Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 191

“Heren, groot nieuws: slecht geklede leerlingen en leerkrachten zijn binnenkort bij Onderwijs de pineux.”
“Het werd hoog tijd; neem bijvoorbeeld sommige van die mulo-jongens; die lopen met broek bijna onder de bil.”
“Jakkes, wat is dat voor onderbille-mode?”
“Overgewaaid uit het decadente westen.”
“Gedoogd beleid: laat ze maar, het is mode.”
“Je bedoelt: laksheid en bangheid, want leerlingen gaan ze bijten of slaan als ze als leerkracht gaan optreden.”
“In zulke gevallen verlang je terug naar die ouwe tijd toen het schoolhoofd je met ‘Jan’ liet kennismaken, midden op het schoolplein.”
“Dat was jongerenmishandeling, kadaverdiscipline uit de koloniale tijd.”
“Oh jongere in ons midden, zou jij je zoon ook zo willen zien lopen op school of op straat?”
“Nee, maar ik, ...eh, tja, kijk...”
“Of zou je het net zoals het alom beleid in dit land ‘gedogen?”
“Nee, dat weer niet, ik zou praten...”
“Of ben jij een van die vaders die alleen maar het vrouwtje zwanger kan maken en dan alle zorg voor haar overlaat en lustig weer andere vrouwtjes zoekt om te besproeien?”
“Zijn die vrouwtjes zijn zo dom en willing om dat toe te staan.”
“Carl de Doeman heeft gelijk: het is geen eer om een man de kans te geven alleen zijn lusten op jou als vrouw te botvieren en jou dan te laten met de lasten van de opvoeding en verzorging van de door hem verwekte spruiten.”
“Inderdaad is het verschijnsel van alleenstaande moeders, dus geen officieel gescheiden vrouwen of weduwen, een onding. Carl heeft groot gelijk.”
“Maar vele van die vrouwen weten ook niet met een man op te schieten; ze schreeuwen en bazen maar op hem.”
“Men zegt: is cultuur, is traditie.”
“Een cultuur of traditie die dit toestaat of stimuleert, is een wancultuur.”
“Is het gevolg van de slavernij waar mannen van vrouwen en kinderen werden gescheiden.”
“Wat een goedkoop argument. Nu is er toch geen slavernij meer?”
“Zo houden we dit soort ondingen in stand, met als gevolg grote groepen van vooral verwaarloosde jongens.”
“En gezinnen waar de meisjes onbeschermd zijn, want hun echte vader kennen ze vaak niet eens, laat staan dat die aanwezig is om een oogje in het zeil te houden, om de verantwoordelijkheid van zijn lekker klaarkomen ook te dragen.”
“Wel komen allerlei ‘oompies’ over de vloer die via moeder een lustig oog werpen op de opgroeiende dochters in huis.”
“Gedoogd beleid alweer.”
“Da wattebout die schoolhoofden die maatregelen treffen tegen laatkomende leerlingen?”
“De inspectie heeft gelijk; ze kunnen de poort niet sluiten zodat die leerlingen buiten bij winkels gaan hangen.”
“Okay, maar nu worden ze in de bibliotheek ondergebracht en mogen geen rep maken.”
“Dan is het accent van het probleem verlegd, maar het probleem zelve is nog niet opgelost.”
“Welk probleem?”
“Het probleem van steeds grotere groepen laatkomende leerlingen, vooral in bepaalde buurten.”
“En nergens in die maatregelen van de inspectie zie ik het oproepen van de ouders staan.”
“Daar zit het probleem: bij die ouders die zelf slapen als marmotten en niet vroeg hebben leren opstaan.”
“Of juist al heel vroeg uit huis moeten zijn voor hun werk en het aan de jongeren thuis over moeten laten om zelf op tijd naar school te gaan.”
“Ik zeg: bij elk politiebureau in elke wijk weer de sirene plaatsen. Eerste sirene om half zes, tweede lange sirene om zes uur. En om half zeven de derde, een korte.”
“De sirene van het oude politiebureau is na 25 februari ’80 nooit meer vervangen.”
“En ik ben benieuwd of we de afbouw van het nieuwe politiebureau nog gaan meemaken.”
“Ik zou zeggen: boetes voor te laat komen.”
“Dat is wettelijk niet toegestaan. En welke sancties ga je treffen als ze niet kunnen betalen?”
“Erf harken.”
“Hoeveel erf gaan 20 laatkomers harken met drie harken waarvan de helft van de tanden verroest en afgevallen is? En dan missen ze toch de les.”
“Broek verder afzakken en drie meppen met een tyip-lati geven, midden op het erf, bij de vlag.”
“Barbaarse methode, uit de tijd.”
“Maar je wiept een paar één keer, en morgen is iedereen op tijd.”
“En het schoolhoofd ligt in het ziekenhuis.”
“Gunst, wat zijn jullie oudjes toch een stel fascisten bij elkaar. Geen wonder dat jullie coups hebben gepleegd en aan de drank zijn geraakt.”
“En hoe ben jij dan als jongere in ons midden aan de drank geraakt? Zeker door dat gedoogd beleid, dat ‘laat-alles-maar-toebeleid van jullie generatie.”
“En dan die kapsels. Heb je gezien met wat voor vogelnestjes, pikin-fowru-doti-style, bosschage-toestanden somige jongens en meisjes vooral op het mulo naar school komen?”
“En heeft de inspectie ook hier de directie op het matje geroepen als die zulke leerlingen naar huis stuurt of door de schoolkapper laat kortwieken? Of wordt ook dit gedoogd, gevoogd, gehoogd, gekoogd en gemoogd?”
“Je hebt mooi praats; jij moest daar zitten met al deze hoofdpijn op je dak.”
“Weet je nog dat jij, Ron, op de middelbare school bent geschorst omdat je je afro niet wlde knippen?”
“Ai, ik had een afro als een Bravo.”
“Maar Bravo heeft geen afro, maar een kaalfrow.”
“Maar hij zegt wel dat hij in de politiek ‘gangstah’ moet zijn.”
“Met als gevolg dat een hoop ‘sampi-achtige’ figuren, die op Romeo Bravo lijken, overal burgers lopen te beroven.”
“Ai, zo zei mijn mati Carlos; heb je hem z’n gal, braaksel en speeksel horen spugen in dat programma van Gheel Keyck, ....eehh, hoe heet ‘t weer...”
“In ‘De Vlam-ding’, ai, Carlos flam ding flink in dat programma; hij had het over ‘die apen’ die hem en z’n neef hebben mishandeld en beroofd.”
“Ma a beer’ing dyi Romeo Bravo.”
“Heb je gehoord dat iemand dát erg heeft gevonden? En bijna iedereen heeft dat programma bekeken en heeft zich verlekkerd om de keiharde en ware woorden van Carlos.”
“Net als die ware en harde woorden van Surisjopping Jaws; die gaat een miljoenen-schadeclaim indienen; een stel corruptelingen heeft zijn levering van brandweerspullen willen coupen.”
“Jaws heeft groot gelijk; ze dachten dat ze hem met een 10% zouden meekrijgen.”
“En toen hij niet wilde meedoen, hebben ze hem via de media voor vies en vuil uitgemaakt.”
“En nu kan niemand zich opeens herinneren daaraan meegedaan te hebben, iedereen dokt of ontkent.”
“Het zal wel jammer zijn dat zo een schadeclaim door de belastingbetalers zal worden betaald en niet door die boevenbende zelve.”
“Die zal weer eens politiek beschermd worden.”
“En die dommemassakiezers stemmen in 2015 weer op zo een combinatie van boeven en gangstah’s.”
“En integere politici halen maar één of twee zetels.”
“Dan wil dat volk die corruptie! Da wat maak je je druk?”
“Maar om op kledingsvoorschriften terug te komen: gaan leerkrachten weer das moeten dragen? Weet je nog op de AMS, toen die Surinaamse leerkrachten de das afzworen en een paar met een touw om hun nek op school kwamen?”
“Een das is eerder voor koude klimaten. Maar zoals sommige leerkrachten nu met opo-borsoe rondlopen...”
“Ook de vrouwelijken, die blijven niet achter.”
“Uniform dragen is een onding.”
“Nou, bijna alle ambtenaren dragen uniform.”
“Echt niet, alleen maar politie en douane.”
“Da wattebout brandweer, militairen, cipiers, verpleegsters, schoonmaaksters, lijfwachten, doktoren...”
“Ook die Er-Gee-Dee-artsen die onlangs massaal tegen hun leiding, M.M., hebben gestaakt.”
“Wie is M.M.?”
“Middeleeuwse Malti. Als d’r pa z’n zin bij Baas had gekregen, was zij VeePee geworden.”
“Masra Gado bin da’anga wi.”
“Nou, wat we toen kregen, was ook niet goed pluis.”
“Hebben zuiplappen ook uniform?”
“Jawel, blauw van Blue Label.”
“Nemen we een rondje blue label?”
“Nee mang, te lekker, te duur, te snel op.”
“Dan maar ‘Burg’.
“Ja, proost.”

Rappa