Politiemannen krijgen vijftien jaar cel in moordzaak Molius
29 Oct 2014, 00:00
foto


De politiemannen Haroenmohamed Nabibaks en Anielkoemar Kalipsingh zijn elk op de rechtszitting van dinsdag veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar. Beide politiemannen zijn schuldig bevonden aan gekwalificeerde doodslag, afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving van de Haïtiaan Celius Molius. Voor de gekwalificeerde doodslag kreeg elk van de politiemannen tien jaar cel en voor afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving vijf jaar. Beide veroordeelden ontkenden consequent de feiten gepleegd te hebben.

Rechter Maytrie Kuldipsingh voerde aan dat zij niet gewerkt heeft met informatie die verkregen was op de plaats waar het delict heeft plaatsgevonden, omdat dit gebied niet afgeschermd was. Ook hadden de raadslieden, Irvin Kanhai, Murwin Dubois en Benito Pick, in hun verweer aangegeven dat het recht op een eerlijk proces geschonden was en dat hun cliënten benadeeld worden. De Forensische Opsporing kreeg van het Openbaar Ministerie (OM) een dikke onvoldoende, omdat zij geen onderzoek kon plegen op spullen. Deze waren al geïnfecteerd, aangezien velen ze aangeraakt hadden.

Ook hield Kuldipsingh rekening met de media-aandacht waardoor reeds in een prille fase de identiteit van de politiemannen was vrijgegeven. Daarnaast zijn de veroordeelden voor het eerst betrokken bij een strafzaak. Uit het onderzoek is gebleken dat de veroordeelden het slachtoffer meenamen en doodgeschoten hebben. Tot dit bewijs kwam de rechter door verklaringen die onafhankelijke getuigen afgelegd hebben. Ook kenden het slachtoffer en de veroordeelden elkaar. Deze getuigen zagen dat de veroordeelden Molius spraken. Zij eisten geld, sieraden en kostbare spullen en verdwenen daarna met het slachtoffer. Molius werd vier keren door het hoofd geschoten en langs de weg gedumpt.

Misbruik functie
Een andere getuige heeft het voertuig van Nabibaks bij de woning van Molius gezien. Daarnaast zijn hun petten met opschrift van de politie en politievesten die de veroordeelden aan hadden, herkend. Kuldipsingh benadrukte dat uit het onderzoek niet gebleken is dat de onafhankelijke getuigen beïnvloed waren. Kalipsingh had verklaard dat hij op 26 maart 2012 als laatst geschoten had met zijn dienstwapen. Dit deed hij toen een vrouw bijna beroofd zou worden. Echter had hij het verzuimd om dit door te geven aan de leiding. Uit het buurtonderzoek is niet gebleken dat er een schot was gelost op die bewuste dag. Ook klopt het volgens de rechter niet dat Kalipsingh ten tijde van het delict thuis was.

Kuldipsingh week daarom af van de strafeis van het OM. Tegen elk van de politiemannen is voor afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving van Molius zes jaar celstraf geëist door het OM. Voor de gekwalificeerde doodslag van de vreemdeling is veertien jaar geëist. Volgens het OM hebben de politiemannen de feiten gepleegd met kennis en middelen die zij van het Korps Politie Suriname hadden. Kuldipsingh noemde het gebeuren een ernstige feit, omdat politiemannen de plicht hebben om de samenleving te beschermen. De veroordeelden hebben misbruik van hun functie gemaakt. Gedurende hun detentie worden beide veroordeelden begeleid door Forensische Maatschappelijke Zorg en een psycholoog. Molius werd doodschoten en gedumpt. Zijn handen waren geboeid. Hij werd op 29 maart 2012 langs de Nieuw Weergevondenweg gevonden.
Advertenties