Hoefdraad: Mythes over devaluatiespook en geldcontainers
29 Oct 2014, 01:00
foto
De president van de Centrale Bank van Suriname, Gillmore Hoefdraad. (Foto: René Gompers)


De president van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Gillmore Hoefdraad, stelt onomwonden vast dat er geen sprake is van een op handen zijnde devaluatie van de Surinaamse munt. Hij benadrukt dat er diverse mythes worden verteld, dat containers met geld het land binnenkomen om overheidsuitgaven monetair te financieren. De bankpresident wijst op het gevaar en de risico's wanneer politici, met het oog op de verkiezingen, het financieel-monetair beleid als schietschijf gebruiken om fabels de wereld in te helpen.

Hoefdraad heeft dinsdagavond tijdens de introductie van de UnionPay International (UPI) digitale betaalkaart de gelegenheid aangegrepen om, zoals hij noemt 'enkele mythes en fabels te ontzenuwen die de afgelopen dagen zijn gelanceerd'. De Surinaamsche Bank zal deze prepaid, debet- en creditkaart, bekend als China UnionPay, CUP-kaart, via de Southern Commercial Bank vanaf vandaag aanbieden.

Geld vervangen
De monetaire autoriteit zegt dat hij in gezelschap van bankiers en ondernemers zich verplicht voelt om te benadrukken dat er op basis van de Bankwet wordt gewerkt. "Het is de financiële en de monetaire stabiliteit die uiteindelijk waarborgen dat de Surinaamse economie kan blijven groeien en dat business hier kan gedijen. Als dit waar is, begrijpt u ook mijn verantwoordelijkheid aan het stuurwiel van het monetaire schip, en waarom ik niet over één nacht ijs zal gaan bij het nemen van besluiten, maar ook niet zal schromen om daadkrachtig en direct op te treden wanneer nodig", legt Hoefdraad uit.

De bankpresident wijst er op dat een van de wettelijke taken van CBvS is om Surinaamse bankbiljetten in omloop te brengen. Deze moeten verwisseld worden wanneer de biljetten oud en versleten zijn. Dit gebeurt in samenwerking met de algemene banken die bevoorraad worden en die helpen om oud geld uit omloop te halen en te vervangen voor nieuwe, bruikbare en geldige biljetten. "Het geld wordt niet hier fysiek vervaardigd, maar in het buitenland gedrukt, met de hoge technologie voor beveiliging en duurzaamheid aldaar ontwikkeld. Dit is dus geenszins monetaire financiering! Er is absoluut geen sprake van monetaire financiering via een systeem met containers geld".

Niet de gevangenis in
Hoefdraad voert aan dat er in de Bankwet zeer strikte regels zijn over de financiering van de staatskas. De bank kan binnen één fiscaal jaar voor tijdelijke financiering van de begroting, voorschotten verstrekken, echter tot maximaal 10 procent van de geraamde middelen van de gewone dienst van de begroting. "De tweede strikte regel is dat boven het plafond van 10 procent niet mag worden gegaan, op straffe van gevangenis van de bankpresident! Derde strikte regel: De financiering mag niet naar een volgend jaar meegenomen worden. De voorschottenschuld van 10 procent van de middelen van de lopende rekening mag dus nooit cumuleren.

"Ondernemers en bankiers dit zijn regels", benadrukt Hoefdraad. Hij zegt in geen geval naar de gevangenis te zullen gaan, want hij houdt zich aan de stringente bepalingen in de Bankwet. "Artikel 21 geeft dus de waarheid van de monetaire financiering weer, en die is dat zij zeer binnen de perken gehouden wordt en nooit straffeloos kan worden overtreden. De Centrale Bank voelt zich dus zeer gesterkt in het voeren van een verantwoord monetair beleid door dit artikel in onze Bankwet. Niet alleen versterkt maar ook beschermd voelen wij ons, omdat monetaire financiering in Suriname bij wet jaarlijks verplicht binnen de perken wordt gehouden. Dit versterkt ook de autonomie van de Centrale Bank".

Geen devaluatie
Hoefdraad memoreert dat hij eerder dit jaar heeft benadrukt dat er geen devaluatie van de Surinaamse munt op komst is. "En ik herhaal het vandaag met alle stelligheid nogmaals. De economie is weerbaar en er zijn grote investeringen op komst, de export- en groeivooruitzichten zijn goed, dus is er geen noodzaak daartoe". De Centralebankier haalt aan dat spaarzaam naar het wisselkoersinstrument wordt gegrepen. Dit gebeurt pas wanneer zaken onherstelbaar of structureel uit evenwicht zijn geraakt. In januari 2011 was het een moeilijk besluit dat genomen moest worden om te devalueren.

"Onze bevinding is dat de economie de tijdelijke zwakte van deviezeninkomsten kan opvangen zonder schade voor de toekomst. Het is momenteel beter te interveniëren en hiermee de economische activiteit te ondersteunen omdat dit morgen dubbel en dwars zal zijn terugverdiend. Devalueren is het verkeerde signaal over de robuustheid van de economie afgeven, terwijl juist de toekomstperspectieven gunstig zijn. Het zou de economie op het verkeerde been zetten en dit zou onnodig nadelig zijn. Daarom is het zo kwalijk dat bepaalde hoeken doelbewust en tegen beter weten in een negatief beeld van de economie scheppen en continu het devaluatiespook proberen aan te wakkeren", stelt Hoefdraad. Hij wijst ook op de inflatiecijfers die gemeten worden door het Algemeen Bureau voor de Statistiek, dat onafhankelijk opereert. "De macro-economische cijfers van groei, hoger boven de wereldgemiddelden en lage inflatie spreken voor zich. De hoopgevende vooruitzichten over productie en exportexpansie spreken voor zich".
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April