Column: Reflecties op Srefidensi
24 Nov 2014, 15:30
foto


Op 25 november is het alweer 39 jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd. De onafhankelijkheid is een historische mijlpaal in de geschiedenis van het Surinaamse volk. Welke conclusies kunnen we trekken uit deze periode?

De eerste conclusie is dat we waardering moeten uitspreken voor de mensen die de onafhankelijkheid op de agenda hebben gezet: de progressieve beweging van Suriname, van Anton de Kom tot en met Eddy Bruma en daarna. Tegen de indringende koloniale tijdgeest in hebben deze mensen de moed gehad om uit te spreken wat ieder zichzelf respecterend mens hoort te zeggen: geen land kan eeuwig bezet worden door een vreemde mogendheid, en alle mensen horen vrij te zijn.
Wat nu vanzelfsprekend lijkt, was toen allerminst zo. Veel Surinamers waren zo diep gekoloniseerd in hun geest dat ze verlangden naar de tijd dat de witte man met een tropenhelm hem/haar bevelen gaf van wat hij/zij moest doen en hoe hij/zij het moest doen. In zo’n situatie moet je sterk in je schoenen staan om tegen die tijdgeest in te gaan. Nu zullen er maar weinig Surinamers zijn – van alle politieke partijen – die nog verlangen naar de witte man met tropenhelm.

De tweede conclusie is dat die waardering zich moet uitbreiden naar de politieke partijen van toen die tegen de onafhankelijkheid waren (met name de VHP en NPS) en later hun historische verantwoordelijkheid genomen hebben om de onafhankelijkheid daadwerkelijk tot stand te brengen. Henck Arron en Jagernath Lachmon verdienen die waardering omdat zij een historisch besluit hebben genomen. Hoewel Lachmon zich lange tijd tegen onafhankelijkheid heeft opgesteld – bijna tot de laatste snik – is het feit dat hij, weliswaar onder druk van George Hindori, uiteindelijk gekozen heeft om toch mee te gaan een historisch juist besluit geweest. In de VHP is George Hindori vaak afgeschilderd als een verrader. Vorig jaar heeft VHP topper Sonny Hira een pleidooi gehouden om Hindori binnen de VHP in ere te herstellen. Santokhi’s reactie was dat hij Hindori altijd als een held heeft beschouwd. Dat is een goede ontwikkeling. Het toont aan dat ook in de VHP de erkenning is van de bijdrage die iedereen geleverd heeft in de totstandkoming van de onafhankelijkheid.

De derde conclusie is dat de angstscenario’s die de Hollanders hebben geschetst van de onafhankelijkheid, geen grond hebben gehad. Holland propageerde jarenlang het White Saviour complex. Wit Holland zal donker Suriname economisch redden zodat ze zelfstandig op eigen benen kan staan. De leugens over ontwikkelingshulp als hulp voor Suriname in plaats van hulp voor multinationals werden door velen geloofd. Nederland heeft decennialang ontwikkelingshulp gegeven en het gevolg was vergroting van de armoede, verscherping van de tegenstelling tussen arm en rijk en plundering van de grondstoffen ten voordele van multinationals. Voor iedere gulden ontwikkelingshulp gingen drie guldens als winstovermaking naar het buitenland, blijkt uit te betalingsbalans van Suriname tussen 1954 en 1975. De afgelopen vier decennia hebben laten zien dat in de periode zonder ontwikkelingshulp de creatieve geest in Suriname tot wasdom is gekomen en Suriname beter af is zonder ontwikkelingshulp. Staatsolie is daarvan het beste, maar niet het enige voorbeeld.

De vierde conclusie is dat de coup van 25 februari een gemiste kans is geweest om Suriname omhoog te stuwen in haar historische ontwikkeling. In 1980 stond de overgrote meerderheid van de Surinaamse bevolking positief tegenover de coup (al zijn er mensen nu die daar niet graag aan herinnerd willen worden). Die positieve sentimenten hadden bij een verstandige politiek omgezet kunnen worden in voortdurende steun als de leiders van toen het voorbeeld van grote leiders als Mandela hadden gevolgd en zich lieten leiden door morele principes in plaats van politiek opportunisme. De Decembermoorden waren moreel en politiek een enorm dieptepunt in dit proces. Het heeft Suriname voor een langere periode politiek en economisch teruggegooid naar een lager niveau van ontwikkeling. Zonder de Decembermoorden zou Suriname vandaag op een hoger welvaartsniveau staan en zou Bouterse de status hebben gehad van Simon Bolivar. Iedere keer als zich een kans bood om alsnog politieke besluiten te baseren op morele gronden, heeft hij die kans laten liggen. Recentelijk was dat het geval met de amnestiewet. De optie om amnestie door een waarheidscommissie te laten geven zou onzekerheid scheppen voor de president van Suriname, maar zou een groot deel van de Surinaamse bevolking meenemen in een educatief proces over hoe om te gaan met ingrijpende gebeurtenissen als de Decembermoorden. Zuid-Afrika heeft laten zien dat dat positief kan werken.

Een laatste conclusie betreft de Surinaamse Diaspora. Vroeger werden Surinamers in Nederland bij een deel van de Surinaamse bevolking nog beschouwd als verraders die hun land in de steek hebben gelaten. Bij een kleiner deel zal die opvatting nog wel bestaan. Maar het concept van de Surinaamse Diaspora laat zien dat er een groeiende groep is die bereid is om te kijken naar wat ons bindt in plaats van wat ons scheidt. Vaak wordt er eenzijdig gekeken naar wat de Surinamers in de Diaspora kunnen betekenen voor Suriname (vooral economisch en qua intellectueel potentieel). Maar nu Surinamers in Nederland in de voorlinie staan in de strijd tegen racisme is het ook tijd om te kijken wat Surinamers in Suriname kunnen betekenen in de ondersteuning van hun volksgenoten in Nederland in deze strijd. Het is tijd om de eenzijdige relatie om te zetten in een relatie van solidariteit.

Sandew Hira
Advertenties

Wednesday 24 April
Tuesday 23 April
Monday 22 April