Column: Uitkijk
09 Mar 2015, 10:00
foto
Sandew Hira en Kenneth Donau.


Sisa Flos uit Nederland is betrokken bij de organisatie van een Sranan Tongo evenement dat jaarlijks gehouden wordt bij de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam. Het doel is het promoten van het Sranan Tongo. Ze vroeg me of ik een column wilde schrijven in het Sranan Tongo.
“Geen probleem”, antwoordde ik. Het moet niet zo moeilijk zijn. Ik heb me enorm vergist.

Mijn column zou gaan over de Phagwa viering in Uitkijk. Ik merk dat ik in het Nederlands denk en geen moeite heb om Sranan Tongo te praten, maar als ik luister naar wat ik zeg, praat ik een koeterwaals van Nederlands en Sranan Tongo.
“Deze column gaat over Uitkijk” vertaal ik met “A column disi e go abra Uitkijk”.
Wat is het Sranan Tongo woord voor column? Geen idee.
“Abra Uitkijk” klinkt raar in mijn oren. Hoe zeg je precies: “Dit gaat over iets”. “A san disi e go abra wan sani?” Klinkt gek.

Het is niet gemakkelijk om Sranan woorden te vinden om uit te drukken wat je wilt zeggen. Ik heb mijn hoofd hierover gebogen en ben tot de conclusie gekomen dat ik het gewoon niet kan.
Ik vertelde aan een Hindostaanse broeder over het idee van Flos en die vroeg direct: “Kun je niet een column in het Sarnámi schrijven”. Etnische gevoeligheden. Dat heb je ook.
Mijn Sranan Tongo is koeterwaals, maar mijn Sarnámi is nog veel erger.
Ik hou op met pogingen om een column te schrijven in het Sranan Tongo of Sarnámi. Laten mensen die beter zijn dan ik het doen, want dit kan ik niet.
Dus zal ik mijn column over Uitkijk gewoon in het Nederlands doen.

De schoonfamilie van mijn dochter woont op Uitkijk. De familie had me uitgenodigd om Phagwa met haar te vieren. Ik werd samen met Kenneth Donau opgehaald in de stad. Eén van de familieleden verhuurt kamers aan Nederlandse stagiairs. Die waren dus ook meegegaan naar Uitkijk om Phagwa te vieren.
De Dhol-speler was een jonge meubelmaker die een ongeluk had gehad met zijn hand. Dus kwam de chautal-groep een dhol-speler tekort. Ik kreeg een dhol in mijn armen geduwd en het volgende uur mocht ik mijn handen bont en blauw slaan op de dhol. Voor de deskundigen was mijn spel niet om aan te horen. Waar ik moest stoppen, ging ik door. Waar ik door moest gaan, ging ik stoppen. Waar ik snel moest slaan, ging ik langzaam en uit de maat. Maar kennelijk maakt dat niets uit als mensen alcohol op hebben en zich de longen uit hun lijf schreeuwen.

Eén van de familieleden was zo aardig om voor Kenneth en mij in het Nederlands uit te leggen waar de liederen over gingen. Eén lied vertelt het verhaal van hoe de bloemen en fruitbomen in bloei staan, maar de vriend maar niet komt opdagen. Het klinkt als een romantisch lied, maar als je dat op zijn chautals hoort schreeuwen lijkt het meer op: “Verdomme, kom als de donder hier”.
Sommige teksten worden ter plekke gemaakt. Zo zong iemand de stagiairs toe op de ritmes van de chautal. De meisjes waren in trek bij de jongens, want die gingen letterlijk en figuurlijk achter de meisjes aan.

De familie had een chautal band. Maar er kwam een andere band uit de buurt die van huis naar huis trok en ook ons huis aandeed. De opzwepende muziek, de sterke ritmes, de zang deden me soms denken aan andere culturen waar je van de muziek bijna in trance raakt.
Kenneth en ik hebben flink genoten van de muziek en de mensen in hun vrolijke en gekscherende bui en het lekkere eten. Mijn favoriete roti doks was er ook.

Ik had me erg verheugd op Phagwa in Suriname. Met dank aan de schoonfamilie van mijn dochter heb ik nu één van de leukste herinneringen aan mijn bezoek aan Suriname.

Sandew Hira
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April