Column: De moed van Lloyd Read
15 Sep 2014, 10:00
foto
Vakbondsleider Lloyd Read


Arme Lloyd Read, voorzitter van de Staatsolie Werknemersorganisatie. Als vakbondsleider geef je leiding aan onderhandelingen met het management. Als het nodig is, voer je acties en leid je stakingen. Wie had gedacht dat je ook moest nadenken over homoseksualiteit als deel van je verantwoordelijkheid.
Maar Read is in alles een man met moed en moraal. In de collectieve arbeidsovereenkomst heeft de vakbond enkele jaren geleden het woord ‘echtgenoot/echtgenote’ vervangen door partner.

Starnieuws meldt: “De discussie over de wettelijke erkenning van ‘same seks’-relaties is in de afgelopen weken hoog opgelaaid in verband met de nu aangenomen sociale wetten… De Surinaamse wet erkent duurzame heteroseksuele samenlevingsvormen, waarbij de partners ongehuwd zijn. Read vertelt dat hij er niet bij stilgestaan had bij eerdere onderhandelingen, totdat de mensen die er last van ondervonden hem erop attendeerden. In Suriname zijn homorelaties nog in de taboesfeer, ofschoon deze groep de afgelopen jaren achter de gordijnen vandaan komt. Bij de discussies heeft hij er dan ook op gewezen dat het gaat om een morele kwestie. ‘Het gaat er niet om of je voor of tegen bent, het gaat om het individu dat werkt bij het bedrijf,’ stelt hij. ‘En die persoon levert evengoed zijn bijdrage als elke hetero.’ Rationeel gezien leveren die partners dezelfde inspanningen, legt de vakbondsman uit.” Voor alle duidelijkheid legt hij uit: “Zelf kies ik niet voor deze vorm van samenleven, maar wie ben ik om dat te veroordelen. Dat kan alleen God en ik ga mij niet boven God plaatsen.”
Dit vind ik nou knap en bewonderenswaardig. De man heeft zijn eigen opvattingen over homoseksualiteit, maar erkent dat hij er nooit diep over heeft nagedacht. En toen hij dat wel deed, heeft hij rekening gehouden met de maatschappelijk veranderingen en heeft zijn eigen opvattingen bijgesteld, hoewel hij er nog moeite mee heeft.

De zienswijze en handelwijze van Read is een voorbeeld voor de samenleving. Hij heeft ervoor gekozen om te luisteren naar de mensen die last ondervonden van homofobie, hetzij als slachtoffer hetzij als dader. En vervolgens heeft hij zijn eigen standpunt bepaald dat erop neerkomt dat hij mensen respecteert in hun opvattingen en levenswijze ondanks dat hij persoonlijk andere opvattingen erop na houdt.
Dit vind ik getuigen van enorme morele moed. Maar zo heb ik Read ook leren kennen.

Toen ik bezig was met een boek over Eddy Jharap en de geschiedenis van Staatsolie heb ik met genoegen Read geïnterviewd over zijn ervaringen bij Staatsolie.
Dit is wat hij me vertelde: “Ik werkte bij de Geologische Mijnbouwkundige Dienst. Maar het avontuur van Staatsolie trok me wel aan. Hoewel ik meer verdiende bij de GMD, had ik het gevoel dat ik bij Staatsolie meer uit mezelf zou kunnen halen. Ik had Mijnbouwkunde gestudeerd, maar bij Staatsolie werd ik vaak met dingen geconfronteerd waar ik geen verstand van had. Zo moest ik een keer een defecte ‘jugheater’ weer aan de praat zien te krijgen. Hiermee werd de olie opgewarmd. Ik nam het handboek door en begon de verschillende delen van het apparaat zelf uit elkaar te halen. Zo goed en zo kwaad als het ging, zette ik alles weer in elkaar. Toen de monteur zich de volgende dag meldde, was die verbaasd omdat volgens hem het ‘ding’ compleet ontregeld was, maar … het had gewerkt.” Een doorzetter, een idealist. Hij heeft met vallen en opstaan moeten leren wat het betekent om eigen verantwoordelijk te dragen.
Read: “Het gebeurde wel eens dat door stroomuitval de productie stil kwam te liggen. Op een dag kwam de directeur langs op het moment dat de stroom was uitgevallen. Er was contact gezocht met een monteur, maar dat leverde geen resultaat op.
Meneer Jharap vroeg: ‘Hoe staat het met de productie?’ Ik legde hem uit wat er aan de hand was.
‘En?,’ vroeg hij.
‘We kunnen hier niets aan doen,’ antwoordde ik op een toon, waarmee ik wilde zeggen: ‘Dat begrijp je toch wel?’
‘De tent moet blijven draaien,’ antwoordde hij resoluut. Het was duidelijk dat hij geen genoegen nam met mijn uitleg en eiste dat ik een oplossing vond voor het probleem. Ik ben toen overal gaan zoeken naar mensen die wel met een oplossing konden komen. Ik zocht sleutels van alle kasten en deuren van het magazijn en zorgde ervoor dat bij nieuwe stroomstoringen ik precies wist wie waar bereikbaar was en welk gereedschap of onderdelen nodig waren om de problemen te verhelpen. Ik had geleerd om verantwoordelijkheid te nemen en te dragen.”

Hij was vanaf het begin betrokken bij de vakbond. Met trots vertelt hij: “De Staats-olievakbond kenmerkt zich door discipline. Hier wordt niet gescholden in vergaderingen. We behandelen elkaar met respect en dat alles begint bij discipline. Wat ons sterk heeft gemaakt, is dat we over het algemeen niet in opstand komen voor financiële zaken zoals salarisverhoging, maar veel meer voor onrecht dat het bedrijf of zijn werknemers wordt aangedaan. Het personeel heeft zelfs salaris hiervoor ingeleverd. Je moet sterk in je schoenen staan om dezer dagen mensen een deel van hun salaris te laten inleveren. Ik ben voorstander van het principe ‘no work, no pay’ en dat prent ik mijn leden ook altijd in. Als jij, zonder dat de directie aanleiding daartoe geeft, in staking gaat omdat dat jouw rechtsgevoel zou moeten bevredigen, dan vind ik dat je niet moet zeuren dat je ook geld wilt hebben.
Als Staatsoliër ken je het bedrijf, je weet hoe het tot stand is gekomen, je weet tot hoever je acties moet voeren. En vergeet niet: het bedrijf is je broodwinning. En met je brood ga je verantwoord om.”


In 1998 werd Jharap ontslagen tijdens een conflict tussen de regering, Staatsolie en het volk van Suriname. De vakbond stelde zich vierkant achter Jharap. Read bezocht Jharap na zijn ontslag en wilde hem vragen om het ontslag aan te vechten.
“Ik zag een gedeprimeerde meneer Jharap zitten en vroeg: ‘Eddy, wat ga je doen?’
‘Ik denk dat ik het maar laat zitten,’ antwoordde hij.
Ik weet niet of hij dat zei om mij te testen, maar ik riep: ‘Eddy, als jij dit doet, gaat het volk het jou nooit vergeven. Iedereen staat achter je. Jij bent het boegbeeld van een nationale strijd. Je kunt nu niet weglopen.’
Uiteindelijk is hij gebleven en hebben we de strijd gewonnen. Maar het paste in de relatie die we als bond en als werknemers met hem hebben gehad: samen uit, samen thuis.”

Dit is het leven van een vakbondsman als Read. En dan komt het vraagstuk van homoseksualiteit. En ook daarin heeft hij gehandeld op een wijze die veel respect verdient.
We moeten het niet moeilijker maken voor hem. De Marrons zijn in opmars. Martina Amoksi schetst een ander probleem met samenlevingsvormen in haar boek over Marronvrouwen: polygamie. Een vrouw vertelt aan Amoksi: “Toen mijn man in vaste dienst moest treden, werden we geconfronteerd met een probleem. Hij had namelijk twee vrouwen en de Suralco wilde maar één erkennen. Zodoende werd ik gekeurd en kregen mijn kinderen en ik vrije doktersbehandeling. Hij had twee kinderen met de andere vrouw en drie met mij. De jongste van die twee kinderen zou bij mij komen blijven, zodat ze naar school kon gaan. Ze werd ook erkend en in mijn familieboek opgenomen als mijn oudste dochter. De andere vrouw was natuurlijk erg boos, maar het waren de regels van de Suralco. We konden er niets aan veranderen”.
Tja best Loyd, ga je hoofd maar hierover breken. Wat doe je hiermee?

Sandew Hira
Advertenties