Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 196
13 Apr 2014, 22:10
foto


“Heren, hebben jullie dat gelezen? De Surinaamse schooljeugd krijgt dagelijks zes uur te weinig onderwijs.”
“Je zou ook kunnen zeggen: de Surinaamse onderwijsgevenden geven dagelijks zes uur te weinig onderwijs.”
“Hé, hou op! Nu wil je onderwijs geven tot een slavendrijversberoep maken. En we verdienen al zo weinig.”
“Ik heb niet gezegd dat elke leerkracht dagelijks zes uren meer les moet geven. Inderdaad, dan ben je op je veertigste al uitgeblust.”
“Dan hoe ga je dat dan doen?”
“Kijk naar de Naschoolse Opvang nieuwe stijl. Dat zal moeten gaan leiden tot die extra uren onderwijs.”
“Nee, dat kan niet, dat wordt teveel voor die kinderen.”
“In het hele Caribisch gebied wordt tot vier uur les gegeven, met een break van een uur, waar ze op school kunnen eten. Waarom kan dat bij ons niet?”
“We zijn nog niet zo ver, ga je horen. Of een bataljon andere goedkope excuses.”
“Ja, maar kijk wat voor een toestanden die naschoolse opvang heeft veroorzaakt: oververmoeide leerkrachten, leerlingen die maar renden en joelden, eten zonder smaak met af en toe een wormpje in de groenten.”
“Het beste bewijs dat die onbespoten was.”
“Toch werd het door afgunstige zielen ‘dagoenjang’ genoemd, omdat het niet vol specerijen, zout en spijsolie zat.”
“Maar een gediplomeerde diëtiste stelt het menu samen: geen swiet mofo, maar meer gesontu mofo.”
“En die opvang nieuwe stijl gaat in mei in. Zo mogen leerkrachten die op een avondschool nog doorstuderen, niet aan de naschoolse opvang meedoen.”
“Goede maatregel.”
“En pas geslaagde leerkrachten die nog geen vaste aanstelling hebben, kunnen dan onder begeleiding van de dagschoolleerkrachten die wel meedoen, ervaring opdoen en wat uren maken.”
“Goede maatregel.”
“En de nadruk wordt niet meer gelegd op ‘voeding’, maar op ‘opvoeding’, waarbij men aan de ene kant aan huiswerkbegeleiding en leerstofverwerving op eigen tempo doet, en men aan de andere kant aandacht aan sport en ontwikkeling van talenten heeft en dat saamhorigheidsgevoel aansterkt.”
“Zeer goede maatregel.”
“Volgens mij was ik niet aan de drank geraakt als ik op school meer aan sport en aan zang, dans en toneel had kunnen doen.”
“Goedkoop excuus. Doe het nu, dan raak je alsnog van de drank.”
“Kijk naar jezelf; jouw belangrijkste lichaamsbeweging is je glas naar je mond heffen.”
“Wil je mijn glas in je mond hebben?”
“Heren, laten we hier geen assemblee tje spelen. Geen gekijf hier, anders drinken jullie water.”
“Nee, nee, voorzitter, sjorrie, excuses, we houden ons gemak. Alles behalve water; dat is om te baden, thee te zetten en rijst te koken.”
“En het is goed dat die naschoolse opvang zal vallen onder het Bureau Naschoolse Opvang en dat het geheel wettelijk geregeld wordt.”
“Ook een goede maatregel.”
“En middels een congres met vertegenwoordigers uit alle betrokken sektoren, zoals de ouders en de leerkrachten, heeft het ministerie een breder draagvlak gecreëerd hiervoor.”
“Een heel goed initiatief.”
“Heb je geen ander commentaar? Je plaat zit vast, nò?”
“Ik zeg zo, omdat er een politieke leider, nee, lijder, is die het beleid van deze minister afkeurt, omdat hij een paar omhooggevallen politieke leeghoofden op zijn ministerie uit hun functie heeft gezet.”
“Maar dan moet men nu wel op tijd zijn met het uitbetalen van de naschoolse leerkrachten. Nog teveel ontstaan conflicten en demotivatie doordat ambtelijke stukken blijven liggen.”
“Kijk maar naar die luchtverkeersleiders. Weer moesten er acties komen, voordat met voortvarendheid gewerkt kon worden aan afhandeling van al jaren gemaakte afspraken.”
“En velen missen de tact en de kennis om beleid uit te voeren. Ze denken: ik heb macht, dus ik druk maar door.”
“Kijk de klungelige manier hoe men die afbouw van de subsidie op babyvoeding heeft aangepakt. Je kan toch niet op stel en sprong de subsidie op zo een gevoelig liggend artikel afschaffen?”
“Ik zeg: het is opzet. Dat ene kabinet beert het zodoende voor dat andere kabinet.”
“Ik begrijp dit niet. Er is toch één kabinet?”
“Slaap lekker, mijn jonge vriend en droom voort.”
“Ik zou zeggen: ‘Sisa, lieve moeders, die subsidie op babyvoeding wordt langzaam afgebouwd. Elk kwartaal wordt hij één sr-deetje duurder. Dus als je zwanger bent of wordt, en je wilt je borsten fier voor de sier houden, begin dat extra esserdeetje geld opzij te zetten.”
“Ik zou zeggen: de eerste drie weken wordt er maar één blik gegeven, omdat de baby dan vooral moedermelk moet krijgen.”
“Ja, dat zou goed zijn.”
“Ik blijf het zeggen: veel van deze blikken gesubsidieerde babyvoeding worden doorverkocht. Net als toen de melkcentrale gesubsidieerde melk verkocht. Als je die rij bij de melkcentrale zag!! Het leek wel een wojo.”
“Dat was het ook, want veel van de gesubsidieerde melk werd net daar voor de deur en op de Centrale Markt tegen een hogere prijs doorverkocht, en velen die het konden missen, kochten de melk daar, dan hoefden ze niet uren in de rij mee te schuifelen.”
“Daarom zeggen internationale monetaire organisaties dat alle subsidies afgeschaft moeten worden, want ook de rijken profiteren daarvan, plus het veroorzaakt een zwarte markt en smokkel.”
“Da hoe dan met die hout-concessiehouders die weigeren om een vijftiental srd per hectare per jaar bij te betalen.”
“Als je niet kan betalen, nadat je al die jaren een lachertje betaalde aan concessierechten en daardoor oneigenlijk hoge winsten kon maken, geef dan die tienduizenden hectaren waarmee je niets doet, dan terug aan de staat. Niemand verplicht je die te houden en er zoveel voor te betalen, poti.”
“Maar je kan als overheid niet ineens pats-boem zo fors aanpassen, zoals dat met de babyvoeding gebeurde.”
“En zoals met de concept-wet op het minimumloon gebeurde.”
“Inderdaad, mooie grap. Da waarvoor heb je als vakbeweging en bedrijfsleven maandenlang met de overheid vergaderd, dan merk je dat in een achterkamertje sluipfasi, snel-snel elementaire dingen worden veranderd en men van regeringswege zegt:”Mensen, dit is het eindvoorstel.”
“Wat een broko-bana beleid! En niet voor niets heeft de RvM de maatregel van die babyvoeding terug moeten draaien; a heri Assemblee vlam ding: oppositie alsook coalitie.”
“Kies’ding mooi. Ze hebben hun braaksel moeten inslikken.”
“Da kijk hoe dat met de ziekenhuizen is gegaan: de subsidie is stopgezet, maar de RvM heeft de verhoging van de ligdagtarieven nog niet goedgekeurd.”
“Weer zo een gevoelig ding als die babyvoeding en het minimumloon.”
“Maar als we alleen maar naar ‘gevoelige’ dingen kijken, als we steeds met iedereen rekening moeten houden, gaan we geen beleid in dit land kunnen voeren. Ergens gaat het mes erin moeten.”
“Daarom houdt onze buurman al tientallen jaren een stuk van ons grondgebied bezet en heeft geen enkele regering, ook niet die geweldige stoere tijdens de militaire periode, daar iets tegen kunnen en durven doen.”
“Maar laten we eerlijk zijn: van welke regering tot nu toe kan je zeggen dat ze ‘beleid’ hebben gevoerd, in plaats van ‘belijd.?”
“Alleen van dat zakenkabinet May eindjaren zestig van de vorige eeuw.”
“Voor de rest was het: zichzelf en vriendjes en vriendinnetjes regelen.”
“En om dat ongestoord te kunnen doen: volk zoet houden, en om dat te doen: geen ‘gevoelige’ maatregelen treffen. Geef dat volk maar alles gratis, dan mopperen ze niet en dan kunnen de ‘Tarantula’s ongestoord hun slag slaan.”
“Maar op die manier gaan we een bananenkolonie blijven met wat populistische schreeuwers die elkaar om de vijf of tien jaar aflossen.”
“Tja, dat is ons lot als gemeenschap, zo te zien: blijven steken in dat middeleeuws dorpsgedoe.”
“Toch mi lobi Sranan; plus we zijn hard op weg om wereldkampioen ‘nationale vrije dagen’ te worden.”
“Yeah, haw maw, slijm them! De verkiezingskas sulle we vulle.”
“En nu sulle we de glazen vulle. Ober!”

Rappa
Advertenties