Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 193
23 Mar 2014, 22:00
foto


“Wat een toestand: leerlingen van een muloschool hebben een spreekverbod opgelegd gekregen.”
“Waarover mochten ze dan niet uit de school klappen? Was een leerkracht zwanger van een leerling, zoals een tijdje terug toch in Moengo was gebeurd?”
“Nee mang! Er is een gashandbuks in het toilet gevonden.”
“Mi lob n’a omschrijving fu skoowtu: ‘een voorwerp, een gasbuks, dat de vorm heeft van een vuurwapen.”
“Ken jij een windbuks of gasbuks dat niet de vorm van een vuurwapen kan hebben?”
“Ja, een katapult.”
“Nee, mang. Maar een gasbuks is een schiettuig.”
“Ja, maar geen vuurwapen, dus er is geen sprake van een verboden wapen, zoals omschreven in het Wetboek van Strafkracht, artikel 345, bis 2, sub 2a, versus 3, de juncto 34, laatstelijk gewijzigd bij GB 213, sub 3, artikel 9 via bella 3, casus belli 45, ....”
“Eh Jules, hou nou op met dat pseudo-juridisch gebral, wil je?”
“Hij wil hiermee zeggen dat er volgens de politie geen vuiltje aan de lucht is; die gasbuks is bij wet niet verboden, het is bij wijze van spreken een uitgebreid kinderspeelgoed.”
“Je kunt er van dichtbij iemand behoorlijk mee beschadigen, vooral in de handen van een dolgedraaide puber.”
“Maar het is geen vuurwapen, dus beste ouders: weest gerust en gesust, alles komt terecht zonder gevecht. Niet bang wezen.”
“Maar in de krant stond dat de politie wel bang is voor die zogenoemde voedoe-poppen; er zijn weer een paar gevonden.”
“Hebben ‘onze beste bangeraden’ dan het A-team opgeroepen om deze wisi-gevaarlijke poppenrommel op te ruimen?”
“Nee mang. Het zijn op mensen gelijkende voorwerpen die niet bij wet verboden zijn. Klaar is Case. Val ons niet meer lastig, we hebben het al druk genoeg met tientallen criminelen oppakken.”
“En met het verbieden van roken in het cellenhuis.”
“En met het opsporen van illegale mobieltjes aldaar.”
“Maar dat mensen geloven in die rotzooi van die poppetjes.”
“Als je in dit soort bezweringen gelooft, ja, dan gaat het werkelijk effect op je hebben.”
“Wijlen mijn buurman was verbonden aan het kantongerecht. Vaak werden daar voor de deur mandjes met flesjes en poppetjes gezet; mensen wilden op die manier de rechtspraak beïnvloeden.”
“Wat deed hij? Riep hij de politie?”
“Ach nee. Toen riep je geen politie fo deze komedie. Vaak stonden mensen, waaronder waarschijnlijk ook de plaatsers van die wisi-dingen, op een eerbiedige afstand van zo een mandje te kijken.”
“Da wat deed wijlen die buurman van je?”
“Hij stapte naar voren, zei luidop enkele onverstaanbare spreuken, zoals: ‘Wielama-woedoe-koloecaramba-najangbatjaw’ en als het een poppetje was, schopte hij dat hele ding meters ver weg, of vertrapte het.”
“En als het flesjes waren?”
“Dan maakte hij ze één voor één open, terwijl het doodsbange publiek de adem inhield, rook aan ze en goot de inhoud weg.”
“Maar soms zit er rum of palm in die wisi-flesjes.”
“Wist hij ook, waarom denk je dat hij aan ze rook? Was de geur goed, dan goot hij het geest-verrijke vocht zonder pardon in z’n keelgat. Hij zei dan tegen z’n meerdere dat hij het verdachte spul even moest testen wat het was, voor het opmaken van zijn proces-verbaal.”
“Die is zeker een vroegtijdige dood gestorven.”
“Echt niet; hij is 86 jaar geworden en elke dag ontsmette hij z’n slokdarm met ethanol.”
“Helaas is die motorjongeman niet zo oud geworden, poti, die knalde tegen een rechts rijdende auto aan; er zaten vakantiegangers is.”
“Dan vindt de politiewoordvoerder dat die jongeman heeft gestunt, dan beweren de nabestaanden en moto-vrienden dat dat niet kan met zo een motor, dan heeft die politiewoordvoerder als burger gesproken, dan wordt het resultaat van het onderzoek afgewacht. Een zeer onverkwikkelijk gedoe!”
“Ik blijf het zeggen: geef die jongens op de zondag tegen betaling een stuk buitenstadse weg. Laan ze daar met betalend publiek en hun moto-girls gaan racen. Dat ding daar langs de Afobakaweg is te ver weg. Maar nee, we willen niet meewerken! Wel, dan gaan ze illegaal racen en anderen storen en in problemen brengen.”
“Ej, maar heb je de uitvaart van die moto-man gezien: zeer indrukwekkend met al die motro’s. Ding mang lai!”
“Hopelijk worden ze geen agressieve gangs, zoals die Hell Angels in het buitenland.”
“Die Djaw kon z’n nieuwe partij liever ‘Motro’ noemen in plaats van SMS.., nee, GSM,... nee, APP,... nee, PING, n’a ning van dat ding dat ging.”
“Geweldig, die is door God gezonden om onze nieuwe president te worden. Wat een kleurrijk land hebben we toch!”
“Een andere richt een partij zonder naam op.”
“Ik adviseer hem: PSMR, Partij Staak Maar Raak.”
“Maar wat zou dan jouw nieuwe MOTRO-partij betekenen?”
“Meer Onderwijs, Transparantie, Racen en Ontwikkeling.”
“Maar getuigen van die verschrikkelijke aanrijding met die motorfiets beweren, dat meteen na de aanrijding de man de plaats van de vrouw achter het stuur innam.”
“Waarom verklaart men dat dan niet bij de politie?”
“Men is bang voor wraakneming, rancune, net als de leerlingen van die school waar dat gasbomschiettuigwapen is gevonden.”
“Daarom kan men beter een anti-rancune wandelloop organiseren, dan een anti-dicriminatieloop. Die dingen die we hier meemaken, zijn nauwelijks discriminatie te noemen. Laat men in het buitenland meemaken wat echte discriminatie is.”
“Zoals die ene ziekeling met z’n Wilderse haren die Den Haag gaandeweg Marokkanen-vrij wil maken.”
“En PSA-ers, Personen van Surinaamse Afkomst, voelen de hitte al. Vandaag Marokkanen, morgen PSA-ers.”
“Weet je hoeveel bakra’s in stilte net als ‘Die Wilderse’ denken? En hij is zelf een Indo, dus geen rasechte bakra!”
“Inderdaad, hier kennen we meer rancune, vooral als je de waarheid durft te zeggen, durft aan te wijzen wie die rover is of wie je tjoekoe heeft gevraagd, welke leerkracht je dochter heeft lastig gevallen of wie je coca-snoepjes op Zanderij heeft meegegeven. Dan beperk jij je zelf in je vrijheid van meningsuiting, want je wil niet in problemen met bepaalde autoriteiten komen.”
”Dat wordt vele kinderen al op school duidelijk gemaakt.”
“Vandaar dat vele Surinamers bang zijn om hun mening te uiten of kritiek in het openbaar te leveren. Daar moeten we elke maand een wandelloop tegen lopen.”
“Daarom vind ik het goed dat dat Nationaal Jeugdparlement steeds meer belangstelling trekt; nu is daar de eerste vrouwelijke voorzitter gekozen.”
“Ik zou die jeugdparlementariërs adviseren veel meer te vergaderen over actuele zaken en zich daardoor te trainen, en hun discussies via Boskopu uit te zenden.”
“Boi, ze worden meteen gemuilkorfd of met rancune bedreigd.”
“Zoals die leerlingen van die school met dat gascilinderbuksding. Men leert kinderen dingen voor hun ouders verzwijgen. Wat voor een pedagogie is dat?”
“Nou, als je kijkt hoe hysterisch sommige ouders reageren, zou ik dat als schoolleiding ook doen.”
“Jij hebt makkelijk praten; je kind zou daar op school moeten zitten, dan zou je anders kraaien.”
“En tegen luilakkerij en corruptie, politieke leugenpraat, vriendjespolitiek en seksueel kindermisbruik; daar moeten we zeker ook tegen lopen.”
“En tegen dat gezuip van jullie, daar moet ook tegen gelopen worden.”
“Ai, vandaag drink jij niet, omdat jij ons naar huis moet brengen, daarom heb je een grote mond.”
“We krijgen je nog, de volgende keer. Proost op je zevende glas sap.”

Rappa
Advertenties