Advocaat betwist rechtmatigheid bewijs
21 Nov 2014, 05:00
foto


Het Openbaar Ministerie (OM) vindt dat in een mensensmokkelzaak het bewijs rechtmatig is verkregen. Dit voerde officier van justitie, Astrid Niamat, aan tijdens de zitting, donderdag. Raadsman Frank Truideman deelt een andere mening hierover. In deze zaak staat de verdachte Bo Fang S. terecht. Hij wordt verweten van medeplichtigheid aan mensensmokkel.

De verdachte werd in de eerste instantie gehoord in een zaak waarbij een Chinese man na mishandeling het leven liet. Toen deze criminele daad onderzocht werd, rolde een andere zaak eruit. Het slachtoffer was met nog vijf anderen illegaal het land binnengebracht. Daarna kreeg Bo Fang S. de status van verdachte. Daarnaast overlegde de officier een arrest van de Hoge Raad, dat haar standpunt verduidelijkte. Eerder werd Bo Fang S. voorlopig in vrijheid gesteld.

Volgens Truideman moet er gewerkt worden met het procesdossier en er moet gekeken worden naar het resultaat van het onderzoek. In deze zaak is een slachtoffer, een Chinese vrouw, gehoord. Na doorlichting is volgens de raadsman niet gebleken dat zijn cliënt aan mensensmokkel heeft gedaan. Ook zou hij geen deel uitmaken van een criminele organisatie. Truideman voerde aan dat zijn cliënt niet de persoon is geweest die de slachtoffers uit China heeft laten halen. Hij heeft slechts de mensen naar een appartement getransporteerd. De advocaat bleef erbij dat zijn cliënt geen schuld heeft in deze zaak en dat het feit niet bewezen is. Hij vroeg om zijn cliënt vrij te spreken van de algehele tenlastelegging.

Naar Brazilië
Eerder had Niamat in deze zaak een celstraf van twaalf maanden waarvan zes voorwaardelijk, een proeftijd van drie jaar geëist tegen de verdachte. Het slachtoffer had toen verklaard dat zij in China was benaderd door een vriend om naar Suriname te gaan. Ze zou een baan krijgen met een salaris tussen de US$ 1.000 en US$ 1.500. De vrouw had ingestemd. Ze was samen met zes anderen in december van het afgelopen jaar afgereisd naar Suriname. Eerder had het slachtoffer bij de politie verklaard dat haar was voorgehouden dat zij naar Brazilië zou gaan. Pas in het land aangekomen, zag zij op haar mobiele telefoon dat zij in Suriname was. Zij beweerde dat de groep met de boot is overgestoken, waarna zij met een wagen is vervoerd naar Paramaribo.

De vrouw had al iets langer dan een maand gewerkt toen een man uit de groep overleed in het ziekenhuis. Het slachtoffer verklaarde dat de verdachte haar had uitbetaald en dat zij als serveerster werkte in een bar. Zij bemoeide met niemand en werd naar het werk gebracht met een wagen. Na werktijd werd zij weer afgezet. Het slachtoffer vertelde ook dat de verdachte haar bescheiden had genomen om haar verblijf in orde te maken. Haar was beloofd dat zij een visum van drie jaar zou krijgen. Zij kon zich vrij bewegen en heeft nooit om hulp gevraagd. Op 15 januari zal rechter Sieglien Wijnhard vonnis vellen in deze zaak.
Advertenties