Column: Lieve Hugo
24 Aug 2015, 08:16
foto


Ik heb mijn lol met Hugo Essed. Hij is vastgelopen in zijn kromme redenaties.
Na mijn eerste persconferentie op 3 augustus vroeg ik om een gesprek met OGV en de Stichting 8 December vanwege mijn overtuiging dat je niet alleen over me moet praten, maar ook met me. Sunil Oemrawsingh van Stichting 8 December weigerde. In plaats daarvan bood hij een verklaring aan de media aan namens mijn familie waarin zij zich keerden tegen mij, maar vergat om de familie te vragen of ze het wilden ondertekenen met hun namen.

Essed wilde wel met me praten, maar niet namens de andere nabestaanden, maar op persoonlijke titel. Ook mocht het gesprek niet in de publiciteit worden gebracht.
In dat gesprek verkondigde hij namens (!) de nabestaanden dat ik een aantal zaken niet mocht doen: mijn rapport mocht ik niet presenteren op 8 december, de cijfers over de doden van de Binnenlandse Oorlog mocht ik niet noemen in relatie tot de doden van 8 december. Vervolgens uitte hij zijn intussen beruchte bedreiging: “Ik waarschuw je, je zet je leven op het spel”.
Na het gesprek vroeg hij zich af: “Stel dat die crimineel van een Sandew Hira het gesprek op de band heeft opgenomen?”
Nou is het niet mijn gewoonte om gesprekken op te nemen. De inhoud van het gesprek was ernstig genoeg om het grotere publiek hiervan in kennis te stellen, zodat men weet met wat voor soort mensen we te maken hebben. Maar ik neem geen gesprekken op en respecteer mijn afspraken. Ik was ook niet van plan het gesprek op de persconferentie te behandelen.
Lieve Hugo schoof zijn eigen voorwaarde opzij om het gesprek geheim te houden en kwam met een verwarde verklaring op Starnieuws over zijn bedreiging. Ik moest dat zien als een waarschuwing van een vriend die me meldt dat Bouterse me wil vermoorden voordat hij een getuigenis gaat afleggen tegenover mij. Maar mijn vrienden noemen me geen crimineel.

Door zijn actie dwong Essed me om op de persconferentie in te gaan op het gesprek. Iets wat hij en ik aanvankelijk niet wilden. Nu heeft hij zichzelf beschadigd en is de jurist plotseling veranderd in een ordinaire bedreiger.

Lieve Hugo maakt het van kwaad tot erger. Hij gebruikt de versleten techniek die ik uitvoerig heb geanalyseerd: een daad van geweld los zien van de politieke context. Misdaden als gevolg van politieke spanningen hebben het karakter van actie-reactie. Misdaden die voortkomen uit impulsieve en persoonlijke daden hebben dat karakter niet.
De techniek van mijn tegenstanders is het presenteren van misdaden uit politieke spanningen als impulsieve daden. Lieve Hugo geeft het voorbeeld van een agent die een vrouw verkracht en haar bedreigt dat hij haar zal doden als ze aangifte doet, en stelt de retorische vraag: “Dit kan toch niet?”
Inderdaad lieve Hugo, dit kan niet. Hoe zit het met andere misdaden? Mag je een man in stukjes kappen, iemand zijn hersenen met een pikhouweel verbrijzelen of onthoofden zoals gebeurd is in de Binnenlandse Oorlog door politieke krachten die door Essed en de zijnen gesteund werden? Mag dit wel? Mag onze jurist en strijder voor mensenrechten deze zaken over het hoofd zien en straffeloosheid toestaan? Als je de techniek van lieve Hugo gebruikt – deze zaken los zien van de politieke context – dan zou je moeten antwoorden: “NEE, het mag niet. Alle misdaden moeten voor de rechter worden gebracht!” Maar waarom heeft onze mensenrechtenstrijder deze zaken nooit aan de orde gesteld? Wist hij het niet? Wilde hij het niet weten?
Hij loopt ook hier vast in zijn redenering. Hij moet nu stellen dat het vredesverdrag dat de toenmalige regering gesloten heeft met het Jungle Commando om de Binnenlandse Oorlog te beëindigen en amnestie te verlenen, een fout was. Hij moet oproepen om alle misdaden voor de rechter te brengen ook al zou dat leiden tot nieuwe confrontaties (“dan moeten leger en politie maar ingrijpen en als er bloed vloeit, dan is het de schuld van de andere partij”). Hij moet oproepen om niet alleen de tweede amnestiewet, maar ook de eerste in te trekken. Als hij dat niet doet, is hij schuldig aan een dubbele moraal en selectieve verontwaardiging.
Hij moet één lijn trekken: of je lost alle misdaden die voortkomen uit politieke spanningen op via de rechtszaal met het risico dat die spanningen verergerd worden, of je lost ze op via andere mechanismen zoals waarheidsvinding, verzoening, dialoog en amnestie. Geen enkele weg is ideaal, maar we leven niet in een ideale wereld.
De opvatting dat dubbele moraal en selectieve verontwaardiging is toegestaan is geen opvatting om trots op te zijn. Het wordt niet gerechtvaardigd door godsdienst – Christendom, Hindoeïsme, Winti, Sjamanisme, Boeddhisme etc – en ook niet door enige vorm van ethiek en moraal.

Sinds de lancering van mijn initiatief heeft een aantal mensen geprobeerd om karaktermoord te plegen op mijn persoon. Ik maakte een onderscheid tussen types als Theo Para en iemand als Hugo Essed, die ik een zekere beschavingsniveau toedichtte. Sinds hij me afgelopen week voorzag van het label 'crimineel' en me het recht ontnam om als nabestaande te praten, zie ik dat onderscheid niet meer. Ironisch genoeg vindt de man die na 8 december de moorden goed praatte met zijn daden in de volksmilitie, dat niet ik maar hij namens mij als nabestaande mag praten.

De enige manier om mijn initiatief te stoppen is dat iemand een moordaanslag op mij pleegt. De hetze van verdachtmakingen en karaktermoord die nu tegen me wordt gevoerd via Radio ABC met Hugo Essed en Biemla Gajadien als trekkers, de Ware Tijd met Theo Para en Radio Tamara in Nederland met Romeo Hoost en Ludwich van Mulier, neemt steeds scherpere vormen aan. De haat, het venijn en het gif dat gespuugd wordt, scheppen het klimaat voor een moordaanslag waarbij vooraf door lieve Hugo is aangekondigd dat de verantwoordelijkheid hiervoor zal worden gelegd bij Bouterse. De trekkers hebben sidekicks, mensen die bewust of onbewust hand en spandiensten verlenen, zogenaamd als objectieve journalisten of mede-commentatoren. Ze leveren allemaal hun bijdragen aan dit klimaat. Je hoeft slechts hun programma’s te volgen om de namen te weten.

Mensen vragen me hoe ik hier persoonlijk mee omga. Natuurlijk is het heel vervelend dat inhoudelijke discussies plaatsmaken voor persoonlijke verdachtmakingen en karaktermoord. Het is niet prettig om te leven met de gedachte dat een klimaat geschapen wordt waarin een gek mij iets kan aandoen, of mensen die niet gek zijn bewust iets plannen om me van het leven te beroven, in naam van gerechtigheid via de rechtszaal.
Ik ben een levensgenieter. Mijn overgewicht is een ongewenste bevestiging daarvan. Ik wil lang en gelukkig leven met de mensen die ik lief heb en om wie ik geef. Maar mijn leven wordt niet bepaald door wat mensen over mij zeggen. Ik laat me leiden door morele principes. Ik sta ergens voor. Malcolm X zei ooit: “If you don’t stand for something, you will fall for anything”.

Waar sta ik voor? Persoonlijk wil ik na dertig jaar een einde aan alle emotionele stress die 8 december met zich meebrengt. Ik wil het achter me laten. Ik wil geen leven leiden in wrok en verbittering en wil dat ook niet overdragen op mijn kinderen. Om over die wrok en verbittering heen te stappen zoek ik naar een andere vorm van gerechtigheid die niet ligt in het rechtssysteem, maar in de verhouding tussen dader en slachtoffer.
Mensen die zonder schaamte vroeger de Decembermoorden verdedigd hebben – ik hoor Ludwich van Mulier en zijn vereniging Wi Na Wan (waar Hugo Essed lid van was) nog roepen dat de Decembermoorden beschouwd moeten worden als een incident – zeggen nu tegen mij: “Nee, je moet altijd leven met wrok en verbittering. Vergeving, verzoening en dialoog mogen geen deel zijn van je begrippenkader. Als we in de kerk preken over vergeving en verzoening, dan menen we het niet echt. Je moet die haat in je koesteren, want zonder die haat zijn wij, die geen nabestaanden zijn en de emoties van verdriet willen manipuleren, helemaal nergens.”

Ik beschouw mezelf niet als een onafhankelijk individu, maar iemand die verbonden is met de hele gemeenschap. Ik voel me medeverantwoordelijk voor de ontzettende verdeeldheid in onze gemeenschap. Toen ik ontdekte dat aan de andere zijde, in het Nationaal Leger, arbeiders in uniform verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt in de Binnenlandse Oorlog, dat bij het Jungle Commando en de Marron dorpen net zulke vreselijke ervaringen liggen – het verhaal van Moiwana kende ik, maar veel andere verhalen niet – en dat al deze mensen familieleden hebben die net zo een last dragen als ik, bekroop mij een gevoel van schaamte. Ik wil mijn leed niet afzetten tegen het leed van anderen, maar ze met elkaar verbinden. Daarom ben ik me gaan verdiepen in de Binnenlandse Oorlog en pleit ervoor dat anderen dat ook doen. Daarom ondersteun ik de eerste amnestiewet die de Frontregering heeft ingevoerd om de misdaden die toen gepleegd zijn niet via de rechter aan te pakken, maar via amnestie. Ik roep alle Surinamers op om dezelfde weg te bewandelen en geen dubbele moraal te hanteren.
Er is een groot spanningsveld tussen die verantwoordelijkheid en de persoonlijke emotie van pijn en verdriet. In de hetze tegen mij worden die emoties terzijde geschoven als hypocriet en onoprecht door mensen die geen nabestaanden zijn en nooit enige inlevingsvermogen hiervoor hebben getoond. Maar mijn emoties zijn heel reëel en oprecht.

Op grond daarvan zal ik de komende tijd initiatieven ontplooien om dialoogbijeenkomsten te organiseren. Aanstaande zondag zal IISR in samenwerking met het Sarnámihuis in Den Haag de eerste bijeenkomst organiseren. Het zijn kleine intieme bijeenkomsten waar je de diepte in kunt gaan. Er zullen nog meer dialoogbijeenkomsten volgen in Nederland en in Suriname in samenwerking met meerdere organisaties en individuen. Op de website van IISR vind je de nodige informatie. Ik zal u de komende tijd ook via Starnieuws informeren over dit nieuwe initiatief.


Sandew Hira
Advertenties