Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 246
05 Apr 2015, 22:20
foto


“Heren, vrolijk Pasen.”
“Moest jij niet in de kerk zijn, in plaats van hier je lever te komen verdrinken?”
“Kijk naar jezelf, o heilige broeder, ook gij zijt hier aanwezig om het licht van de verrijzenis in vloeibare vorm tot u te nemen.”
“Waarde alcoholische broeder; nuchter zijnde praat u reeds als een beschonkene. Laat staan straks als u zich volgegoten heeft.”
”Praten jullie nou eens even normaal. Wat een toestanden om ons heen. Een oud-bekende van de politie trekt bij een roofoverval een plastic pistool en wordt terstond getrakteerd op een lading gloeiend lood uit een echt jachtgeweer.”
“Ik vind dat heel erg, maar eerlijk: ba suku, ba feni, ba tyari. Nu zal hij voor eeuwig speelgoedpistooltjes trekken daar boven.”
“Ik denk eerder daar beneden.’
“Maar dat wat die ene bromfietsjongen heeft getrokken daar op het parkeerterrein van TBL was geen speelgoedmes.”
“Fout, de politie spreekt tegenwoordig van ‘een scherp voorwerp’, niet meer van een dolk, slagersmes, keukenmes, vlindermes of stiletto. Nee, simpel en duidelijk: een scherp voorwerp.”
“Aan een scherp voorwerp kan je je eerder snijden. Ik zou liever zeggen ‘een steekwapen’.
“Okay, dus waarmee daar op dat parkeerterrein mee gestoken is, was geen speelgoedscherpvoorwerp, maar een echt scherp voorwerp.”
“Nou, dat schijnt daar flink uit de hand gelopen te zijn, want naast de ter plekke overledene, is er ook een gewonde gevallen.”
“Weer eens een woordenwisseling die uit de hand is gelopen.”
“Er werden meisjes geschenen door groepje A; dat vond groepje B niet zo leuk, toen begon het wisselen van woorden tussen A en B, steeds grotere woorden werden gewisseld zo te zien, mannelijke trots en groepsmacho stonden centraal blijkbaar; toen kwam de messentrekker in beeld, hij kwam, trok, stak en stak en toen bloed, bloed, bloed, en toen wegrennen, wegracen, een bromfiets zelfs achterlatend.”
“En een jongeman bloedt daar dood, in de bloei van z’n leven en velen zijn nu in diepe rouw gedompeld.”
“Ik denk aan dat vorige geval daar, waarbij die heer ook na wisseling van woorden door ook een jongeman met ook een scherp voorwerp ook tragisch aan z’n einde kwam.”
“En ik denk aan die scène uit de musical West Side Story waarbij die verliefde jongen tijdens zo een groepsgevecht, ook ergens op een betegelde, verlaten plek tussen de gebouwen aan de West Side in New York werd doodgestoken; hij was verliefd op Maria, een meisje uit de andere groep.”
“Ja, daar noem je een naam, de musical West Side Story. Schitterende muziek, sterke teksten. Kan je nog dat liedje herinneren waar die Puerto Ricaanse meisjes zingen dat ze hoe dan ook liever op het eiland Manhattan in Amerika willen blijven, in plaats van op Puerto Rico, the island were hurricanes are blowing, the population is growing, money is owing, babys are crying, bullets are flying. En de jongens zingen: Everything is right in America, if you’re white in America.”
“Nu jullie het eenmaal over Broadway musical-successen hebben, wattebout de musical Hair? Daarin waren er ook keiharde teksten en steengoede zang, dans en muziek.”
“Wacht even, dat was die musical waar langharige jongeren, hippies, het dragen van lang haar promootten en fel ageerden tegen de waanzin van de oorlog in Vietnam?”
“Klopt, liedjes als Let the sun shine in, Aquarius, met de voorspelling dat als de maan in z’n zevende huis staat en Jupiter op één lijn staat met Mars, dat dan vrede en liefde de planeten en de sterren zal leiden; dan zal het de eeuw van het sterrenbeeld Waterman zijn.”
“Ik kan me die tekst uit Hair niet herinneren.”
“En in het Engels dan:‘When the moon is in the Seventh House, and Jupiter aligns with Mars, then peace will guide the planets and love will steer the stars, this is the age of Aquarius...”
“Ja, zo ken ik het. Ja, wat een schitterende muziek was dat.”
“Als jullie eenmaal in de musicalsfeer zijn, wil ik dan in de paassfeer noemen de musical ‘Jezus Christ Superstar’. Weten jullie nog dat de kerk toentertijd deze film niet geschikt achtte voor ons, jongeren, en dat we juist toen massaal naar die film zijn gaan kijken?”
“Ai, matineevoorstellingen zaterdagochtend vanaf half twaalf in het aircotheater Star, met Dolby stereo sound en zachte stoelen, nu verworden tot een van onze honderd casino’s.”
“Ja mang, Jezus Christ Superstar. Kunnen jullie je dat eerste liedje uit de film herinneren waar die donkere jongen die Judas speelde, zijn leider Jezus toezingt vanuit een heuvel en zegt dat hij altijd zijn trouwe righthandman, zijn rechterhand, is geweest, maar dat hij nu twijfelt aan de groepsidealen en zijn leider waarschuwt, maar die wil niet naar hem luisteren, he won’t listen to me.”
“Maar waarom vond de kerk deze film dan niet geschikt voor jullie?”
“Oh jongere zuiplap in ons midden, wij komen uit die goeie ouwe tijd waar alles verboden was. Omdat er in de musical een realistisch beeld van Jezus werd gepresenteerd en vooral vanwege de prominente aanwezigheid van zijn vriendin, zijn geliefde, namelijk Maria Magdalena.”
“Maar tijdens de paaswake in de r.-k. parochie in Paramaribo-noord heeft de pastoor gesteld, dat tweeduizend jaar na de wederopstanding van Jezus de mensheid verder dan ooit is van ‘vrede op aarde’; mensen moorden elkaar links en rechts uit.”
“Die pastoor vond ik heel sterk toen hij stelde dat er maar één God is, of je nou hindoe, moslim of christen bent. Er is maar één Almacht.”
“Maar waar hij volgens mij de mist inging, was waar hij het over wereldlijke zaken had. Hij zegt dat hij onpartijdig is, maar toch bemoeit hij met onze politiek door te zeggen dat we uit elkaar groeien omdat er zoveel politieke partijen zijn.”
“Maar hij heeft toch gelijk? Al die partijen vergroten de verdeeldheid.”
“Wil jij samen met je pastoor dan zeggen dat we naar een éénpartijstaat moeten gaan?”
“Nee, dat niet, maar er zijn inderdaad teveel partijen.”
“Wanneer zijn er dan volgens jou en je buitenlandse pastoor niet teveel partijen? Waar trek je die grens? Bij drie, vijf, zeven, acht? En wie trekt die grens?”
“Ben ik met Ron eens: of je laat maar eentje toe, of meer zonder maximum. Laat ze desnoods SRD 5000 per partij betalen als ze zich zo graag willen inschrijven. Dan verbiedt je niemand, maar je stelt ook financiële eisen.”
“Dat van die 5000 per partij is beter dan dat stomme gedoe met die 1% regeling. Meki den pai, ze hebben toch zoveel duizend leden? Als elk lid twee SRD zet, dan hebben ze meer dan dat geld om zich in te schrijven. Kijk hoeveel deze inschrijving de staat alleen al aan manuren kost. Ik zou ook de termijn van inschrijving inkorten: maandag, woensdag en vrijdag van negen tot twaalf uur. En dat volgens een strak rooster op grond van een vooraanmelding.”
“Daarna is het: laat is laat. En al belt Obama uit Washington of de paus uit Rome dat je toch geholpen moet worden, sorry, ga je dan maar dáár inschrijven.”
“En als die pastoor vindt dat er door zoveel politieke partijen verdeeldheid ontstaat, is deze verdeeldheid dan ook niet ontstaan door het grote aantal christelijke kerken? Waarom geeft zijn kerk die uit elkaar is gevallen sinds de protestant Martin Luther, dan niet het goede voorbeeld om alle christelijke kerken weer te verenigen? Het is toch zo gemakkelijk om politici de schuld van verdeeldheid onder de bevolking te geven.”
“En ik zeg dat het moreel verval onder grote groepen van mensen ook het gevolg is van het verwaarlozen van het pastorale werk van de kerk. Hoe komt het dat de kerken alleen op hoogtijdagen als Pasen en Kerst gevuld zijn?”
“Ik vond hem wel sterk toen hij zei dat men maar niet steeds moet praten over ‘het land’, a kondre, dat is maar een stuk grond en een stuk grond voelt niets. Het gaat om de mensen die er wonen en om het mens-zijn.”
“Ja, ben ik eens. Leve het mens-zijn. Daarom geef ik een rondje levenswater. Ober vul de glazen. Een paasrondje.”
“Yeah, yeah, leve Pasen.”
“Dat feni wan vrij sopi, dus leve alles voor hem.”
“Proost”

Rappa
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April