Column: Lelijke mensen kunnen ook gelijk hebben…
02 Mar 2015, 14:15
foto


Op woensdag 4 maart houd ik een lezing op de Anton de Kom Universiteit over de relatie tussen nationale identiteit en etnische identiteit. In alle multiculturele samenlevingen is dit vraagstuk van cruciaal belang. Wat is de culturele grondslag voor een natie die bestaat uit verschillende etnische groepen? Is dat een nationale cultuur die boven de afzonderlijke etnische culturen uitstijgt? Hoe zou zo een cultuur eruit zien? Is het een samensmelting van verschillende culturen in één nationale cultuur? Is het een samenstelling uit afzonderlijke etnische culturen? Deze vragen raken het hart van natievorming. Het zijn gevoelige onderwerpen. Emotie neemt het soms over van verstand.

Een discussie waarin je op basis van verstandelijke argumenten probeert kennis te produceren heeft te maken met het zoeken naar 'objectieve' beoordelingscriteria, criteria die onafhankelijk zijn van persoonlijke gevoelens. Stel dat we proberen uit te vinden: is de maan vierkant of rond. Je probeert eerst te definiëren wat vierkant is en wat rond. Vervolgens kijk je naar de maan en probeert dan vast te stellen of haar vorm vierkant of rond is. Het heeft niets te maken met je persoonlijke gevoelens. Als je merkt dat je het aan het verkeerde eind hebt, geef je dat toe en iedereen gaat verder met waar hij of zij mee bezig was. Als je vanuit je onderbuik redeneert, ga je anders te werk.

Neem de discussie die ik had met het Jnan Adhin Instituut over de vraag of de Europese beschaving primitiever was dan de Inheemse of Marron beschaving. In een verstandelijke discussie ga je dan over criteria discussiëren. Welke criteria zou je moeten hanteren: technologie of moraal of iets anders. Met je gezond verstand voel je aan dat technologie niet het criterium kan zijn getuige het voorbeeld van de Nazi-samenleving met een hoog niveau van technologische ontwikkeling en een laag niveau van beschaving. Stel dat je moraal neemt als criterium, dan vergelijk je de moraal van de kolonisator met de moraal van haar slachtoffers. Het heeft niets te maken met persoonlijke gevoelens.

Wat zie ik regelmatig bij mensen die niet met hun verstand maar met hun onderbuik redeneren? Ze gebruiken het argument dat ik zou noemen “hij is dik en lelijk”. Als je geen rationeel antwoord hebt, dan geef je dat niet toe, maar ga je je opponent aanvallen op persoonlijke zaken. Ik zie dat vaak: Hira woont in Nederland, hij haat Europeanen, hij is ongenuanceerd, hij is een vreselijk mens, hij is een opportunist, hij staat alleen want de meerderheid van onze (?) mensen is het niet met hem eens enzovoort, enzovoort.
Laten we aannemen dat dat allemaal zo is: ik ben dik en lelijk. Dan heb ik een verrassing voor deze mensen: lelijke mensen kunnen ook gelijk hebben. Dus als je iemand overtuigd hebt dat ik een verschrikkelijk mens ben, dan heb je nog niets bewezen in de discussie over de maan of de beschaving van kolonisator en gekoloniseerde. Een lelijke persoon die zegt dat de maan rond is, heeft gelijk en een mooie persoon die zegt dat de maan vierkant is, heeft ongelijk. Dat komt omdat we criteria hebben over vierkant en rond die niets te maken hebben met hoe dik en lelijk iemand is.
Het klinkt logisch, niet waar? Hoe komt het dan dat sommige mensen steeds het argument gebruiken “hij is dik en lelijk”? Dat komt omdat deze mensen niet geïnteresseerd zijn in de productie van kennis. Ze zijn bezig met politieke strijd en met het verdedigen van stellingen die wetenschappelijk niet verdedigbaar zijn in hun politieke strijd. In die strijd zijn ze op zoek naar medestanders in plaats van kennis. Ik ben niet geïnteresseerd in medestanders. Ik ben geïnteresseerd in kennisproductie. Ook al ben ik de enige op de wereld die leugens bekritiseert, dat zal mij er niet van weerhouden om te zoeken naar hoe we de wereld waarin we leven moeten begrijpen, ook al zou dat betekenen dat ik eerdere opvattingen zou moeten loslaten.

Dat is het geval in het vraagstuk over de relatie tussen nationale en etnische identiteit. Verschillende denkers uit de meest uiteenlopende culturen hebben over deze vragen nagedacht. Eén van de meest interessante discussies hierover had ik met Babuuzibwa Luutu uit Oeganda. Ik heb hem eind januari in Maleisië ontmoet op een conferentie van Multiversity, een internationaal netwerk van intellectuelen en activisten dat nieuwe dekoloniale kennis produceert. We hebben een middag zitten praten over zijn ervaringen in de sociale strijd in Oeganda. Oeganda is het land waar in 1972 dictator Idi Amin alle Hindostanen in dat land 24 uur de tijd gaf om het land te verlaten met achterlating van hun eigendommen die in handen vielen van de aanhangers van Idi Amin.
Luutu leidt de Marcus Garvey Pan African University. Hij vertelde me over zijn deelname aan de strijd tegen de dictatuur van Idi Amin. Hij zat toen in een communistische organisatie waarin ook Hindostanen actief waren. Marcus Garvey was een anti-communist. Hoe moet ik de overgang van communist naar Garveyist begrijpen?
Luutu legt het me uit: “Net als miljoenen mensen over de hele wereld werd ik in het laatste kwart van de vorige eeuw aangetrokken door het marxisme. Ik zocht naar een theorie over bevrijding en vond die in het marxisme. De marxistische klassentheorie gaf een duidelijke verklaring over hoe we onderdrukking moeten begrijpen en vooral hoe we daartegen moeten strijden door een Leninistische voorhoedepartij te bouwen. Etnische identiteit was geen deel van de werkelijke strijd, die tegen imperialisme en kapitalisme.” Maar het socialistische blok stortte eind vorige eeuw in elkaar. De ervaringen met deze samenlevingen leerden dat etnische spanningen niet verdwenen waren in een socialistische maatschappij.
Luutu: “Net als miljoenen andere socialisten ben ook ik weer gaan nadenken over andere theorieën van bevrijding. Zo ben ik opnieuw gaan kijken naar Marcus Garvey en het belang van zelfbewustzijn als zwarte mens en als deel van een cultuur en beschaving die al eeuwen bestaat. Dat is een andere benadering dan de klassebenadering.” We hebben lang gesproken over de relatie tussen klasse en etniciteit. Maar het meest opvallende vond ik de houding van het kritisch overdenken van je eigen intellectuele ontwikkeling. Luutu komt uit dezelfde internationale beweging als ik: de marxistische. Ook ik heb kritisch moeten kijken naar mijn marxistische scholing en geconcludeerd dat er een andere discourse van bevrijding mogelijk is die een beter antwoord heeft op de vraag naar de verhouding tussen klasse, nationale en etnische identiteit. Dat zal ik woensdag uitleggen.


Sandew Hira

p.s. Gegevens over de lezing
Datum: woensdag 4 maart
Locatie: IGSR, Anton de Kom Universiteit, Leysweg Paramaribo
Aanvang: 19.30 uur (inloop 19.00 uur)
Organisatie: Master in Education and Research for Sustainable Development (MERSD) van de Anton de Kom Universiteit.
Advertenties

Tuesday 23 April
Monday 22 April
Sunday 21 April