Acht maanden voor drugsbezit

Tegen Romeo V. heeft rechter Marie Mettendaf vandaag een celstraf uitgesproken van acht maanden, waarvan vier voorwaardelijk, een geldboete van SRD 200 of een hechtenis van twee weken. Op 4 oktober van dit jaar deed de politie een inval in een woning. Er werd toen 366 gram marihuana, een fijnweger en enkele zakjes gevonden.

Bij het zien van de politie sprong de veroordeelde uit het raam. Bij de politie verklaarde hij dat de drugs aan hem toebehoorde, maar daarna kwam hij terug op zijn verklaringen. Daarna verklaarde hij weer dat het zijn spullen waren en later zei hij dat het spul van zijn neef was en dat hij erop moest letten.
Officier van Justitie, Reshmi Rathipal, voerde aan dat zij de overtuiging heeft dat er daar drugs verhandeld werd, maar dat er geen harde bewijzen voor zijn. De politie kreeg een tip uit de samenleving en rukte toen uit. De raadsman van Romeo V. voerde aan dat zijn cliënt zeven kinderen te verzorgen heeft, een schuld van SRD 780 per maand heeft af te lossen en dat zijn vrouw in verwachting is van hun achtste kind. Hij vroeg om een mildere strafmaat voor zijn cliënt.

Rathipal merkte op dat de neef over wie hij het had, niet achterhaald is. De politie is erop uitgegaan, maar hij werd nergens gevonden. Zij stelde dat het algemeen belang zwaarder weegt dan het persoonlijke belang en voerde aan dat Romeo V. beter had moeten weten. Verder vroeg Rathipal zich af waarom de veroordeelde uit het raam moest springen bij het zien van de politie, indien hij geen boter op zijn kop had. Zij eiste een celstraf van acht maanden, waarvan twee voorwaardelijk, een geldboete van SRD750 of een hechtenis van twee maanden.
Mettendaf benadrukte dat Romeo V. de drugs voor zijn neef moest houden, terwijl hij wist dat zulks niet toegestaan is. Hij heeft zich niet gedistantieerd hiervan. Daarnaast heeft de veroordeelde steeds tegenstrijdige verklaringen afgelegd. Mettendaf achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen.

Wanita Ramnath