Raadsman Lobo vindt strafeis OM onterecht

Officier van justitie, Cynthia Klein, heeft zes jaar celstraf geëist tegen verdachte verdachte Soenderperkash C. onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De verdachte zou opzettelijk criminele handelingen hebben gepleegd waardoor de benadeelde materiële en psychische schade heeft opgelopen.

De verdachte, die Nederlander is, zou de ten laste gelegde feiten in Nederland hebben gepleegd. Oplichting en overtreding van de Wet Money Laundering wordt de Nederlandse staatsburger verweten. Raadsman Raoul Lobo heeft maandag zijn repliek gehouden in deze zaak. Hij vindt dat de dood van de benadeelde D. zijn cliënt niet kan worden aangerekend. De benadeelde is overleden aan bloedvergiftiging, kort nadat hij als getuige was gehoord op de zitting.

Lobo merkt op dat de Surinaamse rechter geen bevoegdheid heeft om kennis te nemen van strafbare feiten die Nederlanders in Nederland hebben gepleegd. Twee feiten hebben in Nederland plaatsgevonden en volgens de raadsman is er geen enkel bewijs geleverd dat deze in Suriname zouden zijn gepleegd.

Voor oplichting heeft de benadeelde geen aangifte gedaan. “Als de in de dagvaarding aangeduide benadeelde aangeeft, geen aangifte te hebben gedaan en nog niet wil doen, kan hij in feite niet worden aangemerkt als benadeelde en ontkent in feite dat hij is opgelicht. Het kan niet zo zijn dat het OM de benadeelde bestempeld als benadeelde, terwijl hijzelf weigert aangifte te doen”, zegt Lobo. Hij vindt de aantijging voor het witwassen ook onduidelijk. Hiervoor zijn er, volgens de literatuur, drie fasen voor nodig memoreert Lobo, die vindt dat er in deze kwestie sprake is van ‘verhullen’ en geen witwassen. De verdachte heeft indruk willen maken op zijn vriendin en heeft haar heel wat cadeautjes gegeven. De raadsman vroeg rechter Cynthia Valstein- Montnor om niet mee te gaan met de strafeis van het OM. De rechter beslist op 26 oktober in deze zaak.