Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 260
12 Jul 2015, 22:51
foto


“Soh, dinsdag wordt mijn basis, mijn Voortrekker, mijn Grote Roerganger, mijn...”
“Okee, Bouta wordt herkozen, no tak langa.”
“Maar er was een heel gedoe over dat bij acclamatie kiezen als er maar één kandidaat is.”
“Ja, dat heet het bekende ‘moeilijk doen’, ‘spijkers op laag water zoeken’, ‘dwarsliggen’ en ‘zoveel als mogelijk obstructie voeren als je je zin niet hebt kunnen krijgen.”
“En omdat alle traditionele partijen zo zijn ingesteld, dulden ze intern ook geen oppositie, geen kritiek, want dat staat gelijk aan opstand tegen den heilige voorzitter, den kleine god, Zijne politieke Hoogheid.”
“Zoals die ene kleine God, die Paul Wong Djawa, die dyenst uit alle macht, want hij heeft Sahpun en ChiTeng teruggeroepen en ze zijn toch beëdigd als DNA-lid.”
“Wat een klucht: Paul Pienter heeft in de stad met al z’n geweldige kletspraat iets meer dan 1300 stemmen vergaard, terwijl z’n ondervoorzitter Sahpun op zichzelf zo een 5.500 stemmen heeft vergaard. Een ware democraat had meteen de voorzittershamer aan z’n ondervoorzitter overgedragen.”
“Nee tok! Een ware Somokraat gaat dwarsliggen, kortgedinges aanspannen, deurwachtersexploten versturen, denkende dat daarmee zijn willetje als minderheid doorgedrukt kan worden.”
“Nou, in feite kan hij niet anders; ome Paul voert een ware politieke doodsstrijd: verliest hij deze fight, dan is hij politiek dood, dood, dood.”
“Maar binnen zowat alle oppositionele partijen rommelt het.”
“Binnen die Groenen is de AGS-NPS al een tijdje actief.”
“Wat is dat AGS-ding?”
“ActieGroep Seti NPS, met Wim Blokker, Armand Glunder en nog een paar anderen in de frontlinie. Ze zeggen dat ze de partij willen redden van de ondergang.”
“Nu pas? Minstens vijf jaar te laat.”
“Liever laat dan nooit.”
“Ik zeg: als politici opeens de zaak willen redden, willen ze in troebel water vissen. Niets is zo aantrekkelijk om in zo een ontredderde situatie die partij over te nemen.”
“Dat actiegroepmodel is niet nieuw in de Surinaamse politiek.”
“Klopt, het wordt meestal gebruikt binnen starre, democratieloze organisaties om de vastgeroeste leiding tot beweging te dwingen.”
“Als ik me niet vergis, werd het actiegroepmodel voor het eerst binnen de VHP toegepast, toen een groep VHP-ers het niet eens was met de voorstellen van Pengel voor het wijzigen van het Statuut; Pengel wilde een soort dominion-status van Suriname binnen het Koninkrijk der Nederlanden, net zoiets als het Britse gemenebest.”
“Maar Pengel en Lachmon waren toch samen met die zogenoemde verbroederingspolitiek?”
“Ja, om hun zaakjes te regelen, zo van: jij houdt de jouwen rustig, ik de mijnen, dan plunderen we beiden de schatkist, en de jouwen vallen de mijnen niet lastig, zoals toen gebeurde met die etnische rellen in Guyana, toen nog Brits-Guyana.”
“Maar deze verbroederingspolitiek duurde van 1954 tot 1967 toen de NPS-formateur de VHP bedankte en een andere Hindostaanse partij in de coalitie nam, de Actiegroep, AG.”
“Maar was Jopie Pengel met de NPS dan zo een groot voorstander van de onafhankelijkheid van Suriname?”
“Niet echt, als zodanig, maar Pengel was als de dood voor de opmars van de sterk nationalistisch getinte Eddy Bruma en zijn beweging, Wi egi sani, ons eigen ding, die later uitgroeide tot een politieke partij.”
“Ja, dat kan ik me herinneren; er werd een zware hetze gevoerd tegen Bruma; hij zou een communist zijn en een racist, die Suriname tot een onafhankelijke negerstaat wilde maken met het Sranan Tongo als officiële taal.”
“Ja, zo werd dat gebracht, alleen om de doorsnee-kiezers bang te maken; ik heb zelf als jongeman gehoord hoe op een wijkvergadering eindjaren vijftig werd geschreeuwd dat:’a man Bruma n’a wan communist, dat wan taki: van alles wat je twee hebt, gaat hij eentje nemen.’ En de mensen geloofden dat!”
“Natuurlijk. Het was de tijd van de Koude Oorlog: het kapitalistisch Westen tegen het communistisch Oosten. En in (Brits-)Guyana was de communistische advocaat Cheddy Jaggan de leider van de grootste politieke partij. En dat leidde tot een westerse invasie en tot een verschrikkelijke burgeroorlog, waarbij Hindostanen en creolen elkaar uitmoordden.”
“Dus wacht even: Pengel was als de dood voor de opmars van de nationalisten onder Bruma, maar ook Lachmon?”
“Natuurlijk, want de Hindostanen vreesden een creoolse overheersing als Bruma z’n zin kreeg en Suriname volgens zijn model onafhankelijk zou worden.”
“Maar dan is die toenadering tussen Pengel en Lachmon, dus ook die daaruit voortgekomen Verbroederingspolitiek, veroorzaakt door hun beider vrees voor Eddy Bruma.”
“Klopt als een zwerende vinger. Maar ook door de vrees voor elkaar. De creolen bijvoorbeeld waren als de dood voor de opmars van de Hindostanen. Pengel heeft wel geprobeerd Bruma de wind uit de zeilen te nemen door een paar zaken die de nationalisten voorstonden, samen met Lachmon door te drukken.”
“Zoals?”
“Een eigen vlag, een eigen volkslied, Surinaamse vrouwengezichten op de bankbiljetten, maar natuurlijk een beetje verwaterd. Maar Bruma was vooral niet eens met de Brokopondo-overeenkomst en vooral niet met de slinkse wijze waarop de eigenaren van de gronden van plantages in de Para waar gemijnd zou worden en waar de Paranam-fabrieken zouden worden gevestigd, werden onteigend. Men heeft die mensen voor de gek gehouden ten gunste van de Amerikanen.”
“Maar die Bruma had toch een politieke partij, hoe heette die weer?”
“De PNR, de Partij Nationalistische Republiek, nou, die naam zegt het al. En de PNR werkte sterk onder creoolse stadsjongeren en gaf ze een sterke ideologische scholing. Hun centrum lag aan de Weidestraat.”
“Ooooh, daarom is die straat naar hem vernoemd.”
“Maar de PNR is nooit een massa-partij geweest.”
“Vanwege die opjutting, die anti-propagada tegen hen. En Bruma was geen charismatische volksspreker zoals Pengel en Lachmon. Maar de PNR heeft wel enorme invloed gehad op het denken in ons land, tot de dag van vandaag. Denk maar aan mensen zoals Dobru en Derby; die kwamen uit de ideologische school van meester Bruma.”
“Werkelijk! En de onafhankelijkheid in 1975 was een rechtstreeks gevolg van Bruma’s deelname aan de coalitieregering van Henck Arron, de NPK-regering, die eind 1973 de verkiezingen won.”
“Maar bij de eerste verkiezing na de onafhankelijkheid gooide de NPS de PNR uit de coalitie en ging een coalitie aan met een nieuwe Hindostaanse partij, de HPP.”
“Zo gaat dat in de politiek: de Moor heeft zijn werk gedaan, de Moor kan gaan. Nu was de weg vrij om te gaan happen en gappen van die vette pot ontwikkelingshulp.”
“Ja, maar zoiets doe je Bruma niet ongestraft aan. Hij ging z’n nationalistische invloed toen verspreiden onder de ontevreden onderofficieren van de SKM, de Surinaamse krijgsmacht.”
“Ooh ja, deze jongens wilden naar Nederlands model ook een vakbond in het leger, de Bond Militair Kader, BoMiKa.”
“Jaaah, en ze kwamen daarbij frontaal in aanvaring met die oerconservatieve leiding van dat EsKaaEm-ding. De leiding van Bomika werd opgepakt en voor de rechter gesleept. Uitspraak op 26 februari 1980.”
“Een dag ervoor nemen de Bomika-onderofficieren het kamp over en eisen vrijlating van hun bondsleiding uit de cellen van het politiebureau aan de Waterkant. Dat gebeurt, maar zaken zijn al voorbij the point of no return, er is geen weg meer terug. De militaire machtsovername van 25 februari 1980 is een feit.”
“En de ellende die het tot gevolg had.”
“Ja, okee, maar vergeet niet de rommel en de rol van de Nederlandse militaire missie die de oorzaak ervan waren. Velen blazen de gevolgen breed op, maar verzwijgen en of verdoezelen bewust de oorzaken.”
“Dus de Bomika had de macht in handen?”
“Nee, dat Bomika-ding verdween en in de plaats kwam de Nationale Militaire Raad, de NMR, waarin kopstukken uit die Bomika ook zitting hadden, zeker de drie bestuursleden die bevrijd waren uit de gevangenis.”
“Wie waren dat? Bouterse? Horb?”
“Nee mang, Bouta kenden we toen nog niet. Dat waren Badresein Sital, Ramon Abrahams en Laurens Neede. Sital werd ook voorzitter van de NMR. Hij las ook de eerste verklaring van de NMR op de avond van 25 februari 1980 via de STVS zo tegen negen uur ’s avonds voor.”
“Dezelfde Sital, bijgenaamd Baadel, die door een NDP-topper uit de partij gejaagd zou worden?”
“Jawel, diezelfde. En begrijp je nu waarom Baadel zonder vrees durfde te zeggen dat degene die hem uit de partij wil jagen nog geboren moet worden?”
“Maar had die geweldige Bruma van je dan nog een rol bij dit alles.”
“Ik vind hem echt niet geweldiger dan wie dan ook; ik probeer alleen maar zijn rol te schetsen en daaruit dingen te begrijpen. Bruma’s rol na 25 februari 1980? Hij stelde de eerste regering na de coup samen; hij was de formateur van de eerste regering Chin A Sen. Jij nu.”
“Maar waarom staan deze dingen niet in de geschiedenisboekjes.”
“Ze staan er volgens mij wel in. En straks wordt een van de mensen die veel invloed onderging van de nationalistische ideeën van Eddy Bruma voor de tweede keer president van dit land.”
“Laten we zien hoe z’n tweede termijn verloopt, want de eerste was niet bepaald een aaneenschakeling van successen.”
“Dat kwam door allerlei chanteurs in de coalitie. Die liggen er nu uit. Now yo syi beleid.”
“Hebben we hard nodig, met harde maatregelen, willen we geen tweede Griekenland worden.”
“Daar drink ik op: geen tweede Griekenland.”
“Proost.”

Rappa
Advertenties

Tuesday 23 April
Monday 22 April
Sunday 21 April