VN: Economie Latijns-Amerika en Cariben vertraagt

Panama zal de economische groei in Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied leiden in 2015. De groei in deze regio schat de Verenigde Naties (VN) op gemiddeld 0,5%. Er zijn meer investeringen nodig om de groei te stimuleren en de productiviteit in deze regio’s te verbeteren.

De VN heeft de groei-voorspellingen voor dit jaar woensdag vrijgegeven in de Economic Survey of Latin-America and the Caribbean 2015. Het rapport is in Santiago, Chili, tijdens de VN-Economische Commissie voor de regio (ECLAC) bekendgemaakt. Het voorspelt dat de groei in Zuid-Amerika zal inkrimpen met 0,4%. Midden-Amerika en Mexico zullen groeien met 2,8%. Voor het Caribisch Gebied is de voorspelling een groei van 1,7%.

Landelijke prognoses wijzen uit dat Panama met 6% het hardst zal groeien in de regio, gevolgd door Antigua en Barbuda met 5,4% en de Dominicaanse Republiek en Nicaragua met elk 4,8%. ECLAC zegt dat het bruto binnenlands product van Mexico dit jaar met 2,4% zal toenemen, terwijl de groeit van Argentinië onder de 1% (0,7%) blijft. De Braziliaanse economie zal inkrimpen met 1,5% en Venezuela zal een nog grotere daling van 5,5% kennen.

Bij de presentatie van haar jongste jaarverslag heeft de ECLAC de regionale landen opgeroepen om hun investeringen te optimaliseren om zo groei en productiviteit in de regio te stuwen. “Nieuwe impulsen geven aan de groei op korte en lange termijn is vereist om publieke en private investeringen in een moeilijke tijd te stimuleren,” zegt Alicia Barcena, ECLAC 's uitvoerende secretaris. "De economische vertraging is te wijten aan externe en binnenlandse factoren," staat in het rapport.

"In de buitenlandse arena, valt vooral de vertraging van China en andere opkomende economieën op bij de trage groei in 2015. India is daar de uitzondering op de regel,” staat verder te lezen in het jaarrapport. En op het binnenlands vlak is de oorzaak de afname van investeringen die gepaard gaat met een verminderde groei van de vraag in combinatie met andere factoren. Hierdoor daalt de binnenlandse vraag, die in de afgelopen jaren de belangrijkste factor in de groei is geweest.