Adhin wil kader aantrekken voor versterking onderwijs

Minister Ashwin Adhin van Onderwijs en Volksontwikkeling heeft in India en Nederland besprekingen gevoerd hoe hoger kader aangetrokken kan worden. De bedoeling is dat ook elders, waaronder België, nog gekeken zal worden. “Onze instituten, moeten versterkt worden om bepaalde studies die in gedrang komen door een tekort aan kader te redden uit die situatie”, zei Adhin op een persconferentie.

Met de studenten in Nederland zijn verschillende grieven besproken, waaronder de borgsom van 10.000 euro. Ook huisvesting en openbaar vervoer zijn problemen. Het gaat vooral om studenten met een Surinaamse nationaliteit en studies die in Suriname niet gevolgd kunnen worden. Het idee is een collectieve borgsom en dat de Staat Suriname garant staat voor de studenten. De komende maanden zullen de mogelijkheden en de voorwaarden voor de financiering bekeken worden. Het is wel ook de bedoeling dat studenten na hun studieperiode terug komen naar Suriname om te werken.

Open Universiteit
Met de Indira Ghandi National Open University, heeft Adhin ook gesproken over het opstarten van een open universiteit in Suriname. “Zo een open universiteit heeft heel veel disciplines, die via distance learning online worden verzorgd.” Er is geen diploma vereist voor een Bachelor studie. De studenten moeten alleen de methode en het niveau aankunnen. “Dit heeft in principe te maken met het opengooien van het hoger onderwijs voor iedereen”, legt Adhin verder uit. De open universiteit moet net als de studiefinanciering bijdragen tot het verhogen van kader.

De mogelijkheden van het volgen van opleidingen in Suriname wordt met de open universiteit enorm vergroot. Studenten kunnen hier blijven studeren.
De bedoeling is dat in Suriname een rechtspersoon gecreëerd wordt om een samenwerkingsverband aan te gaan met de universiteit van India. De kosten van deze universiteit zijn vrij laag, deelt de bewindsman mee. Het zijn geacccrediteerde instanties, waarbij de kosten laag zijn. Ook op cultureel gebied komen er uitwisselingsprojecten.

Raoul Lith