Tjin-A-Tsoi pleit voor interim-manager van buiten bij EBS
27 Aug 2015, 00:01
foto
Toenmalig Assembleelid Arthur Tjin-A-Tsoi op 3 februari 2015 bij het Openbaar Ministerie.


"Het optreden van de Centrale Landaccountantsdienst en het Openbaar Ministerie bij de Energie Bedrijven Suriname, geven mij hoop." Dit zegt Arthur Tjin-A-Tsoi, die als toenmalig Assembleelid de 'Mega corruptiezaak' over EBS ingediend had bij het Openbaar Ministerie (OM). Hij maakt de CLAD en het OM complimenten voor het uitvoeren van deze zeer moeilijke taak. Tjin-A-Tsoi zegt aan Starnieuws dat er een interim-manager van buiten moet komen bij het staatsbedrijf om zaken op spoor te krijgen.

De resultaten die CLAD tot nu toe heeft geboekt, geven aan hoe belangrijk het is om in de controle-instituten te investeren en die goed in place te hebben.
"Er is hoop voor de rechtsstaat Suriname, ondanks de megaschaal waarop zaken 'fout' zijn gelopen. Deze kunnen nu worden onderzocht door het OM," stelt Tjin-A-Tsoi. Nu de waarnemend algemeen directeur van EBS, Willy Duiker, ontlast is van zijn taken, kan het politioneel onderzoek beter plaatsvinden, zonder dat dit wordt gefrustreerd.

De gewezen parlementariër tevens bestuurslid van de Nationale Partij Suriname (NPS) vindt het zorgelijk dat er goedgekeurde accountantsverslagen zijn afgegeven door de huisaccountant aan de raad van commissarissen (rvc). Hij vraagt zich af hoe betrouwbaar deze verslagen zijn. Heeft de huisaccountant het werk goed kunnen doen? Als er twijfels waren, waarom heeft de accountant deze niet aan de rvc gemeld?, vraagt Tjin-A-Tsoi zich af.

Nog een zorgpunt is dat het niet uitgesloten is dat deze 'zaken' zich ook bij andere parastatalen voltrekken, stelt Tjin-A-Tsoi. Hij vindt het belangrijk dat rvc-leden, die door de politiek worden benoemd, zich beter van hun taak kwijten.
Rvc-leden in de raden moeten zich bewust zijn van hun onderzoeksplicht en hun verantwoordelijkheid. Ze zullen ook verantwoordelijk gesteld moeten worden, als het misgaat door hun nalatigheid.

CLAD en de Rekenkamer verdienen een betere plaats, omdat nu wederom vaststaat dat de controle onvoldoende is, concludeert Tjin-A-Tsoi. Transparantie is volgens hem daarbij vereist, met consequenties bij het begaan van misstappen.
"De consequenties zijn zeker uitgebleven in regering-Bouterse 1. Nu is het eindelijk tijd om paal en perk te stellen aan deze onfrisse zaken. Controle is trouwens geen daad van vijandschap. Suriname mag nooit ten gevolge van het kankergezwel 'CORRUPTIE' ten onder gaan."
Advertenties