Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 205

“Zien jullie het weer, zien jullie het weer, ik zeg het zo vaak, maar dan lachen jullie me weg.”
“Omdat je dan weer eens met een van je stokpaardjes bezig bent.”
“Ik zeg jullie: onze Assemblee werkt pas echt hard als ze een goede sier voor het buitenland kan maken.”
“Ach kom mang, hou toch op.”
“Nou, laatst moest er toch één haast gemaakt worden met het goedkeuren van een wet om via DNA in bloed en andere lichaamsvochten onderzoek of bewijsmateriaal weet ik veel te mogen verzamelen?”
“Dat is heel goed, dat via een wettelijke goedkeuring zo een onderzoek nu mag.”
“Maar tegen vier uur ’s middags wilden vele DNA-leden al weg, want wan mooi voetbalplei b’o plei.”
“En welk ander voorbeeld heb je dat DNA meer werkt om naar buiten toe een goede sier te maken?”
“En daarmee hun buitenlandse reizen op onze kosten veilig stelt?”
“Da laat ze! Ze moeten toch onze buitenlandse contacten onderhouden?”
“Neem die kwestie van het schrappen van de doodstraf uit ons Wetboek van Strafrecht.”
“Ben ik mee eens; het is een onmenselijke straf.”
“Voor een onmenselijke daad.”
“Ja, maar de doodstraf blijkt als afschrikking niet te werken, want in landen waar deze nog wordt toegepast, is de criminaliteit niet afgenomen.”
“Het is een straf, die kan dienen ter afschrikking, maar dat is niet het belangrijkste doel.”
“En er is tenminste één afname: die ter dood gebrachte roof- of lustmoordenaar doet het nooit meer.”
“Ja, kom nou, en hoe vaak is niet gebleken dat de ter doodgebrachte onschuldig was?”
“Dat doet geen afbreuk aan de straf op zich, maar aan het onderzoeksapparaat en de rechterlijke macht.”
“En in het merendeel van de gevallen is de terdoodveroordeelde wel schuldig.”
“Ik ben er voorstander van dat de terdoodveroordeling moet blijven, maar dat het ten uitvoer stellen van de straf een beetje op zich mag laten wachten.”
“Ja, laat die terdoodveroordeelde maar flink in z’n dodencel in de rats zitten.”
“Ik vind dat zo een zwaarwichtige beslissing waar velen niet mee eens zijn, door middel van een referendum moet worden getoetst en niet alleen door een clubje reislustige assembleeleden erdoorheen gedrukt wordt.”
“Ja, en om een aai over onze bol te krijgen, zo van: jullie zijn goed, hòr; jullie moeten als voorbeeld gesteld worden voor al die stoute Caribische landen die de doodstraf nog steeds handhaven.”
“Zieke moordenaars, serial killers, roofmoordenaars en dat soort figuren moet je gewoon opruimen, klarie.”
“Jij hebt mooi praten, makkelijk hè, lekker fascistisch: ruim alles op wat niet rechtuit marcheert. Dan pas zal alles goed gaan.”
“Ik zeg: zolang het boegbeeld van de democratie en de westerse vrijheden, de United States of America, de doodstraf in al z’n states niet afschaft, waarom moeten wij het dan eerst wel doen?”
“Zoals die anti money laundring wet, die moesten we ook snel-snel onder buitenlandse druk goedkeuren.”
“En zoals die wet om buitenlanders van Surinaamse afkomst, PSA, een beetje aan te moedigen hierheen te komen om hun expertise ter beschikking te stellen.”
“Men aast meer op hun euro’s en niet zozeer om hun deskundige adviezen; die worden toch door allerlei partijdommies aan een kant geschoven.”
“En wetten waar we erg veel belang bij hebben, blijven jaren wachten bij DNA op behandeling.”
“Zoals...?”
“Eh, ...eeh..., un yepi mi, no?”
“De wet die adoptie van kinderen moet regelen, de wet die het gebruik van kwik moet verbieden, de wet die het toezicht op kindertehuizen regelt, de wet die het vervoer van zwaar materieel via de openbare weg regelt, de wet op de onroerendgoedbelasting, de geupdate investeringswet, wetten over het beschermen van het milieu, gunst, zo kun je uren doorgaan met noemen.”
“Ach mang, je overdrijft.”
“Oh, ik overdrijf, no? Vraag maar aan de griffie van DNA, dan zal je zien dat er meer dan honderd van zulke, voor ons hier belangrijke wetten al jaren op behandeling wachten.”
“Maar aan de andere kant gaan DNA-leden wel een blokje-om-protestmars houden om de verkoop van een op instorten staand winkelpand te stuiten, terwijl we dondersgoed weten dat de verkoop al rond is.”
“En dat het pand met toestemming van de RvC alhier sinds 2010 te koop staat en niemand had daar problemen mee, tot een Tjaina-groep de zaak in 2013 kocht. Pas toen sprong men hemelwaarts.”
“En we brullen hoog van de toren dat de Driehoek van ons is, terwijl we donders goed weten taki a lasi, want sinds de val van Tigri hebben we, behalve bij tijd en wijle wat emotioneel gekwetter, nooit wat daadwerkelijks gedaan om die hap grond terug te krijgen.”
“Aan de ene kant schreeuwen we om veilig verkeer en maatregelen, aan de andere kant zijn er geen trottoirs en fietspaden of tenminste een witte streep aan de linkerkant van de rijweg waar het langzaam verkeer mag rijden.”
“We bestraten de trottoirs van de hele Keizerstraat, geweldig mooi inderdaad,voor al de winkelpanden daar, maar waar het trottoir ernstig betegeld moet worden, gebeurt dat niet.”
“Waar, waar? Kom met harde voorbeelden. Weer zeg je zomaar-dingen.”
“Joe pesa a leeftijd fu zestig, tok? Af en toe moet je toch naar de Burgerlijke Stand voor een uittreksel of een ‘arrestatie de bita’ of hoe dat bewijs van in leven zijn ook mag heten. Okay, da ga morgenochtend daar langs aan de Verlengde Coppenamestraat, of Verlengde Jagernathstraat, weet ik veel, morgen noemen ze daar voor mij part Verlengde Teloh Kobiakroikisingstraat, da go luku trottoir drape, het is mensonterend, menswerend, mensberend en terend en levensgevaarlijk.”
“Inderdaad, verschrikkelijk. En nu met die regens: grote, met modderwater gevulde kuilen op het trottoir, auto’s kris-kras op de middenberm, nee, verschrikkelijk.”
“Maar aan de andere kant is er wel een drempel geplaatst.”
“Ja, gelukkig, maar eerst moest er een oudere door een onervaren hardrijdster doodgereden worden.”
“Als het oudje verpletterd is, plaatst men de drempel.”
“En waarom moeten ministerswagens met volgwagens met een rotgang over slandswegen rijden? Waarvoor is dat nodig?”
“Is voor de veiligheid van de minister; als je snel rijdt, kunnen terroristen niet op de wagen schieten.”
“Zodat de zijspiegel van de wagen wel terrorist kan spelen en oudere weggebruikers op de weg slingert zodat die door een ook racende ministers-volgwagen kan worden verpletterd.”
“Ik heb daarom groot respect voor die hoogwaardigheidsbekleders die in alle eenvoud, zonder stoere, half uit volgwagens hangende lijfwachten naar hun plaats van bestemming gaan.”
“Dat zijn voorbeeldfiguren, niet diegenen die met veel ophef laten zien hoe geweldig ze met lijfwachten en volgauto’s zijn.”
“Zoals dat ene schattige onderministertje dat met haar lijfwacht zo stoer tekeer ging tegen werkers van OW die bij haar inrit bezig waren.”
“Ja, en zie: niet lang daarna was ze weg als onderministertje. We zeggen: hoogmoed komt vóór de val.”
“Dat fu mi Baas; hij is niet hoogmoedig; gewoon nanga eng nette lange-mouwempi ai moksi mindri a volk; lijfie of geen lijfie.”
“Ja, maar hij heeft andere dingen waarvan ik zeg....”
“Okay, okay, maar zie hoe hij die Suralcobal naar DNA gespeeld heeft: meesterlijke zet; nu zijn ze koest, want heb je na 12 juni nog wat resultaten van die onderhandelingsvoorzittersgroep uit DNA gehoord?.”
“Ze kunnen alleen solo ballen tegen elkaar trappen, maar geen gezamenlijke bal richting ‘vijandelijk’ doel..., daar hebben ze geen ervaring mee, zo zijn ze niet gewend te spelen, dat is hun wezensvreemd.”
“Ze zijn heel goed om het volk tegen elkaar op te hitsen om die gehate regering waar ze niet in zitten, te laten vallen.”
“Om dan in hun plaats te gaan plunderen totdat ze door het volk weggestemd worden en die gehate tegenstanders weer aan de macht komen.”
“En maar met ons belastinggeld in het buitenland mooi-boi spelen; intussen moeten oudjes hier in modder stappen of worden ze van de rijbaan gemept door allerlei stoerrijders.”
“Wat klaag je! Dan richt een Opa-Doellie-Granpapartij op.”
“Dan hernieuw je de doodstraf, legaliseer je marihuana zoals in Uraguay, want yu dati bin smok’a rommel ini yu jonge jaren, en dan maak je de pensioenen waardevast. Dan zeker jo wien’a verkiezing.”
“Ik begin hier te winnen. Bartender, nog een WeeKaa biertje.”

Rappa