelt Hira.

OAS betrekken
"De ervaring in Zuid-Afrika heeft me op het idee gebracht om een stoutmoedige stap te ondernemen. Ik wil graag in gesprek gaan met de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten, de OAS, om zijn steun te verwerven voor dit traject. De OAS is een belangrijke internationale organisatie. Ik wil naar Washington gaan om een persoonlijk gesprek te voeren met Luis Almagro Lemer, de secretaris-generaal. Ik wil hem informeren over wat we doen en bespreken op welke wijze de OAS dit traject kan ondersteunen. Het kan gaan om morele steun voor een aanpak die buiten de reguliere kanalen valt van formele waarheidscommissies. Het kan gaan om technische ondersteuning. Het kan gaan om het promoten van ons verhaal bij andere landen in de hoop dat de internationale steun voor het project toeneemt," motiveert Hira zijn beweegreden.

Hij had gisteravond een gesprek met Niermala Badrising, minister van Buitenlandse Zaken. De hulp van de minister is ingeroepen om het contact te leggen met Almagro. Ze kent hem persoonlijk uit de periode dat ze de Surinaamse ambassadeur was bij de OAS. Badrising heeft haar medewerking toegezegd. Hira hoopt dat het inderdaad lukt om in de komende weken het gesprek met Almagro in Washington te voeren.

Voorbereiding
Hira zegt dat hij met een beetje wanhopig gevoel is vertrokken op 15 augustus uit Suriname. "We hadden een team met vrijwilligers en een projectleider die enthousiast was. Al snel kregen we te maken met allerlei praktische problemen. De vrijwilligers hebben maar beperkte tijd." De medewerking van de Anton de Kom Universiteit van Suriname is heel belangrijk geweest. De studenten die geleverd zijn, zijn vaste betaalde medewerkers geworden. Het Nationaal Archief heeft alle moeite gedaan om het project te faciliteren. De data-invoer vindt daar plaats. Het eindresultaat zal in het Archief komen te liggen. Maar het allerbelangrijkste is dat het Nationaal Archief een deskundige historica, Tanya Sitaram, beschikbaar heeft gesteld om het project te trekken, legt Hira uit. De wanhoop bij hem is intussen omgeslagen in diepe respect en bewondering voor het Nationaal Archief, de studenten van Adek en Tanya Sitaram in het bijzonder.

"Het is een gigantisch traject dat veel tijd en geld kost. Het betekent dat we het niet redden om op 8 december een eindrapport te hebben. Dus hebben we besloten om de rapportage in twee deelrapporten te splitsen. Het eerste deelrapport bestaat uit de getuigenis van president Bouterse en een reflectie van mij op de getuigenis.
Dat wordt op 8 december gepresenteerd aan De Nationale Assemblee.
Het tweede deelrapport wordt ergens volgend jaar gepresenteerd als het onderzoek volledig is afgerond. Op dit moment kunnen we nog geen datum noemen omdat het een en ander afhankelijk is van geld, menskracht en de omvang van het werk.Maar we gaan voor kwaliteit in plaats van voor haast, deelt Hira mee.

U kunt de tekst van de persconferentie hier downloaden.
pdf-icon.gif Persconferentie_7_oktober_2015.pdf                
Advertenties