Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 262

“Wat een gedoe is dat toch met dat welles-nietes terugroepen van die twee Pee-Ellers.”
“Ay, Opa Paul met de Schopschoen is niet te spreken over de brief van het CHS dat schrijft geen redenen te zien om Sapunneke en die Chitanneke terug te roepen.”
“Opa Paul zegt bij herhaling dat het tweetal z’n eigen weg is opgegaan, dus ze zijn uit de partij, dus ze zijn geen deel meer van de partij, dus hij heeft hun DNA-zetels teruggevorderd.”
“Iets klopt niet: je mag dus geen eigen initiatieven ontplooien als je in een partij zit?”
“Nee, volgens de middeleeuwse politieke regels in sommige politieke partijen in dit land ben je gelijk de verstoteling als je afwijkt van de lijn van Zijne Godheid, oftewel de bezitter-voorzitter van de partij.”
“Je bedoelt: in dit geval slaat dat op Papa-eeh, Zijne prins van Bali en Soerabaja, hertog van Sulawesi, kind van Mariёnburg, Weder geborene van Zoelen en Ellen, Voorzitter van de dubieuze Stichting MAKMUR in Rotterdam, Gevallene van de Verkiezingen van 2015, Verjaagde van Bouta de Herkozene. Daar zit’ie dan, de boos geworden, vol onbegrip zittende tjekre-tjekre koning, dat dwingerig partijdictatorretje, ook veroordeeld in Belanda-Ollande.”
“Zie je het onkan van die zogenoemde en zogenaamde Terugroepwet? Je geeft een baby van drie toch ook geen barbiersscheermes om mee te spelen? Die gaat er domme dingen mee doen en beschadigt meer zichzelf en vervuilt zijn omgeving dan dat die wat zinnigs afscheert.”
“Eerst roept hij DNA-leden terug die nog niet eens zijn beëdigd.”
“Dan dagvaardt hij de DNA-voorzitter omdat die zijn teruggeroepen partijleden toch voor de vergadering heeft geconvoceerd.”
“Je kan je zetels volgens mij pas terugeisen als betrokkenen officieel uit de partij zijn gestapt.”
“En dat bewijs je aan de rechter met een nette brief van betrokkenen, waarin zij verklaren per zo een datum hun lidmaatschap van de partij op te zeggen.”
“En dat hebben ze niet, nergens en nooit gedaan.”
“Maar opa Paul denkt en handelt zoals dat binnen een ouderwetse traditie ook toegaat: de oude baas en heerser van het gezin is ontevreden over een daad van zijn vrouwtje, dus hij schreeuwt tot driemaal toe: ‘Ik Verstoot Je!!!’, en dan is zij verstoten en kan zij haar boeltjes pakken. En dan nu kom je die oude baas zeggen dat die verstoting niet rechtsgeldig is? Da hoe dan?”
“Op hun beurt klagen SaPun & Co nu Paul & sem Restant aan dat ze niet zijn opgebracht als lid van de PL-fractie in DNA.”
“Heee, wacht even, je gaat eerst buiten mij om je eigen weg op en je onderhandelt met de tegenpartij: ‘Monster & Co, masters in verspilling van belastinggeld’. Ik eis daarom mijn partijzetels terug, da wil je dat niet doen? Pe yo doen? Dya jo doen. ”
“Al ga je honderd keer je eigen weg op, zolang je niet zelf zwart op wit uit de partij stapt, of eruit wordt getrapt, ben er nog lid van, met assembleezetel en al.”
“Dus dan zou Somo, althans de organen binnen zijn partij die daartoe bevoegd zijn, heel netjes met steekhoudende argumenten omkleedt, de twee ‘eigenweggers’ royeren uit PL en hen dat schriftelijk mededelen; daarna meldt hij de DNA-voorzitter, met als bijlage deze royeringsbrief, dat het tweetal niet meer behoort tot de partij, dus ook niet tot de PL-fractie.”
“Maar dan kunnen ze nog steeds voor vergaderingen van DNA geconvoceerd worden.”
“Natuurlijk. Ze zijn dan geen lid meer van de PL-fractie, maar ze zijn nog steeds toegelaten en beëdigd lid van DNA.”
“Ja, maar dan hoe eis je die zetels terug, zodat volgens de V 7 lijst opschuiving kan plaatsvinden en een VHP-er en een NPS-er kunnen binnenschuiven?”
“Maar zien jullie dan niet in hoe Somo met deze opschuivingskluif als lokaas de VHP en de NPS heeft meegekregen in deze terugroepfight? Een goeie politieke set van’em.”
“Maar als bij eventuele opschuiving de V 7-lijst wordt gehanteerd, al bestaat die club misgeboorte niet meer, moet het dus toch ook deze hele groep zijn die Sapun & Co terugroept.”
“Maar wel wat te laat, want de president en de vicepresident zijn intussen bij enkele kandidaatstelling officieel als verkozen verklaard. Dat is niet meer terug te draaien, al roep je die hele assemblee bij wijze van spreken terug.”
“Nu wil dictatorretje Somo dat de voorzitter van het Centraal Hoofdstembureau moet aftreden, omdat die niet heeft gezegd:’uw wil geschiedde, o verheven groothertog van Djawa, onderscheiden in de orde van de gouden Kroepoek.”
“Maar hij heeft een punt: de voorzitter van het CHS heeft de brief ook getekend namens drie afwezige leden, en dat mag niet.”
“Jakkes mang, kijk hier, ik vergroot het voor je op m’n mobiel: hij heeft als voorzitter bij hun namen geparafeerd en daarachter de reden van hun afwezigheid aangegeven. Dat moet hij doen, anders zouden er drie open plekken onderaan de brief staan. Nu is dat door de voorzitter verantwoord.”
“Oh, oh, wat een pienterheid. Wie adviseren die man?”
“Wwahaha. Gelukkig kan ik weer wat lachen, nadat het dak waar mijn kleinkind op school gaat, is weggewaaid.”
“Zie je, zie je, dit land is z’n zegens kwijtgeraakt; komt ervan als we de verkeerde politieke keuzes maken.”
“Zeg geen rommel, want we maken al meer dan zestig jaar verkeerde politieke keuzes. Dus daar komt het niet door.”
“Eerst de aardschokjes van een verder weg gelegen aardbeving, dan die windhoos waarbij de daken in het rond vlogen en nu ook een dreigende actief wordende onderzeese vulkaan bij Grenada.”
“En ik vind dat de overheid als eerste ervoor moet zorgen dat de daken van alle scholen goed tegen windstoten bestand zijn, want het onderhoud van overheidsgebouwen laat veel te wensen over.”
“Er is géééén gèèèèld, ga je weer horen zingen, daarom.”
“Stompzinnige dooddoener van onwillige onwetenden.”
“Maar er is wel geld om bij elke nieuwe regering de ministers allemaal een gloednieuwe wagen te schenken, uit de belastingspot, maar die pot is opeens te smal om te zorgen voor veilige daken voor onze kinderen op school.”
“En wattebout verrotte houten elektriciteitsmasten? Bijna is iemand verpletterd door zo een omgevallen mast met nog erbij zo een loodzware trafo erop.”
“Er is géééén gèèèèld daarvoor, want de EBS is failliet; zie de schuld die ze aan Staatsolie moeten betalen.”
“Laat men alvast alle verrotte houten palen vervangen. Roep desnoods de bevolking op om de palen voor hun deur te tjekken, en door te geven, want die vallen bij de volgende windhoos op hun auto, op hun schutting, op hun huis, op hun…”
“Ja, ja, op hun alles. En hout is uit de mode; gewoon van spanbeton maken, zeker die palen met trafo’s erop en palen waar meer trekkrachten op staan, zoals in bochten of eindpunten.”
“En wat zeker moet, is dat er een noodfonds komt dat de overheid elk jaar bijvult.”
“Maar ook daar is er géééén gèèèèld voor.”
“Jawel! Gewoon eenmalig 1% extra huurwaardebelasting, 1% extra Omzetbelasting, 1% extra governementtake op brandstof, en niemand moet gaan staan huilen, blèren en janken dat dát het leven duurder zal maken en dat Moesje, Singotiko en Baba gaan omkomen van de honger.”
“Dit zijn gewoon stemmingmakende sentimentaliteiten van juist de bezittende klassers die onder het mom van de armen, zichzelf beschermen tegen een sociale afdracht.”
“Hm, ja, ik begrijp je volkomen. Ik zeg gewoon: iedereen draagt bij, zodat iedereen geholpen kan worden.”
“En dat Dopplerapparaat dat OW al aangeschaft had om de Meteodienst betere weersvoorspellingen te laten doen, ligt al een paar maanden ongebruikt ergens op OW.”
“Ja, er moesten nog wat administratieve zaken in orde gemaakt worden.”
“Ow, maar nu komt er opeens wel vaart in die zaak.”
“Maar het zal windhozen niet kunnen voorspellen.”
”Dat weet ik ook, maar begin dat ding in ieder geval te installeren. Dan kunnen we zien in hoeverre het ons kan helpen. In Nederland kon men ruim twee dagen van tevoren voorspellen dat er zaterdag regen en fikse rukwinden zouden zijn. Men kon zich daarop voorbereiden.”
“Ay, zelfs een hele carnavalske optocht met grote praalwagens in Rotterdam werd afgelast. Daar investeert de overheid tenminste meer belastinggeld in de veiligheid van haar burgers.”
“Ik zeg: ik ga niet wachten totdat deze bevolking in plaats van achteraf klagen, leert opkomen voor z’n rechten. Ik drink nu of nooit. Proost.”

Rappa