Rechterlijke macht wil eigen ‘goudmijn’ exploiteren
28 Sep 2015, 00:01
foto
Waarnemend Hofpresident Iwan Rasoelbaks. Foto Ranu Abhelakh


Het Hof van Justitie (HvJ) wil overgaan tot het gebruik van de eigen schatten. “Er ligt hier een goudmijn aan beslissingen van alle rechters uit alle jaren”, vertelt waarnemend Hofpresident Iwan Rasoelbaks aan Starnieuws. Stapels dossiers, dozen vol vonnissen en beschikkingen zijn weggestopt, wachtende om gedigitaliseerd te worden en door honderden ogen te worden gelezen. Niet alleen rechters, griffiers, advocaten, juristen, notarissen, geschiedschrijvers, studenten, maar iedere geïnteresseerde burger zou ze via een knop op de computer moeten kunnen inkijken en gebruiken.

Rasoelbaks wijst op de dagelijkse flow aan vonnissen bij het Hof. Deze voeden de goudmijn dagelijks. Maar de gemeenschap kan er niet optimaal van profiteren. “Helaas, ons ICT-plan staat stil vanwege gebrek aan financiën.” Op het Hof is men nu pas de fase ingegaan van operationaliseren van het zaakregistratiesysteem in de civiele sector. Elk proces begint met een registratie. Een ingediende zaak krijgt bijvoorbeeld een A.R. nummer en komt vervolgens bij de bevoegde mensen terecht voor een ingangsdatum. “Wij wilden dit ICT-gebeuren uitbreiden met documentbeheer en een uitsprakendatabank. Deze is opgezet rond 2009 en toen precies zo gebleven. Het ligt op een standalone PC hier.”

Het ICT-project is in 2005 gestart als onderdeel van de Modernisering en Verbetering Rechterlijke Organisatie, en maar deels uitgevoerd. De IT-deskundige stond in de startblokken, maar er was geen geld. Er moesten computers gekocht worden, servers opgezet worden, ICT managers aangetrokken worden om het geheel op te zetten en draaiende te houden. Ex-justitieminister Santokhi had faciliterend gewerkt, “en de verwachting was dat iedere minister hierna faciliteert.” Het Hof mag niet zelf projecten ter financiering indienen bij derden. Het moet allemaal comptabel via de ministeries van Justitie en Financiën. “Als ik zelfstandig was, zou ik kunnen nagaan welke bronnen aan te boren. Maar de overheid kan dit beperken, door zelf het geld te storten dat ik nodig heb om optimaal te functioneren.”

Missen momentum
Rasoelbaks geeft aan dat het moderniseringsprogramma in zijn geheel is goedgekeurd. “Maar ik moet per projectonderdeel steeds weer financiële goedkeuring aanvragen. Het stagneert enorm, het is niet slagvaardig en wij missen momentum.” Los van de financiële middelen vrijmaken, is het diezelfde overheid die ook mede verantwoordelijk is voor de uitvoering van de projecten. Hij haalt als voorbeeld aan de renovatie van het HvJ aan de Tamarindelaan en de bouw van het Kantongerecht strafzaken aan de Wulfinghstraat. “Staan de verantwoordelijken niet stil bij de gevolgen voor de rechtspraak? Het gevoel bekruipt mij alsof zaken niet vlot lopen voor deze Staatsmacht.” De Hofpresident benadrukt de goede samenwerking met ministers, “maar het gelijkgericht denken en die slagvaardigheid krijgen in die bureaucratische lijn, lijkt mij vechten tegen de bierkaai.”

De rechterlijke macht doet niet alleen normbevestiging en handhaving, maar ook aan sanctionering bij disputen. Het parlement maakt wetten. De regering zet om de vijf jaar beleid uit en voert projecten uit voor welvaart en welzijn van de gemeenschap. En dan komen de disputen over de uitleg van wetten, geschillen bij het faciliteren en projecten initiëren op het bord van de rechters. “Dus wij moeten er zijn.” De uitvoerende macht is goed gefaciliteerd, volgens Rasoelbaks, en kan de middelen beschikbaar stellen, consultants aantrekken en ICT processen opzetten, “wij kunnen dat niet”.
Advertenties